Oud-directeur Jos van Oostrum over de speciale projecten bij Ballast Nedam en de huidige problemen van het bedrijf
Oud-directeur Jos van Oostrum over de speciale projecten bij Ballast Nedam en de huidige problemen van het bedrijf
Door Anne Bodzinga
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 5, 29 mei 2015
Waarom vroeg ik Jos voor een interview? Omdat wij samen betrokken waren bij de realisatie van Prinsenhof te Den Haag, omdat ik van Jos wil weten hoe een prachtig bedrijf (wat Ballast Nedam was) in een vrije val kan raken en hoe hij verder wil met Buildbag, een bouwsysteem voor ontwikkelingslanden.
Jos wordt 68 geleden geboren in Utrecht, in een rooms-katholiek gezin. Hij is de vierde van zes zonen. Zijn vader is bouwondernemer en de zes zonen genieten van de geboden welstand en de nieuwe tijd met feest en vrijheid van geest. Jos doorloopt moeiteloos de mulo-B en gaat naar de HTS, afdeling bouwkunde, welke opleiding hij bij gebrek aan uitdaging niet afmaakt.
In 1967 start hij zijn praktische carrière bij Bredero Bouw. Hij komt terecht op het lab. Dat vindt hij helemaal niets en hij mag na flink aandringen de organisatie in. Zo belandt hij in Den Haag bij de bouw van Het Paleis van Justitie, bij de werkvoorbereiding.
Maar er zijn nog grotere dingen bij Bredero. Voorman De Vries start het voor die tijd gigantische Hoog Catherijne in Utrecht. Daar wordt Jos organisatie/werkvoorbereider. Dit project is een brede en fantastische leerschool. In die tijd krijgt Jos ook les van Peter de Bruin. Hier leert hij ‘voor het leven’ het verschil tussen woningbouw en utiliteitsbouw, als het gaat om het organiseren van het bouwproces.
Keuze voor utiliteitsbouw
Hij kiest fundamenteel voor U-bouw, en wel zo gecompliceerd mogelijk. Want door het repetitie-effect van woningproductie kun je je geen fout permitteren, en dat is niets voor Jos. Bij utiliteitsbouw leiden vele wegen naar het doel en heb je vaak de kans binnen het proces bij te sturen en te optimaliseren.
Als hij dat begrijpt, mag hij voor Bredero naar Nigeria. Het gaat om de bouw van een heel dorp voor de top van de regering/ambtenaren. Dit avontuur duurt twee jaar. Hij komt iedere drie maanden even naar huis. Het is geen leven, zegt hij nu. Anny, zijn dominante maar ook charmante vrouw, roept hem definitief terug, met harde hand overigens. Dan komt hij terecht bij Nelissen/Van Egteren, bij directeur Klaas de Ruiter. Hij moet zich om te acclimatiseren eerst bewijzen in – nota bene – de woningbouw.
Het is de periode van de grote fusies en opkoperij. Uiteindelijk wordt Nelissen/Van Egteren onderdeel van NBM, waar ook Amstelland wordt ondergebracht. André Baar is de grote man, een ceo die zelf de manschappen van de stijger brulde, maar ook lak had aan beurs- en financiële regels. Dat leidt tot ongehoorzaamheid van de directie van Nelissen/Van Egteren ten opzichte van de moedermaatschappij onder leiding van Baar. De ongehoorzame dochter weigert de concernkas te spekken en spant een kort geding aan, tot op de dag van vandaag een unicum binnen een beursfonds. Dat betekent het vertrek van topman Jan Holleman. Jos had een goede band met Jan Holleman; later worden ze weer verenigd bij Ballast Nedam.
Maar intussen gaat het Jos niet slecht bij Nelissen/Van Egteren. Hij wordt bedrijfsleider grote projecten en werkt aan het centrumproject Nieuwegein voor ABP, later Corio, nu Klépierre. Dat was toen een succes, nu staat er veel leeg.
Later wordt Jos hoofd productie van de vestiging Haarlem en krijgt in 1986 Rino Baaijens als directeur. Dat was even wennen, want Jos heeft van nature moeite met gezag, maar Rino blijkt een wijs man. Hij geeft Jos de ruimte actief te worden in brancheverenigingen. Het begin van een indrukwekkende parallelle carrière, waarover later meer. In 1990 volgt hij Rino Baaijens op in Haarlem en heeft hij eindelijk zijn eigen koninkrijkje. Dat is toch makkelijker: eigen budgetten, verantwoording op afstand. Dat is zo slecht nog niet.
Maar Jos wil meer en stelt voor om onder zijn leiding – binnen het concern – een bedrijf ‘speciale projecten’ op te zetten. Een bedrijf dat gaat meedoen met alle grote utiliteitsbouw in Nederland. Dat stuit op verzet. Dan moeten anderen inleveren en dat willen ze niet.
Ballast terug op de kaart
Dezelfde Rino Baaijens, inmiddels actief bij Ballast Nedam, weet van die problemen en haalt Jos in 1996 binnen in het kader van verbreding en verdieping. Die strategie moet Ballast Nedam in Nederland weer op de kaart zetten, na alle ellende met buitenlandse avonturen die het concern toen ook al op de rand van de afgrond brachten. Een belangrijke troef hierbij is Ballast Nedam Speciale Projecten, onder leiding van algemeen directeur Jos van Oostrum.
Vanaf dat moment ontpopt de ware Jos zich. Hij heeft twee grote ambities: grote reizen en grote projecten maken. Achteraf bekeken zijn beide doelen geheel gerealiseerd.
De projecten waarvoor hij tekent zijn prestigieus én – wat lang niet altijd synoniem is – winstgevend voor de bouwer. Het gaat om New Babylon Den Haag (waar ontwikkelaar Fortress en bank SNS op nat gaan), het gehele gebied rond de Arena, het stadion Omniworld, het Erasmus ziekenhuis te Rotterdam, ziekenhuizen in Sittard en Den Bosch en de Kromhout-kazerne in Utrecht.
Jos en ik ontmoeten elkaar rond de eeuwwisseling bij Prinsenhof/Beatrixkwartier in Den Haag. De combinatie Ballast/BAM is geselecteerd voor de bouw, ruim € 200 mln. Na veel energieverspilling loost Bouwinvest Provast en Bouwfonds en besluit de ontwikkeling zelf te doen. Hopelijk zo wel in goede samenwerking met de heren Kempkens (BAM) en Van Oostrum (Ballast). Gemakkelijk gaat dat niet. Ze hebben hele verhalen over Engineer en Build en dat zij alles en iedereen ‘in de uitvoering’ willen aansturen, zo ook de architect. Mijn mensen moeten daar ook aan wennen, zo’n sterke partij tegenover je met heel veel praatjes.
Toch kiezen wij dit model en benoemen we Jan Holleman (door z’n hoofdrol bij Bouwend Nederland tweepartijdig) als bouwdirecteur tussen belegger/ontwikkelaar en bouwer. Het wordt, ondanks ongunstige prijsontwikkelingen en een zich terugtrekkende huurder (Deloitte), een succes voor de bouwer. Vijftien jaar later is Prinsenhof een belangrijk onderdeel van de portefeuille van Bouwinvest.
Lobbywerk
De tweede ambitie van Jos wordt zorgvuldig gepland. Hij weet langs allerlei tactieken en bijzonder lobbywerk binnen te dringen bij de Stichting Hoogbouw, de Utrechtse Aannemingsvereniging (UAV), bij AMVAG (Amsterdamse vastgoedjongens) en bij de sectie Groot van Bouwend Nederland. In de laatste drie clubs is hij voorzitter en bij alle organisaties heeft hij de portefeuille Buitenlandse (studie)reizen.
Met als legitimatie ‘directie Prinsenhof’ reis ik met hem mee naar New York, Praag en Palermo. Uiteraard met partners. Het zijn fantastische ervaringen. Maar uit de columns van Jos in het bedrijfsmagazine blijkt dat hij behalve deze uitstapjes ook talloze bezoeken bracht aan China, Thailand, Japan, VS, Brazilië, Zuid-Afrika en Scandinavië. Kortom, een man van de wereld.
Jos bouwt zo een heel netwerk met relaties op en ziet zelf ook nog eens wat. Eigenlijk heeft hij nog één ambitie, en dit is de vrije, ongrijpbare man uithangen, die alles mag en alles doet, maar wel met een serieuze focus op discipline en creativiteit van de organisatie. En hoge winsten, die de raad van bestuur doen watertanden en die Jos steeds maar weer in het vliegtuig laten stappen. Als je de columns analyseert die hij tussen 2006 en 2009 de organisatie in stuurt, dan valt op dat hij teruggrijpt op de groten dezer aarde, zoals Churchill, Napoleon, Plato en Socrates, maar ook prominenten uit eigen land zoals, Tjeenk Willink, Bos en Lubbers. In zijn stukjes geeft hij af op dingen (vaak van nationaal karakter) die hem irriteren en communiceert daartoe met zijn ‘tweede ik’, in dit geval een adviserende virtuele vrouw, die soms nare, rake, dan weer domme dingen zegt. Jos luistert. Dat is de rode draad. Theo Camps, de bestuursvoorzitter Berenschot Groep, noemt dat bij het afscheid van Jos in 2012 ‘vrij denken, op zoek naar de beweging achter de beweging, het verbinden van rokjesgedrag aan de contouren van een plan’. Ja, Theo snapt het.
Jos gaat in 2009 met vroegpensioen. Hij blijft nog tot 2012 bij Ballast, en stuurt dan als afscheid zijn verzamelde columns rond. De laatste drie jaar tot zijn pensionering opereert Jos in de luwte, voor zover mogelijk. Hij adviseert zijn opvolgers op het gebied van Speciale Projecten en doceert verder in breed verband ‘het creëren van nieuwe kansen’. Zo inschattend niet de gelukkigste periode van Jos bij Ballast, hoewel er wel veel tijd voor reizen vrijkomt.
Mr. U-bouw
En dan, na zijn 65e, herrijst Jos en wordt hij plots Mr. U-bouw bij Heijmans, aangetrokken door zijn vriend Bert van der Els, ceo van het concern. Hier zet Jos utiliteitsbouw op de rails. Het is een marktgerichte cultuuromslag. ‘Daar doe ik nuttig werk’, zegt Jos.
En dan vraag ik hoe het voelt dat Ballast Nedam, waar hij 17 jaar een grote meneer is geweest, zo naar de afgrond lijkt te zweven. ‘We hebben ons vanaf de jaren ’90, toen Ballast in het buitenland opdroogde en grote problemen heeft moeten oplossen, ons met een kleine groep directeuren en managers ingezet om Ballast in Nederland weer op de kaart te zetten’, zegt Jos. ‘Dat is onder leiding van René Kottman zonder meer gelukt. Maar na het vertrek van René en later van Ruud Jacobs, bleven we zitten met een RvB die niet over de vereiste kwaliteiten beschikte. Een accountanttype kan geen bouwconcern leiden. Op den duur waren er veel te weinig capabele mensen meer over. En de raad van bestuur had geen raad nodig, dachten ze. Waar het nu in de pers specifiek over gaat, dat zijn de twee aanbestedingen infra, Maastricht A2 en Botlek A15. Veel te laag ingeschreven. Ik heb toen nog aangeboden er goed naar te kijken, maar werd weggehoond, terwijl mijn specialisme toch speciale projecten is, van analyse tot oplevering. Ook RvB-lid Ruud Jacobs had destijds eenzelfde ervaring. Maar het bedrijf is natuurlijk over de hele linie afgegleden naar een bedenkelijk niveau. Ook de aandacht van het OM heeft het imago geen goed gedaan. En nu staan er iedere week wel ongunstige verhalen in het FD. Jammer, maar ik droom er niet (meer) van.’
Inmiddels verdeelt Jos zijn tijd over Heijmans en Buildbag, een ingenieus bouwsysteem. Het betreft een vijf jaar lang uitgeteste kunststof ‘zak’, ter plaatse te vullen met zand en onderling te koppelen. Er is een specifiek sluitapparaat ontwikkeld.
Op de Provada heeft de directie een ruimte beschikbaar gesteld om het bouwsysteem te promoten. Het is uitermate geschikt voor ontwikkelingslanden in bijvoorbeeld Afrika, voor India en China en voor rampgebieden. Voor weinig geld bouw je op grote schaal duurzame woningen.
Jos probeert Anschluss te krijgen bij ontwikkelingshulp, ngo’s, ambassades uit de relevante landen en ‘Europa’. Het bedrijf wordt geleid door Marlon Kratz en Richard van Oostrum (zoon van Jos). Buildbag was onlangs een succes op de Innovation Dock/RDM Campus Rotterdam. Het systeem scoort ecologisch, qua eenvoud, levensduur en economisch hoog.
Jos gaat met de Buildbag.nl de boer op en maakt weer verre reizen. En Anny gaat vaak mee. Als hij in Nederland is, bemoeit hij zich met Anny en de kleinkinderen. En hij is ook nog Arbiter van de Raad van Arbitrage, voor – inderdaad – speciale projecten.
Jos gaf de bundel columns die hij verstuurde bij zijn pensionering de titel ‘Overpeinzingen van een visionair’ mee. Rino Baaijens schreef in het voorwoord dat ‘Ontboezemingen van een provocateur’ passender was geweest. Alles overziende is Jos een fenomeen.
Ballast Nedam bijna failliet door aanbestedingsmodel
Bouwbedrijf Ballast Nedam weet elke keer aan een faillissement te ontkomen. Nadat de aandeelhouders – lees Hurks – vorig jaar waren bijgesprongen, was het op 30 april jongstleden Strukton dat samen met de banken de komst van curator voorkwam.
In deze editie een kanttekening van Bodzinga bij de oorzaken van de zoveelste déconfiture van het bedrijf, dat eerder struikelde over Midden Oosten-projecten, gevolgd door omkoopschandalen en nu dan de verbreding van de A15 Maasvlakte Vaanplein. Het vertrek van topman Bruijninckx, de Hurks-injectie en de uitverkoop (offshoredivisie naar Van Oord) waren nog niet genoeg. Het bedrijf staat niet alleen. Ook voor het familiebedrijf Hurks is het drama Ballast Nedam pijnlijk. Hurks verkocht onlangs het belang van 18% met een geschat verlies van € 40 mln. Daarbovenop verloor Hurks op stationsproject Breda samen met Ballast Nedam ook nog eens € 40 mln.
De oorzaak ligt in het aanbestedingssysteem, tot de bouwfraude-enquête een gesloten systeem ter bescherming van de bouwers. Omdat inschrijvers op aanbestedingen altijd rekening hielden met een bijdrage uit de pot, had het model een prijsdrukkend effect. Naast het systeem ontstonden andere ‘verdienmodellen’, lees prijsafspraken, die niet door de beugel konden.
Na deze grote zaak is de transparantie toegenomen. Bouwers rekenen zich plat en de kans op gunning is klein. Dat heeft gevolgen voor de inschrijvers. Als ze werk willen, dan moeten ze met een rampprijs komen. Ruim vijf jaar geleden schreef Ballast Nedam in op twee grote projecten. Veel te laag (in totaal € 200 mln te laag, hoor ik), maar de bouwer dacht ermee – met medewerking van de opdrachtgever – de eindstreep van de crisis te kunnen halen. De concurrenten VolkerWessels en BAM klaagden al over concurrentievervalsing, omdat deze twee bedrijven zagen dat Ballast Nedam speculeerde op een redding door Rijkswaterstaat. Zij zagen dat Ballast Nedam nooit zelfstandig de opdracht tot een goed einde zou kunnen brengen. Als je zwak staat en je neemt voor bedragen zo groot als je jaaromzet langlopende infrawerken aan, dan kun je de eerste vier à vijf jaar weer vooruit, zonder dat de buitenwereld het merkt. Wie weet is de crisis dan over. Die crisis duurde echter zeven jaar. Welke kritische vragen heeft de accountant intussen gesteld? Wist hij wat de resterende kosten voor oplevering waren? Pas dit jaar onthoudt hij zich van een goedkeurende verklaring.
Dan zijn er ook vragen over het mee-gecontracteerde onderhoud. Hoe loopt dat straks? Moet de overheid (de belastingbetaler) bijspringen, of is een nieuwe aanbesteding van het resterende deel goedkoper, als het misloopt? De ervaring leert dat nieuwe aanbestedingen vaak duurder uitvallen. Dus wordt Ballast gered met belastinggeld? Dat zeiden die twee grote concurrenten vijf jaar terug al. De vraag is nu: was Ballast Nedam echt zo stom of was het boze opzet? Is dat strafbaar? Conclusie is dat het open aanbestedingsmodel niet per se goedkoper uitpakt.
Over Jos van Oostrum
Jos van Oostrum (68) begon zijn vastgoedcarrière in 1967 bij Bredero Bouw, waar hij zich specialiseert in utiliteitsbouw. Na twee jaar Nigeria voor Bredero gaat hij aan de slag bij Nelissen/Van Egteren, als onder meer bedrijfsleider grote projecten en hoofd productie en later directeur van de vestiging Haarlem. In 1996 stapt hij over naar Ballast Nedam en wordt daar algemeen directeur Speciale Projecten. Daarnaast is hij voorzitter van de reiscommissie van Stichting Hoogbouw, de UAV, AMVAG en de sectie Groot van Bouwend Nederland. Sinds zijn pensionering in 2012 is hij directeur a.i. bij Heijmans en promotor van Buildbag, een bouwsysteem voor ontwikkelingslanden.
Door Anne Bodzinga
Anne Bodzinga (1947) – voormalige topman BPF Bouwinvest – interviewt voor PropertyNL een aantal grootheden uit de bouw- en vastgoedwereld. Hij doet dat op persoonlijke wijze tijdens een lunch met mensen die een belangrijke rol spelen of hebben gespeeld.
