PBL: vinex voorbeeld van hoe het niet moet

De Vinex-wijken die rond de afgelopen eeuwwisseling zijn gebouwd, ontwikkelen steeds meer tot eenzijdige woonwijken met vooral plaats voor gezinnen met een hoger inkomen, stelt het PBL na onderzoek naar de nieuwbouw en verhuispatronen in de Vinex-wijken in de laatste vijftien jaar.

Ook groeien de wijken volgens het Planbureau voor de Leefomgeving maar beperkt mee met de woonbehoeften van de huidige bewoners, bijvoorbeeld als kinderen uit huis willen gaan of als bewoners ouder worden. “De belangrijkste les voor toekomstige grootschalige wijkontwikkeling is dat beter moet worden nagedacht over de functie en samenstelling van de wijk op de lange termijn”, aldus Christian Lennartz, projectleider van het onderzoek.

Het woningbouwbeleid tussen 1995 en 2005 beoogde met de ontwikkeling van de Vinex-wijken kwalitatief hoogwaardige woonwijken aan de stadsranden te realiseren, zeer specifiek gericht op stedelijke middenklasse gezinnen. De nadruk in de woningbouwprogrammering kwam daarbij te liggen op grondgebonden woningen -rijtjeshuizen- in de koopsector.

Geen kans voor starters en senioren

Het PBL laat in de studie zien dat de woningvoorraad in de periode 2008 tot 2020 vooral werd aangevuld met de bouw van grotere en daarmee duurdere eengezinshuizen. Voor minder welgestelde en niet-gezinshuishoudens werd met de verdere nieuwbouw in de Vinex-wijken nauwelijks voorzien.

Lennartz: “We zien dat woningeigenaren vaker doorschuiven naar een nog groter en duurder huis binnen dezelfde wijk. Starters en de groeiende groep ouderen maken vanwege de steeds eenzijdigere woningvoorraad daarentegen nauwelijks kans om in de wijk  een  gepaste woning te vinden.”

Duidelijkere visie

Deze ontwikkeling signaleert een aantal belangrijke lessen, concludeert het PBL. Ten eerste zou het verstandig zijn als beleidsmakers, projectontwikkelaars en woningcorporaties een duidelijkere visie formuleren op de functie van de nieuwbouwwijken op de lange termijn. Daarbij dient ook in kaart gebracht te worden hoe deze wijken zich verhouden tot andere woongebieden in de stadsregio.

“Er is tegenwoordig veel aandacht voor segregatie en uitsorteringsprocessen op stedelijke woningmarkten,” geeft Lennartz aan. “Om te kunnen begrijpen in hoeverre grootschalige nieuwbouwwijken hier een rol in spelen lijkt het ons zaak om goed te blijven kijken wie naar deze duurdere locaties verhuizen, vanuit welke stadsdelen de nieuwe bewoners komen en wie in armere wijken achterblijven.”

Aanpassen aan woonbehoeften

Daarnaast duidt de studie volgens het PBL aan dat beleidsmakers van begin af aan beter rekening zouden moeten houden met verschillende woonbehoeften die in de loop van de tijd zullen optreden en dat er meer mogelijkheden open blijven om de wijk aan die (veranderende) behoeften te passen. Keuzes over woningvoorraad en beoogde bevolkingssamenstelling bij het intekenen van de nieuwe wijken bepalen sterk of beleid een koerswijziging kan doorvoeren.