Geen 900.000, maar 981.000 woningen zijn er in 2030 nodig om de woningtekorten op te vangen. Deze hogere groei komt voor meer dan de helft op het conto van extra bevolkingsgroei, die op haar beurt geheel wordt veroorzaakt door migratie.
Dit blijkt uit de Primos-prognose 2023 van ABF Research, die vandaag ook naar de Tweede Kamer is gestuurd. De prognose toont aan dat er per 1 januari 2031 110.000 meer huishoudens bij komen dan werd verwacht. Daarnaast spelen de zogenoemde huishoudverdunning en ouderen die langer thuis wonen een rol. Er zijn nu 45.000 meer woningen nodig dan in de regionale Woondeals zijn afgesproken en 81.000 meer dan in het programma Woningbouw. In 2022 zijn ruim 90.000 woningen toegevoegd, meer dan waar in het programma Woningbouw van was uitgegaan.
Demissionair minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) benadrukt dat Nederland zich op het gebied van woningbouw geen stilstand kan permitteren. “Met de gestegen rente in het afgelopen jaar is de tegenwind, die op tal van vlakken toch al ferm was, toegenomen. En uit de nieuwe cijfers blijkt de opgave nóg groter. Dit komt niet onverwacht, maar onderstreept wel de noodzaak om te zorgen dat het aantal woningen dat er bij komt harder stijgt dan het aantal mensen dat er bij komt. We zullen het woningtekort in moeten lopen. En dus moeten we met meer tempo en meer regie, meer betaalbare huizen bouwen.”
Hogere verwachte groei
Dat meer woningen nodig zijn dan in eerste instantie was voorspeld, komt voor het grootste deel (55%) door een hogere verwachte groei van de bevolking. Deze bevolkingsgroei wordt volledig veroorzaakt door migratie. Naast statushouders hebben ook arbeidsmigranten en buitenlandse studenten een woning nodig. In de brief naar de Tweede Kamer over de motie Pouw-Verwey en in reactie op de toezegging aan het lid Klaver, schrijft de minister te kijken naar de woonsituatie van migranten vanuit de diverse migratiemotieven.
De groei van het aantal huishoudens wordt daarnaast voor 20% veroorzaakt doordat ABF verwacht dat de afname van het aantal personen per woning (huishoudverdunning) sneller gaat dan eerder was aangenomen. Tenslotte wordt de extra groei voor 25% verklaard doordat dat ABF nu rekening houdt met een flink aantal ouderen dat langer thuis blijft wonen dan in de vorige prognose was aangenomen.
De Primos-prognose komt nu per 1 januari 2031 op 840.000 huishoudens, vorig jaar werden 730.000 huishoudens geraamd.
834.000 extra woningen
ABF Research verwacht voor de periode 2022 tot en met 2030, dat er 834.000 woningen extra zullen komen. Dat is meer dan vorig jaar, terwijl ABF nu uitgaat van een dip in de productie de komende twee jaar. ABF noemt daarbij gunstige beleidscondities zoals zekerheid over de rijksbijdrage aan de benodigde infrastructuur en de bestuurlijke afspraken over de woningbouwambities. Daarnaast constateren de onderzoekers ook een toename in de plancapaciteit.