De Duitse woningontwikkelaar Wilma overweegt een rentree op de Nederlandse markt. Dat zegt bestuursvoorzitter Frank Maas in een interview met Cobouw.
De Duitse woningontwikkelaar Wilma overweegt een rentree op de Nederlandse markt. Dat zegt bestuursvoorzitter Frank Maas in een interview met Cobouw.
Het bedrijf, qua productie de derde woningontwikkelaar in Duitsland, is voortgekomen uit de roemruchte bouwonderneming Wilma, die tot de eeuwwisseling actief was in Nederland. Halverwege de jaren '90 had Wilma een leidende positie in de woning- en vastgoedontwikkeling, met een omzet van 1,4 mrd gulden (€ 635 mln), waarvan 1,2 mrd gulden in Nederland. De familie Maas verkocht de onderneming in 1998 aan NBM Amstelland, dat op zijn beurt vlak daarna werd overgenomen door BAM. De naam Wilma verdween toen uit Nederland, maar de Duitse tak bleef wel in handen van de familie.
Wilma is alleen actief als ontwikkelaar en niet meer als bouwer. Frank Maas, kleinzoon van oprichter Harry Maas (samen met Henk Willemsen) staat sinds 2003 aan het roer. De omzet is nu ongeveer € 200 mln en de Duitse projectportefeuille heeft een waarde van € 1 mrd. Wilma is gespecialiseerd in het opkopen van binnenstedelijke gronden, waarop projecten van € 25 mln tot € 150 mln worden gerealiseerd.
Over de Nederlandse markt zegt Maas in Cobouw: 'Het land is redelijk transparant. Wel zijn de mogelijkheden om aan geld te komen moeilijk. Wij hebben het geluk dat wij zelf kunnen financieren.'
Hij denkt dat een rentree in Nederland onder de naam Wilma niet mogelijk is, maar volgens een woordvoerder van BAM zijn er geen belemmeringen, omdat de bouwonderneming deze naam al jaren niet meer gebruikt.
