Woonparagraaf in hoofdlijnenakkoord biedt weinig verrassingen

Het nieuwe kabinet heeft in zijn hoofdlijnenakkoord genoeg aandacht voor wonen, maar borduurt vooral voort op de plannen van het vorige kabinet.    

‘Of het nou gaat om bestaanszekerheid, zorg of geld in de portemonnee, of het beschikbaar zijn van voldoende woningen, onze ambitie is groot,’ schrijven de vier partijen in hun nieuwe regeerakkoord. Toch krijgt woningbouw geen plaats onder de eerste ‘concrete stappen’, maar wel als punt 3 van de de ‘tien hoofdpunten’: ‘Wonen en volkshuisvesting, infrastructuur, openbaar vervoer en luchtvaart; elke regio telt’

Uitwerking

Het nieuwe kabinet wil structureel 100.000 woningen paar jaar bouwen, waarmee het het voornemen van het vorige kabinet voortzet. Ook in de uitwerking daarvan komen veel van dezelfde elementen terug: transformatie, optoppen, straatje erbij, gedogen dat recratiewoningen permanent worden bewoond, belasting op ongebruikte grond met een woonfunctie. Corporaties moeten meer gaan bouwen voor de lage middeenhuur en dat kan bereikt worden ‘door in de EU in te zetten op wijziging van de relevante regels’.

In de budgettaire bijlage bij het regeerakkoord staat daar € 1 miljard per jaar bij van 2025 tot en met 2029, tezamen dus € 5 mrd. Voor 'infra woningbouw' komt daar elk van die jaren nog € 500 mln bij.

Maximeren ozb

Ook wordt – opnieuw – door dit kabinet gestreefd naar het versnellen van procedures bij woningbouwplannen. De overheid wil afspraken maken met gemeenten over het maximeren van de ozb. Het kabinet zal maatregelen nemen om private huur, middenhuur en vrije huur aantrekkelijker te maken.

De fiscale positie van de eigen woning blijft hetzelfde, aan de hypotheekrenteaftrek wordt niet getornd, het eigenwoningforfait blijft ongewijzigd. Veel van de punten zijn nog niet verder uitgewerkt of worden onderzocht, zoals het recht van huurders van sociale woningen om hun woning te kopen.