In 2024 stijgen de huizenprijzen naar verwachting met 2,4%, zo voorzien economen van RaboResearch.
Koopwoningprijzen daalden na juli 2022 relatief hard, maar lijken deze zomer – eerder dan verwacht – weer gestabiliseerd. Dit komt vermoedelijk doordat de lonen iets sterker zijn gestegen dan voorzien, waardoor potentiële huizenkopers meer kunnen lenen. En dat zorgt voor opwaartse druk op de huizenprijzen. Al met al valt de prijs van een koophuis dit jaar in heel Nederland vermoedelijk 3,5% lager uit dan in 2022.
Volgend jaar stijgen de huizenprijzen naar verwachting met 2,4%. Wel daalt het aantal verkopen van bestaande koopwoningen: van dit jaar zo’n 180.000 huizen naar circa 170.000 in 2024. Dat komt onder meer door een dip in de nieuwbouwproductie die voor minder verhuizingen zorgt. Econoom Nic Vrieselaar: “Hoewel het iets sneller gaat dan wat we hadden gedacht, ontwikkelt de koopwoningmarkt zich nog steeds zoals je zou verwachten na een periode van hoge inflatie: sterk stijgende consumentenprijzen leiden in eerste instantie tot een hogere rente, waardoor potentiële huizenkopers minder kunnen en willen lenen, de vraag naar koopwoningen wegzakt en huizenprijzen dalen. Maar op iets langere termijn leidt de hoge inflatie ook tot een sterkere stijging van de nominale lonen, waardoor potentiële kopers juist weer meer kunnen lenen, de vraag naar koopwoningen aantrekt en huizenprijzen weer stijgen.”
De noordvleugel van de Randstad ziet dit jaar de sterkste prijsdaling. In de regio’s Amsterdam, Utrecht, Gooi en Vechtstreek en ook Haarlem en omgeving dalen huizenprijzen naar verwachting met gemiddeld 7% ten opzichte van 2022. In Delfzijl en omgeving daarentegen blijven de prijzen van bestaande koophuizen dit jaar nagenoeg gelijk aan vorig jaar. In de rest van Nederland is de prijsdaling zo’n 2% tot 4%. Voor volgend jaar verwachten de economen in alle regio’s een kleine plus.
