[i]AMSTERDAM - Na een reeks van verkopen in Nederland ziet CBRE Global Investors nog steeds kansen voor nieuwe overnames. Dat zegt Pieter Hendrikse, directeur Europa, in een interview met PropertyEU.[/i]
AMSTERDAM - Na een reeks van verkopen in Nederland ziet CBRE Global Investors nog steeds kansen voor nieuwe overnames. Dat zegt Pieter Hendrikse, directeur Europa, in een interview met PropertyEU.
Door Judi Seebus
In juli heeft CBRE GI aan het Amerikaanse Lone Star voor meer dan € 380 mln een portefeuille verkocht van 32 kantoorgebouwen uit het Dutch Office Fund. In juni sloot CBRE GI een van de grootste woningdeals sinds de financiële crisis, door de verkoop van een woningportefeuille aan Round Hill Capital voor € 180 mln.
Ondanks de grote verkopen van de afgelopen maanden biedt het fonds nog steeds top-kwaliteit kantoren en toegang tot een interessante markt, zegt Hendrikse. ‘We hebben geen haast om te verkopen. Uiteindelijk willen we een portfolio van tenminste € 1–1,2 mrd hebben. Het gaat niet om de grootte, maar om de beste locaties, verhuurvooruitzichten en kwaliteit.’
Om nieuwe investeerders aan te trekken heeft CBRE GI de voorwaarden van haar kantorenfonds aangepast. Het fonds heeft nu in plaats van een RvC een adviesraad die alle aandeelhouders vertegenwoordigt, aldus Hendrikse. ‘De juridisch-fiscale structuur is vereenvoudigd.’
Hendrikse is verheugd over de groeiende aanwezigheid van buitenlandse spelers op de Nederlandse markt. ‘Nederland heeft al een professionele en volwassen vastgoedmarkt met goed management. Tot ongeveer 2005-2006 hadden Nederlandse institutionele beleggers het Nederlandse vastgoed nog in handen. Toen wilden onder andere pioniers als ING en PGGM het vastgoedmanagement uitbesteden. De meerderheid van de Nederlandse institutionele beleggers zijn nu verhuisd naar fondsen en andere indirecte eigendomsvormen. Sommige hiervan zullen verhuizen naar de andere – internationale – eigenaren. Dit is goed voor de Nederlandse markt.’
De groeiende rol van de internationale spelers zal de Nederlandse markt meer liquide maken, denkt Hendrikse. ‘De Nederlandse markt wordt zeer open en daar moeten we op voorbereid zijn. Het levert ook nieuwe business op, waarvan de huurders ook zullen profiteren.’
Buitenlandse beleggers moeten zich echter verdiepen in de lokale wetgeving en de marktontwikkelingen, met name op het gebied van stedelijke planning, voegt hij eraan toe. ‘Je moet blijven kijken naar wat er gaat gebeuren in de toekomst en hoe de dynamiek tussen huurders en verhuurders evolueert. We willen niet dat internationale investeerders gefrustreerd raken, hun panden verkopen en weer vertrekken.’