Ymere wil goedkope huurwoning terug van huizenbezitter

Ymere probeert via de rechtbank een huurder uit te zetten die goedkoop woont en elders drie huizen bezit en verhuurt.

De bewoner in kwestie bezet sinds 2014 een corporatiewoning van Ymere voor € 495 per maand in Amsterdam-Oost. Ymere heeft wachtlijsten met huurders dus meent dat deze bewoner die woning niet meer nodig heeft.

‘Hij kan prima in één van zijn eigen huizen gaan wonen,’ aldus Ymere-advocaat Rogier Visser. ‘En dan kunnen wij zijn huurwoning verhuren aan iemand waarvoor die bedoeld is: een woningzoekende die al 13 jaar wacht op een betaalbaar huis.’

Freelance taaldocent

Voor hoeveel de man in kwestie zijn andere woningen verhuurt is onbekend, maar de Amsterdamse kennende zou dit om ettelijke duizenden euro’s kunnen gaan. Bij het tekenen van de huurovereenkomst in 2014 was er volgens Ymere geen vuiltje aan de lucht. Het inkomen van de freelance taaldocent paste in het profiel van een sociale huurder. Ook had hij nog geen vastgoed op zijn naam staan. Was dat wel het geval geweest dan was de huurovereenkomst niet getekend.

In 2016 kocht de man zijn eerste huis voor de verhuur, later volgden er nog twee. Het leverde hem op het hoogtepunt maandelijks duizenden euro’s huurinkomsten op, zo blijkt uit verklaringen van de man aan de gemeente Amsterdam. Recent verkocht hij één woning en bezit er nu nog twee.

Dakloos

‘Mijn cliënt doet niets wat verboden is’, zo betoogde zijn advocate. ‘In de huurovereenkomst staat niet dat het verboden is om huizen te bezitten en te verhuren. Bovendien, als de rechtbank het opzeggen van de huur toestaat, is mijn cliënt dakloos. Hij kan niet in één van zijn twee huizen wonen want die zijn verhuurd. Bovendien is de huur nodig om de hypotheek te betalen. En zijn inkomen is zo laag dat hij aan de eisen voor een sociale huurwoning voldoet.’

Aanvullende vragen van de rechtbank over zijn exacte financiële situatie boden geen helderheid. Zo kon de man geen schriftelijke huurovereenkomsten of andere financiële stukken ter onderbouwing van het betoog van zijn advocate overleggen.

‘Mijn cliënt verdient helemaal niks met de verhuur,’ beweerde de advocate. ‘Hij mag al blij zijn als hij quitte speelt. Hij beschouwt dit als pensioenvoorziening.’ De rechter stelde ook daar kritische vragen over. ‘U vertelt dat wel, maar kunt dat niet onderbouwen met bijvoorbeeld schriftelijke financiële stukken.’

De rechter doet uitspraak op 30 januari.

Laatste nieuws

Evenementen