De Rotterdamse wethouder Schneider (Vastgoed) is woensdagavond afgetreden. Vandaag zou de gemeenteraad in debat gaan over de zogenaamde Waterfront-affaire.
In een verklaring stelt Schneider (foto) dat hij het verdedigen van zijn rol in deze zaak een onmogelijke opgave vindt nu de coalitie in de gemeenteraad de meerderheid kwijt is. Eerder deze week hevelde lid Mohammed Anfall zijn zetel over van coalitiegenoot Leefbaar Rotterdam naar lokale partij Nida die in de oppositie zit. Daarmee raakte de coalitie de meerderheid in de gemeenteraad kwijt.
De Waterfront-affaire draait rond het pand van het vroegere poppodium Waterfront. De gemeente heeft jarenlang tot een bedrag van bijna € 8 mln subsidies verstrekt voor niet-uitgevoerde aanpassingen en verbouwingen van het pand. Ook betaalde de eigenaar, de familie Kan, nooit huur.
Pikant is dat door het opstappen van Schneider het debat nu moet worden gevoerd door collega Adriaan Visser. Deze was tot zijn aantreden als wethouder jarenlang directeur van het OBR, het vastgoedbedrijf van de stad, en verantwoordelijk voor het aangaan van de huurovereenkomst met Kan.