Het stimuleren van doorstroming van de 50-plussers naar een andere woning helpt starters op de woningmarkt nauwelijks. Dit blijkt uit onderzoek van Kenniscentrum Invisor en zelfstandig onderzoeker John Stohr.
Deze conclusie was feitelijk een onverwachte uitkomst van deelname aan de Challenge Doorstroming voor de provincie Utrecht. Bij de challenge werd specifiek om oplossingen gevraagd om de verhuisbeweging onder 50-plussers te stimuleren om op die manier de doorstroming te stimuleren.
Onder de naam Tellers & Benoemers werd voor een specifiek project in Soesterberg onderzocht hoeveel woningen van welk type er gebouwd zouden moeten worden om doorstroming van 50-plussers te stimuleren. In generieke zin werd (voor de gemeente Soest) gekeken of de aanname dat doorstroming van senioren zorgt voor meer doorstroming klopt en hoeveel je zou moeten stimuleren om het ‘treintje’ in gang te zetten.
Papegaaiberichtgeving
‘Dergelijk onderzoek doe we al meer dan 10 jaar maar we zien de laatste tijd een groeiende belangstelling onder gemeenten', aldus Eric Hol namens Invisor. 'Er is heel veel papegaaiberichtgeving over doorstroming. Heel veel berichten komen er op neer dat het versterken van die doorstroming het panacee is om de woningmarkt weer op gang te krijgen.’
Lees ook: Deelwoningen voor ouderen wint doorstroomprijs Zuid-Holland
Spoiler: dat is niet zo. Invisor en John Stohr beoordeelden voor drie middelgrote gemeenten met pakweg 60.000 inwoners in respectievelijk de Randstad, Midden-Nederland en een krimpregio in Zuid-Nederland wat het effect zou zijn op de woningbehoefte (en de invulling daarvan) als de betreffende gemeente de verhuismobiliteit in het leeftijdscohort 65-75 jaar met ongeveer 50 procent zou weten aan te jagen. De betreffende gemeenten (bekend bij de redactie) werkten mee op basis van anonimiteit. ‘Je stelt je toch kwetsbaar op als je beleid laat toetsen waarbij het creëren van draagvlak zo’n belangrijke rol speelt’, aldus Hol.
Momenteel verhuizen in de leeftijdsgroep 65 - 85 jaar ca 125.000 mensen per jaar. Dit cohort is ca. 3.000.000 personen groot en bewoont een kleine 2.000.000 woningen (Gemiddelde woningbezetting 1,58). Het verhuispercentage ligt rond de 4,2%. Dat percentage is het laagste van alle leeftijdcohorten.
Laissez-faire houding
De onderzoekers keken naar de invloed van het opschroeven van de verhuisbehoefte bij deze groep met 2 procentpunten op de gewenste differentiatie in de woningbehoefte in aantallen voor de periode 2022 – 2037. Daarbij werd de impact van het scenario met een fors hogere verhuismobiliteit aangehouden tegen een laissez-faire houding waarbij de gemeente geen maatregelen neemt, bijvoorbeeld door specifiek seniorenwoningen aan te bieden.
Het stimuleren van doorstroming van 65-75 jarigen levert nauwelijks een verandering van vraag en aanbod naar woningen door deze doelgoep op. Berekend over een periode van 15 jaar (tot 2037) levert dit in de onderzochte gemeenten in totaal een verschuiving van maximaal 60 woningen op. Jaarlijks gaat het om maximaal 5 extra woningen voor deze doelgroep, een fractie van de 190, 270 en 430 woningen die de komende jaren gemiddeld in respectievelijk de krimpgemeente, de gemeente in Midden-Nederland en de Randstadgemeente op het programma staan.
'Gericht bouwen voor ouderen om daarmee gezinswoningen vrij te spelen is weinig zinvol', aldus Hol. 'Het aantal daadwerkelijke verhuizingen blijft beperkt. In veel gemeenten is eigenlijk al een overschot aan woningen die min of meer specifiek voor deze doelgroep zijn gerealiseerd. In het betreffende leeftijdscohort zorgen veel bewoners er zelf al voor dat ze in hun bestaande woning kunnen blijven wonen. Stohr: ‘Wil je iets voor die doelgroep en de doorstroming kunnen betekenen dan zal dat door middel van accenten in het levensloopbestendige segment moeten zijn.'
Lees meer over de cijfers achter de doorstroming op de woningmarkt in PropertyNL 2. Deze uitgave verschijnt op 24 februari