Bedrijven zijn niet meer ozb gaan betalen dan burgers

Er bestaan afzonderlijke tarieven voor de onroerendezaakbelasting (ozb) voor bedrijven en woningen. Het ozb-tarief voor bedrijven is gestegen van 200% naar 618% van het ozb-tarief voor woningen.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 7, 5 juli 2024

Toch betekent dit niet dat ook de lasten voor bedrijven veel hoger zijn geworden. De WOZ-waarde, en daarmee de belastinggrondslag, van woningen is namelijk veel sneller gestegen. De ozb-lasten voor bedrijven en woningeigenaren zijn daardoor in gelijke mate gestegen.

De grondslag van de ozb is sinds 1995 de WOZ-waarde, die ieder jaar voor ieder belastingplichtig object opnieuw wordt bepaald. Een gemeente kan drie ozb-tarieven hanteren: voor eigenaren van woningen, voor eigenaren van niet-woningen en voor gebruikers van niet-woningen. Niet-woningen zijn vooral bedrijven, maar bijvoorbeeld ook maatschappelijke instellingen.

In de media verschijnen regelmatig berichten over financiële tekorten bij gemeenten. Verhogen van de ozb voor huishoudens leidt tot veel negatieve aandacht, maar de gemeentelijke bedrijfslasten zijn veel minder zichtbaar. Deze beperkte zichtbaarheid zou het aantrekkelijk kunnen maken voor gemeenten om de ozb voor bedrijven sterker te verhogen dan die voor woningen.

In 1998 is het ozb-tarief voor niet-woningen 200% van dat voor woningen, in 2024 is dat gestegen tot 618%. In de figuur is de verhouding tussen de ongecorrigeerde en gecorrigeerde tarieven weergegeven. Als we de tarieven corrigeren voor de WOZ-waarde dan is de verhouding tussen de twee tarieven nagenoeg gelijk gebleven: in 2024 is het tarief niet-woningen 199% van dat voor woningen. Er is dus geen sprake van een grootschalige lastenverschuiving van huishoudens naar bedrijven.

Dit artikel van Corine Hoeben (Coelho) is eerder verschenen op ESB.nu