De waarde van het winkelvastgoed daalde in de eerste drie kwartalen van 2021 met 7,4% in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar.
Dat blijkt uit de sectoranalyse van ABN Amro. De waardekrimp van winkelvastgoed volgt op een krimp van 5,7% in 2020. Naar verwachting wordt 2021 het derde opeenvolgende jaar van krimp worden. De noodzaak om door middel van transformaties winkels een andere bestemming te geven wordt alleen maar groter.
De waardedaling van winkelvastgoed geldt overigens niet voor supermarktvastgoed: dat heeft het de afgelopen jaren goed gegdaan. Het andere winkelvastgoed heeft vooral te lijden onder de toenemende onlineverkopen. In de eerste elf maanden van 2021 namen de onlinebestedingen met 45% toe in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar, terwijl pintransacties in de winkels met slechts 0,6% toenamen.
Die onlineverkopen zijn echter juist waardeverhogend voor de het logistieke vastgoed.
ABN Amro ziet over het algemeen gunstige vooruitzichten voor de vastgoedsector. De sector ontkomt niet aan de gevolgen van de coronacrisis, maar de lage werkloosheid maakt veel goed. Dit zorgt voor betere vooruitzichten voor de vraag naar kantoren en woningen. Naar verwachting stijgt de waarde van het totale Nederlandse vastgoed zowel in 2022 als in 2023 met 2,5%.
Kleinere kantoren blijven daardoor naar verwachting in trek, terwijl de meeste druk op de grotere kantoorlocaties zal komen. Wel blijft er onzekerheid over de mate van thuiswerken in de toekomst en de gevolgen daarvan op het kantorenvastgoed.
De minder hard oplopende werkloosheid zorgt er daarnaast voor dat de waarde van huurwoningen harder zal stijgen. Dit komt bovenop het feit dat het aanbod van huurwoningen door verschillende overheidsmaatregelen naar verwachting niet verder zal toenemen. Minder aanbod bij een hoge vraag zorgt voor stijgende prijzen. Vooral de opkoopbescherming die verschillende gemeenten willen invoeren, heeft tot gevolg dat de voorraad huurwoningen niet verder toeneemt. Uit onderzoek van De Volkskrant blijkt dat zelfs 130 gemeenten in Nederland onderzoeken of ze een vorm van opkoopbescherming gaan invoeren. Dit gebeurt dus zeker niet alleen in de grote steden. Kleinere gemeenten in de buurt van de grote steden zijn bang dat beleggers uitwijken naar hun gemeente en willen daarom ook een opkoopbescherming invoeren. Dit zal naar verwachting het aanbod van huurwoningen beperken en de waarde in zowel de grote steden als de kleinere plaatsen opdrijven.
