Starters krijgen nieuw soort premie-A-woning

Het kabinet wil met een Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen de premie-A-woningen van weleer nieuw leven inblazen. Het is de bedoeling dat gemeenten en ontwikkelaars het potje mede gaan vullen. Het fonds, waarin € 40 miljoen wordt gestort, moet een koopwoning voor starters bereikbaar maken.

Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) schrijft in een brief aan de Kamer, dat de middelen uit het fonds ‘een nieuwe vorm van de indertijd succesvolle premie A-woningen moeten realiseren, zonder dat hierdoor de woningprijzen extra stijgen’. Voor de zomer informeert hij de Tweede Kamer over de nadere uitwerking van het plan.

Wel al duidelijk is, dat betrokken gemeentes en ontwikkelaars een financiële bijdrage moeten leveren aan het fonds. De Jonge: ‘Hierbij sluit ik graag aan bij de Actieagenda Wonen, waarin werd voorgesteld om de financiering van dit instrument gezamenlijk te dragen, met een evenredige bijdrage van de betrokken partijen. Zo kunnen we gezamenlijk voor meer koopstarters de toegang tot de woningmarkt te verbeteren.’

Prijsopdrijvend effect

De bedragen uit Nationaal Fonds Betaalbare Koopwoningen moeten terecht komen bij de groep starters die zonder ondersteuning nu geen enkele kans op de koopwoningmarkt heeft. Het kabinet wil zich dan ook richten op starters met een inkomen van maximaal anderhalf à twee maal modaal. De aan te kopen woning mag tot € 355.000 kosten en de bijdrage uit het fonds wordt op € 50.000 begrensd. Om een prijsopdrijvend effect van de regeling tegen te gaan, stelt De Jonge dat de noodzaak van de bijdrage vooraf grondig moet worden onderzocht.

Zorgvuldig proces

De minister wijst op het succes van de premiekoopwoningen uit de jaren ’70 en ’80 van de vorige eeuw. Hij wil er echter voor waken dat de regeling de markt verstoort. ‘Eerder onderzoek naar ervaringen met de premiekoopregelingen, heeft uitgewezen dat de premie-A-regeling is beëindigd omdat de vraag was of de substantiële premie, wel in verhouding stond tot de effectiviteit. Daarom wil ik een zorgvuldig proces doorlopen om te bepalen hoe deze middelen zo doelmatig en effectief mogelijk ingezet kunnen worden. Ik heb uw Kamer toegezegd om Stichting OpMaat te betrekken bij de totstandkoming van het fonds’, zo schrijft De Jonge aan de Tweede Kamer.

Verkoopinstrumenten

Naast het fonds, wil het kabinet ‘verkoopinstrumenten’ aan gemeenten gaan uitreiken. Met deze handreiking moeten gemeenten meer inzicht krijgen in de verschillende opties die zij hebben om starters een duwtje in de rug te geven. Voorbeelden van zulke verkoopoplossingen zijn KoopStart (kopen voor een verlaagde verkoopprijs) of Kopen naar Wens (formule die het kopen van een huis voor starters met een laag-/middeninkomen mogelijk kan maken).

Alle extra maatregelen komen bovenop de geplande bouw van 350.000 betaalbare koop- en middenhuurwoningen tot en met 2030, het toewijzen van betaalbare woningen aan mensen die daar het meest bij gebaat zijn en de regeling rondom de vrijstelling van overdrachtsbelasting starters tot 35 jaar sinds 2021.