Vivienne Verkroost (32) was juridisch adviseur ruimtelijk bestuursrecht bij gemeente Den Haag, en is nu advocaat Vastgoed & Overheid bij Blenheim Advocaten.
Deze zomer ben je overgestapt naar Blenheim Advocaten. Wat ga je daar doen?
‘Ik ga vooral bedrijven bijstaan die iets hebben uit te vechten met de gemeente, bestuursrechtelijke zaken dus. Van terrasvergunningen en het sluiten van drugspanden tot omgevingsrechtelijke kwesties, zoals vergunningen voor bouwprojecten. Na mijn rechtenstudie in Rotterdam heb ik jaren bij het Rotterdamse kantoor Moree Gelderblom gewerkt. Daar behandelde ik voornamelijk zaken namens burgers. Interessant om nu een ander perspectief in te nemen.’
Hiervoor werkte je anderhalf jaar bij de gemeente Den Haag. Hoe kwam je daar terecht?
‘Na vijf jaar bij een advocatenkantoor vond ik het toen tijd voor iets anders. Ik had veel geprocedeerd tegen de overheid, nu wilde ik wel eens zien hoe het er aan de andere kant aan toeging. Van buitenaf zijn die bestuursorganen toch vrij ondoorzichtig. Ik had toen ook net een opleiding Omgevingsrecht gedaan en vond dat erg leuk.’
Waarom heb je nu toch weer voor een advocatenkantoor gekozen?
‘De overheid is een grote organisatie. Processen gaan langs veel schijven en daardoor verloopt het allemaal best traag. Daar had ik wel rekening mee gehouden, maar ik had gedacht dat ik als individu meer invloed zou hebben, dat mijn pragmatische mentaliteit daar verandering in kon brengen. Maar dat bleek lastig. Het voelde toch alsof mijn toegevoegde waarde beperkt was. In de advocatuur is de dynamiek heel anders. Het belang van de klant staat voorop, en je hebt de touwtjes zelf in handen. Dat past beter bij mij.’
Heb je wel iets gehad aan je Haagse ervaring?
‘Zeker, het was erg leerzaam om te zien hoe het bij een gemeente werkt. In processen denk je als advocaat soms: kom op, gemeente, waarom moet het allemaal zo moeilijk zijn? Nu ik weet wat er achter de schermen gebeurt, heb ik daar tot op zekere hoogte meer begrip voor.’
Hoe ben je Blenheim Advocaten eigenlijk op het spoor gekomen?
‘Ik was zelf niet op zoek, ik werd via LinkedIn benaderd door een recruiter. De open communicatie en het enthousiasme bij Blenheim spraken me meteen aan. Iedereen binnen de organisatie telt mee. Ik had niet alleen gesprekken met partners, maar ook met advocaat-stagiairs. Heel prettig vond ik dat.’
Ga je nu elke dag naar kantoor aan het Amsterdamse IJ?
‘Ik werk één dag per week thuis en ga vier dagen naar kantoor. Dat wordt ook gestimuleerd vanuit de werkgever. Heel begrijpelijk, ik vind het zelf ook prettig om op kantoor te zijn. Er is hier een open cultuur, je kunt makkelijk bij elkaar binnen lopen voor overleg. Wel moet ik reizen in een overvolle trein tussen Rotterdam en Amsterdam. Ik woon met mijn partner in Berkel en Rodenrijs, en verhuizen is niet echt een optie. Ik ben geboren en getogen in Rotterdam, mijn sociale leven speelt zich daar ook af.’
Wat zou je willen bijdragen aan de vastgoedsector?
‘In verschillende werkomgevingen heb ik ervaren dat procederen niet altijd het juiste middel is om je doel te bereiken. Zelf ben ik erg fan van een goed gesprek om partijen nader tot elkaar te brengen. Bij de gemeente nam ik weleens de moeite om een burger te bellen die een bezwaarschrift had ingediend. Wat meer uitleg of een luisterend oor was soms genoeg. In het bestuursrecht zie ik op dit punt nog ruimte voor verbetering. Het zou fijn zijn als partijen vaker met elkaar rond de tafel kunnen. Als het lukt om er onderling uit te komen, valt er zoveel te winnen.’
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 10, 25 oktober 2024