Tijdelijke bewoner steekt handen uit de mouwen

Ook leegstandbeheerders merken dat er veel woningzoekenden zijn. De bewoner die wat extra’s wil doen voor de medemens heeft vaak de voorkeur.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 12, 17 december 2021
Special leegstandbeheer 2021

De economie draait nog steeds op volle toeren, en de vraag naar woonruimte is groter dan ooit. Wat merken leegstandbeheerders daarvan? Is er voor deze groep meer of minder activiteit op de woning- en vastgoedmarkt? ‘De duur van antikraakprojecten wordt gemiddeld korter en de omloopsnelheid hoger’, signaleert Totalus.

Grotere woonbehoefte
Uit reacties van marktpartijen blijkt in z’n algemeenheid vooral de grotere woonbehoefte een rol te spelen. Gapph, dat voor 70% in woningen zit, signaleert de behoefte aan maximale ontzorging bij de opdrachtgever, maar tevens gegarandeerde baten. ‘Bruikleen wordt steeds minder ingezet, en tijdelijke verhuur in verschillende vormen steeds vaker’, aldus Gapph. ‘Eigenaren willen meer baten en bewoners willen meer rechten. In dat geval is tijdelijke verhuur een perfecte, flexibele oplossing.’ In een situatie van bruikleen (‘antikraak’) betaalt een bewoner een buikleenvergoeding, wat in alle gevallen goedkoper is dan huur. Nadeel is dan wel dat de bewoner gemiddeld genomen een kortere opzegtermijn heeft.
HOD signaleert in andere bewoordingen dezelfde trend: ‘Een toename van het aantal objecten die tijdelijk worden verhuurd onder artikel 15 en 16 van de Leegstandswet door woningcorporaties.’ In situaties waarbij bijvoorbeeld renovatie in een wijk is gepland, kunnen woningen tijdelijk beschikbaar zijn voor verhuur. Dat is een uitkomst voor woningzoekenden én ook voor de buurt, die een meer bewoond karakter behoudt dan wanneer er links en rechts leegstaande panden zijn.

Tijdelijke huurovereenkomsten
Naast de bepalingen in de Leegstandswet is in juli 2016 ook de Wet doorstroming huurmarkt ingevoerd. Daarin is geregeld dat er tijdelijke huurovereenkomsten kunnen worden gesloten. Voor zelfstandige woonruimte geldt hierbij een periode van 2 jaar, en voor onzelfstandige woonruimte maximaal 5 jaar. De huurder heeft geen huurbescherming en zal na afloop van deze periode de woning moeten verlaten.
Woningzoekenden zijn er legio. ‘Het aantal mensen dat in de markt is voor tijdelijke/betaalbare woonruimte is geëxplodeerd’, laat Totalus weten. Ook VoorkomLeegstand merkt dat in zijn dagelijkse praktijk: ‘Vanwege de krapte op de huizenmarkt is er een toenemende vraag naar tijdelijke woonruimte, zowel door studenten als door stellen.’

Camerabewaking
Los van de wooncomponent van leegstandbeheer zien partijen meer trends. Zo is er meer vraag naar camerabewaking, omdat er een toename is te zien in diefstal van zowel bouwplaatsen als uit leegstaande panden, aldus VoorkomLeegstand. Kennelijk kwam het bedrijf hiermee zijn opdrachtgevers tegemoet, want ‘mede hierdoor zijn we het afgelopen jaar enorm gegroeid op dit gebied’.
Volgens HOD zijn opdrachtgevers zich bewust van de hoge energiekosten en de duurzaamheidsaspecten van panden, want ‘in bijvoorbeeld kantoren en bedrijfspanden focussen opdrachtgevers zich meer op energiebesparende maatregelen’.
In het algemeen hechten opdrachtgevers aan een goede verstandhouding met de leegstandbeheerder. Volgens De Vastgoedbeschermer zien opdrachtgevers ‘steeds vaker de toegevoegde van een goede leegstandsbeheerpartner ten tijde van de leegstand, waarbij kwaliteit, service en snelheid van grote invloed zijn’. Prettig voor beide partijen is dat de leegstandbeheerder meer en meer ‘een verlengstuk wordt van de opdrachtgever’ op het gebied van property management. ‘Daarbij zien wij ook dat de laatste jaren diverse start-ups die wij huisvesten, doorgroeien tot een reguliere huurder van onze opdrachtgevers.’

Sociale functie
Leegstandbeheerders Alvast, Gapph, Livable, Totalus en Villex proberen met hun bewoner–gebruikers een sociale functie aan het vastgoed toe te voegen. Met name in het woonsegment is sprake van een trend die zeer uiteenlopende vormen kan aannemen. Zelfs de themaboerderijen van Interveste kunnen bij deze trend worden gevoegd, al gaat het hier meer om de sociale band van de bewoners onderling.
In de regel gaat het erom dat gemengde groepen bewoners, sommige vast, sommige tijdelijk, elkaar helpen. Alvast heeft het programma Alvast voor Elkaar, waarbij actieve vrijwilligers zich een bepaald aantal uren voor bijvoorbeeld ouderen inzetten. Een coördinator leidt een en ander in goede banen. Zo had Alvast een seniorencomplex in Valkenswaard in beheer, waar jonge bewoners terecht konden tot een geplande renovatie definitief zou beginnen. Zij trokken op met de oudere, vaste bewoners.
Gapph Together streeft ook naar een band tussen vaste en tijdelijke bewoners door laatstgenoemde groep iets extra’s te laten doen voor de buurt. Dat gaat van het aanleggen van een gezamenlijke moestuin of een opruimdag in de buurt tot het organiseren van een feestelijke Pasen voor oudere bewoners van een verzorgingstehuis.

Buddy
In een concept van Livable wil een corporatie op middellange termijn enkele honderden appartementen slopen en herontwikkelen. De termijn van tijdelijke huur onder het regime van de leegstandwet heeft de corporatie benut en is voorbij. Om leegstand te voorkomen kiest de corporatie voor wonen via tijdelijk beheer en social return. Tijdelijke bewoners zetten zich in bij de bewonersorganisatie en helpen bij het organiseren van events en het geven van cursussen voor bewoners in de buurt. Ook treden ze op als ‘leesmaatje’ of als buddy voor kinderen. Bewoners zetten zich ook in bij zorginstellingen in de buurt en bij buddyprojecten voor ouderen die vaak alleen zijn.
Totalus zet zich in voor speciale doelgroepen, zoals arbeidsmigranten en expats. Deze woningzoekenden komen door de uitgebreide papierwinkel of taalbarrière vaak lastig in aanmerking voor aangeboden woningen. Totalus helpt ze hierbij door het proces te versimpelen en als een vraagbaak voor deze groepen klaar te staan. Daarnaast helpt Totalus gemeenten met het plaatsen van bewoners die op de urgentielijst staan voor een woning. ‘Wij nemen hiermee het contractuele werk en technisch onderhoud uit handen. Vooral panden die voorheen een maatschappelijke functie hadden, zoals zorginstellingen en verzorgingstehuizen, zijn uitermate geschikt om op deze manier een nieuwe maatschappelijke bijdrage te leveren aan mensen die doorgaans wat moeilijker aan een woning kunnen komen.’
Villex Vastgoedbescherming heeft inmiddels op twee plaatsen De Groene Woondiversiteit geïmplementeerd, in Leiden en Amsterdam. Het Stadsbouwhuis in Leiden biedt tijdelijke woon- en werkruimte voor ongeveer 95 personen. Ook hierbij staat diversiteit centraal: de woningen zijn bedoeld voor een mix aan doelgroepen, zoals studenten, spoedzoekers en starters op de woningmarkt. Villex wil werken, wonen en ontspanning combineren met groen. Zo komen er geveltuinen en moestuinen op de terrassen. Ook biedt het concept ruimte voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. In Amsterdam begon op de Hoogte Kadijk een soortgelijk concept. Een huismeester en diversity captains moeten zorgen voor een solide sociaal weefsel.

Streepje voor
Het bevorderen van de sociale cohesie zorgt dat de leegstandbeheerder zich onderscheidt, beloont actieve bewoners die zich daarvoor willen inzetten met huisvesting en biedt vaste bewoners wat extra’s. De volgende keer dat zich een opdracht voor leegstandbeheer voordoet, kan een leegstandbeheerder die zich ‘bewezen’ heeft net een streepje voor hebben.