Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, branchevereniging van ontwikkelaars Neprom, Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Vereniging van Grondbedrijven (VvG) hebben een handreiking uitgebracht over de omgang met het zogeheten Didam-arrest. Over het arrest bestaat veel onrust en onzekerheid in de branche.
De handreiking is geschreven door prof. dr. ir. A.G. (Arjan) Bregman van het Instituut voor Bouwrecht en gaat over de implementatie van het arrest Didam in het gemeentelijke grond(uitgifte)beleid bij gebiedsontwikkeling.
Lees ook: Didam-arrest niet met terugwerkende kracht
De uitspraak van de Hoge Raad in de zaak ‘Didam’ is bijna een jaar oud. De hoogste civiele rechter bepaalde toen dat overheden bij de verkoop van grond gelegenheid moet bieden aan mogelijke gegadigden om mee te dingen. Het arrest roept volgens de initiatiefnemers van het handvest nog steeds veel vragen op, zowel bij gemeenten als marktpartijen, wat niet helpt bij het op peil houden van de woningbouwproductie. De handreiking moet ondersteuning bieden bij de implementatie van “Didam” en omvat praktische stappenplannen voor zowel de selectieprocedure als een-op-een transacties.
Lees ook: Integrale gebiedsontwikkeling snijdt Didam de pas af
Jan Fokkema, directeur Neprom is blij met het document. ‘Het is heel waardevol dat de handreiking er nu ligt. Het biedt handvatten om integrale gebiedsontwikkeling zo voorspoedig mogelijk door te laten gaan, binnen de kaders van het Didam-arrest.’ Adrian Los, voorzitter VvG, voegt hieraan toe: ‘Voor gemeenten is het belangrijk dat de handreiking hen informatie geeft over het aanpassen van beleid over dit onderwerp. Zodat vooraf duidelijk is hoe gemeenten met relevante transacties omgaan.”