30 jaar woningmarkt: the only way is up

Wie in 1993 wilde wonen in de voormalige forensengemeente Westvoorne betaalde al de hoofdprijs. Anno 2030 is dat niet anders en zijn de prijzen 5x over de kop gegaan. Welbeschouwd is de Nederlandse woningmarkt waarover nu twijfel wordt gezaaid, er een op twee snelheden.

Woningbeleggers spreken redelijk massaal van donkere scenario's voor de woningmarkt. De bouw van nieuwe woningen wil, onder invloed van inflatie, prijsstijgingen en oplopende regeldruk maar niet echt op gang komen. Projecten worden on hold gezet of volledig gecandeld, de eerste ontwikkelaars dreigen al om te vallen en oh ja, in algemene zijn we economisch gezien ook nog lang niet boven Jan. Logisch dus dat beleggers even dus hun appetite voor Nederlandse woningen lijken te hebben verloren. 

Huurwoningen dan, want in het particuliere koopsegment gaan de prijzen nog altijd gestaag de hoogte in, de hogere rente en (straks) krappere leenruimte ten spijt. En – de vergelijking met het klimaat dringt zich op – afgezien van een enkele koude winter warmt de markt voor koopwongen al decennialang alleen maar op. 

RTV Rijnmond maakte op basis van cijfers van Calcasa een vergelijking tussen de gemiddelde huizenprijs voor koopwoningen in Groot Rotterdam in 1993 en nu. De duurste gemeente in de regio is de voormalige gemeente Westvoorne, met Oostvoorne als grootste kern. In 1993 voerde de populaire forensengemeente al de ranglijst aan met een gemiddelde huizenprijs van, omgerekend, € 119.000. Nu, 30 jaar later, is Westvoorne – nu onderdeel van de fusiegemeente Voorne aan Zee – nog steeds veruit het duurst. Alleen moet je nu gemiddeld € 586.000 meenemen om in van de kustdorpen te mogen wonen, bijna 5 keer zoveel als in 1993. 

Maar ook in de nabij gelegen grote stad Rotterdam is een enorm slag gemaakt, blijkt uit de Calcasacijfers. Deed een koopwoning in de Maasstad in 1993 slechts € 61.000, 30 jaar later en vele miljoenenappartementen erbij is gemiddelde woningprijs in de tweede stad van ons land meer dan verzesvoudigd. Wie er nu wil wonen, betaalt gemiddeld € 385.000. Met name koopwoningen in de wijken Oud Mathenesse, Bergpolder en Carnisse maakten een fikse waardestijging door. 

Baas boven baas: in Amsterdam was de waardestijging met een factor 7,3 in de afgelopen 3 decennia nog sterker. Van gemiddeld € 81.000 in 1993 naar € 588.000 nu voor wie in Amsterdam wil wonen. En de hele regio rondom de hoofstad profiteerde al die tijd tijd mee. Naast Amsterdam zagen ook Haarlem, Bloemendaal en Heemstede een prijsontwikkeling van meer dan 6,5 keer. Van de 300 Nederlande buurten met de grootste prijsstijgingen liggen er 251 in Amsterdam.

In weerwil van de demografische tendensen – krimpgemeenten in het bijzonder – is de waarde-explosie voor koopwoningen aan geen enkele Nederlandse gemeente voorbij gegaan. Zelfs in de Limburgse gemeente Simpelveld, waar de laagste prijsontwikkeling heeft plaatsgevonden, is de woningwaarde op dit moment nog altijd 4 keer zo hoog is als in 1993. 

Wie echt een lange adem heeft en zijn of haar geld in stenen steekt, lijkt op de langere termijn dus goed af. 

img
Adjunct-hoofdredacteur
Profiel