Beter label, hogere huur. Energiezuinige huurwoningen in de vrije sector realiseren een hogere huurprijs dan minder duurzame woningen. De huurprijsstijging varieert van +3,5% voor een A-label tot +12% voor een A++++-label.
Onzuinige energielabels kennen daarentegen een korting: -2,7% voor een C-label tot -12,3% voor een E-label. Sinds de energiecrisis van 2022 zijn de premies voor energiezuinige woningen toegenomen, vooral bij meergezinswoningen.
Deze conclusies trekken vastgoedonderzoekers Dewi Anakram, Martijn Dröes en Arthur Marquard in hun artikel ‘Split incentives, energielabels en woninghuren’ in het kwartaalblad Real Estate Research Quarterly van de Vereniging van Onroerendgoed Onderzoekers Nederland (VOGON).
Het onderzoek richt zich op huurtransacties in de vrije sector, omdat daar geen directe koppeling is tussen energielabel en huurprijs, zoals bij gereguleerde huurwoningen. De dataset omvat 105.573 huurtransacties tussen 2016 en 2023, afkomstig van zeven institutionele beleggers. Met een hedonisch prijsmodel is onderzocht hoe het energielabel de huurprijs beïnvloedt, waarbij is gecorrigeerd voor locatie, woningtype en andere kenmerken.
Grote plus, kleinere min
Sinds de energiecrisis van 2022 is de waarde van energiezuinige woningen verder gestegen, terwijl de kortingen op onzuinige woningen juist minder groot zijn geworden. Dit is een opvallende ontwikkeling, omdat werd verwacht dat de energiecrisis het belang van duurzaamheid verder zou versterken in zowel positieve als negatieve zin. Toch blijkt dat vooral de premies voor energiezuinige labels A+ en hoger zijn toegenomen, wat erop wijst dat beleggers en huurders meer waarde hechten aan energie-efficiëntie.
Uit het onderzoek blijkt verder dat het verduurzamen van een woning een indicatief investeringsbudget tussen de € 39.000 en € 48.000 kan rechtvaardigen bij een sprong van een E- naar een A-label. Dit sluit aan bij eerdere studies naar koopwoningen, waar soortgelijke waardestijgingen zijn waargenomen.
Ook indirecte voordelen
Tegelijkertijd tonen praktijkvoorbeelden aan dat de werkelijke verduurzamingskosten vaak hoger liggen dan de gekapitaliseerde huurprijsverschillen. Dit suggereert dat de rendabiliteit van verduurzaming niet alleen afhangt van hogere huurinkomsten, maar ook van indirecte voordelen zoals lagere onderhoudskosten en een hogere vastgoedwaarde.
De uitkomsten bieden beleggers en verhuurders die verduurzaming overwegen inzicht in de opbrengst daarvan. Verduurzaming kan niet alleen bijdragen aan klimaatdoelstellingen, maar ook financieel aantrekkelijk zijn door hogere huren en waardestijgingen. Wel blijkt dat gerealiseerde verduurzamingskosten vaak hoger liggen dan de gekapitaliseerde huurprijsverschillen. Dit suggereert dat naast directe huurstijgingen ook indirecte factoren zoals lagere onderhoudskosten en waardevermeerdering een rol spelen bij de businesscase voor verduurzaming.
Lees hier het complete artikel, dat gebaseerd is op de afstudeerscriptie van Dewi Anakram voor de MSRE-opleiding aan de Amsterdam School of Real Estate.