De huizenprijzen in ons land blijven dit jaar naar verwachting verder dalen, en komen gemiddeld 5,2 % lager uit dan in 2022. Ook de verkopen zakken weg, aldus RaboResearch in het laatste Kwartaalbericht Woningmarkt dat dinsdag is gepubliceerd.
Volgend jaar zal de Nederlandse woningmarkt naar verwachting enigszins stabiliseren. Dit komt vooral doordat de dalende prijzen en stijgende inkomens de betaalbaarheid van huizen vergroten.
Daling zet door
De Nederlandse huizenmarkt staat dit jaar in het teken van dalende prijzen en minder transacties. Ook in de tweede helft van 2023 zal de markt verder afkoelen, voorziet econoom Nic Vrieselaar van RaboResearch. ‘We verwachten dat prijzen dit jaar gemiddeld met 5,2% procent dalen ten opzichte van 2022. In ons vorige kwartaalbericht gingen we nog uit van een daling van de huizenprijzen met 4,2 procent.’ Dat komt volgens hem mede omdat het economische beeld iets negatiever is geworden.
Stabilisatie in 2024
De economen verwachten dat de koopwoningmarkt volgend jaar enigszins stabiliseert. Onder meer omdat het aanbod nog altijd beperkt is, en de vooruitzichten voor nieuwbouw somber zijn. Tegelijkertijd verbetert de betaalbaarheid van bestaande koopwoningen. Vrieselaar: ‘Door stijgende inkomens kunnen huizenkopers in 2024 weer ongeveer net zo veel lenen als voordat de rente begon te stijgen, terwijl de huizenprijzen juist zijn gedaald. Bovendien koelt de economie weliswaar wat af, maar we gaan ervan uit dat de werkloosheid laag blijft. De vraag naar koopwoningen blijft daarom naar verwachting relatief hoog.’ Wel benadrukt de econoom dat er duidelijke neerwaartse risico’s zijn, en dat een recessie of hogere rente niet valt uit te sluiten.
Woningverkopen zakken verder in
Behalve de huizenprijzen daalde ook het aantal verkochte huizen de laatste tijd flink. RaboResearch verwacht dat de doorstroming op de markt voor bestaande koophuizen verder inzakt door de dalende nieuwbouw, wat ook weer minder verkopen van bestaande huizen tot gevolg heeft. Hun verkoopverwachting hebben ze daarom neerwaarts bijgesteld naar 165.000 transacties voor zowel dit als volgend jaar. Opvallend is dat tot nu toe vooral 35-plussers de handdoek in de ring gooiden, terwijl jongvolwassenen nog relatief veel huizen kopen. Volgens Vrieselaar betekent dit niet automatisch dat het eigenwoningbezit onder twintigers en dertigers nu ook toeneemt: ‘Afgezet tegen het totale aantal 35-minners in Nederland kopen zij nu namelijk wel minder huizen dan afgelopen jaren, terwijl in de voorbije jaren al historisch weinig jongvolwassenen een huis kochten en het eigenwoningbezit onder twintigers en dertigers sterk daalde.’