Amsterdam stelt prijs-eisen aan 80% van de nieuwbouw

Het Amsterdamse college wil dat bij gebiedsontwikkelingen 40% sociale huurwoningen worden, 40% middeldure huur- en koopwoningen en 20% dure huur- en koopwoningen (40–40–20). Dit staat in de Woonagenda 2025 die 20 juni is vastgesteld in het college van B&W.

Om 40–40–20-regeling te realiseren neemt de gemeente Amsterdam genoegen met lagere opbrengsten bij de gronduitgifte. Wethouder Laurens Ivens (Bouwen & Wonen): ‘Als we het aan de markt overlaten kunnen mensen met een laag- of middeninkomen straks niet meer in Amsterdam wonen. Met het huidige bouwtempo, en als de woningbouwcorporaties de verkoop van sociale huurwoning terugdringt, zorgt de 40–40–20-regeling dat er tot 2025 20.000 sociale huurwoningen bijkomen voor de lage inkomensgroepen.’

Sociale huur zijn woningen met een huur tot € 710,68 per maand, middeldure huur betreft huren vanaf € 711 tot € 971 met een gemiddelde van € 850. Naar voorwaarden en prijsniveaus voor nieuwe middeldure koopwoningen wordt later dit jaar in opdracht van de gemeente een onderzoek gedaan.

De 40–40–20-regeling zal in principe voor alle Amsterdamse gebieden gaan gelden.

Voorheen was er de eis dat in Amsterdam 30% sociale huur moest worden gebouwd, maar sinds de crisisjaren lag er voor geen enkel marktsegment meer een norm. Voor middeldure huurwoningen is recent het Actieplan Meer middeldure huur door de gemeenteraad vastgesteld. Dit actieplan gaat uit van de bouw van 1500 middeldure huurwoningen per jaar.

Het is de wens van de gemeente dat de corporaties hun verkopen limiteren, zeker in de gebieden waar het percentage sociale huur onder 35% ligt. De gemeente kan dit echter niet afdwingen, maar wil hier afspraken over maken na afloop van de huidige afspraken die tot en met 2019 lopen.

De corporaties, zo zegt de gemeente, hebben de verkoop van huurwoningen in de hele stad al wel gematigd: van 2000 per jaar naar 1200 per jaar. Vooral in de gebieden in de stad waar het aantal gereguleerde huurwoningen lager is dan gemiddeld, wordt de verkoop beperkt.

In 2015 was het aandeel gereguleerde huur in Amsterdam 57%. Volgens de gemeente is dat percentage ondertussen al gedaald als gevolg van de liberalisatie van de huurmarkt.

Voor de Woonagenda is de gemeente uitgegaan van de voorraad en de behoefte in 2025. Dan verwachten de gemeente juist dat er een tekort is aan sociale huur: er zal dan behoefte zijn aan 49% sociale huur en er is dan een voorraad van 39%.

Een huidig groot probleem is het scheefwonen: mensen die  zoveel verdienen dat ze meer dan sociale huur kunnen betalen, blijven een sociale huurwoning bezetten. Daardoor zijn er minder sociale huurwoningen beschikbaar voor de mensen die ervan afhankelijk zijn.

B&W zegt in te zetten op passend wonen, dus het voorkomen van scheefwonen. Er komt een onderzoek naar de uitvoerbaarheid van een huisvestingsvergunning voor middeldure huur. Verder wordt met de corporaties en de huurders bekeken of en op welke wijze flexibel huren of woonarrangementen ingezet kunnen worden.

Bovendien is de inzet jaarlijks minimaal 1500 middeldure huurwoningen laten bouwen. Daarvan zal 50% met voorrang worden aangeboden aan doorstromers uit de sociale huur – in de praktijk vaak scheefhuurders in de sociale huur.

De gemeenteraad besluit over de Woonagenda in de vergadering van 19 juli.