De Jonge gooit het spel van tafel

Er valt een verontrustend patroon te ontdekken in de jongste stappen die woonminister De Jonge wil zetten om de woningnood te verlichten. De minister begint met de sloop van de meest heilige huisjes en het helpt volgens adjunct-hoofdredacteur Robert Paling niet.

Het woonbeleid van De Jonge ging vooralsnog aan een groot deel van de Nederlanders voorbij. Een hele royale meerderheid woont immers naar tevredenheid in een woning van een corporatie of een eigen woning. Het beleid van De Jonge  beoogde vooralsnog om te komen tot meer betaalbare woningen, met name in de huursector, maar ook in het koopsegment. Bijbouwen dus en waar nodig woningen die nu te duur worden verhuurd binnen de bandbreedte betaalbaar brengen.

Dat gaat in zoverre nog om het aanpassen van de spelregels en daar zijn op dit moment legitieme redenen voor. Een fiks aantal woningzoekenden komt om dit moment niet aan zijn haar of trekken in het sociale huursegment en betaalbare koop is er, ondanks dat de prijzen al aan het dalen zijn nog nauwelijks. Tel daarbij de onophoudelijke forse instroom van migranten, statushouders en vluchtelingen en de huurprijsexcessen in de markt op en De Jonge heeft voldoende motief om iets te doen.

De meest recente stappen die de woonminister op de agenda heeft gezet om iets aan de wooncrisis te doen raken echter de fundamenten van niet alleen de woningmarkt maar ook onze rechtsstaat. Om speculatie met grond tegen te gaan wil hij het makkelijker maken voor gemeenten om tot onteigening over te gaan. Dat uitgerekend de branchevereniging van projectontwikkelaars Neprom zich gematigd positief toonde over dit voorstel doet toch wel de wenkbrauwen fronsen. Het lijkt op een vlucht naar voren waar de vereniging eerder nog moord en brand schreeuwde toen Tim Hofman in een televisieprogramma suggereerde dat dat ontwikkelaars grond bewust jarenlang braak laten liggen.

Het onteigenen van grond biedt misschien -nadat er weer jarenlang over is gesteggeld- op middellange termijn soelaas. Maar wat doet het met het vertrouwen van ontwikkelaars op de lange termijn als je weet dat wat je bezit niet per se helemaal van jou is?

Dat geldt in extremis voor het jongste plan van De Jonge. HIj wil gemeenten de vrijheid geven om in hun woonbeleid eigenaren te dwingen koopwoningen tot de NHG-grens -ook die van u en mij- verplicht aan te bieden aan mensen mensen met een lager of middeninkomen. Vadertje Staat, de facto de gemeente, bepaalt wel even aan wie u de woning waar u noest op heeft afbetaald en aan heeft geklust moet verkopen. Dat ruikt niet alleen naar herverdeling in de beste communistische tradities. Dat is het.

Waar D66 en VVD tot nu toe braaf meetekenden, gaat dit de (sociaal)liberalen te ver. Ze vinden het terecht een inbreuk op het eigendomsrecht en weten zich daarbij gesteund door BBB. Die hebben de laatste tijd wel vaker met dit bijltje gehakt gelet op de wens bij het Kabinet om boeren die teveel stikstof produceren uit te kopen.

Maar los van de principiële discussie in hoeverre eigendom nog eigendom is in ons land, speelt als bij zoveel elementen in het woonbeleid Van de Jonge de vraag: werkt het? Het lijkt opnieuw een retorische vraag. Het is hooguit een slot op de deur voor woningbeleggers die hun huurwoningen nog snel willen uitponden en daar een marktconforme prijs voor willen hebben. Maar het raakt vooral particuliere huishoudens die nu alles op alles zullen zetten om hun woningen alsnog boven de NHG-grens te houden, al is het maar met 1 euro.

Het zal de minister allemaal wel niet snel genoeg gaan, ook al zijn bijvoorbeeld de huizenprijzen al flink aan het dalen. Maar in plaats van dat hij opnieuw weer in zijn gereedschapskist rommelt,  doet hij wat wel meer mensen doen die niet tegen hun verlies kunnen: hij gooit het spel van tafel.

img
Adjunct-hoofdredacteur
Profiel