De corona-uitbraak heeft meer mensen richting online gedreven met grote gevolgen voor fysieke winkels.
Een derde van de mensen tussen de 50 en 80 jaar is van plan om ook na het virus blijvend meer via internet te kopen. Dit betekent minder publiek in de winkelstraten, waardoor in 2021 bijna één op de vijf winkels in middelgrote steden leeg komt te staan. Dit blijkt uit onderzoek van vastgoedadviseur Colliers International onder meer dan 2000 consumenten.
Voor het eerst online boodschappen gedaan
De afgelopen periode hebben volgens Colliers vier op de tien mensen meer via internet gekocht. Vooral kleding en schoenen (+13%), persoonlijke verzorging (+10%) en boeken en tijdschriften (+7%) waren in trek. Daarnaast hebben 260.000 huishoudens voor het eerst online boodschappen gedaan.
Deze sterke stijging wordt minder nu het winkelbezoek weer toeneemt. Toch is bijna 37% van de Nederlanders van plan om ook in de toekomst meer producten online te bestellen. Bij mensen ouder dan 50 is dat percentage niet veel anders. Chris Lanting, hoofd winkelverhuur bij Colliers: ‘Nu ook deze groep van koopgedrag verandert, heeft dat grote gevolgen voor de winkelstraten in ons land.’
Minder meters
Deze ontwikkeling leidt tot oplopende winkelleegstand. Vooral de modebranche is daarvan de dupe. Kleding en schoenen zijn nóg meer in webshops aangeschaft dan voor de coronacrisis, terwijl consumenten toen ook al graag hun garderobe online uitzochten.
‘Op basis van de verwachte omzetdaling in fysieke winkels is er ruim 100.000 m² minder ruimte nodig in de branche. Dit staat gelijk aan de oppervlakte van alle winkels in de Arnhemse binnenstad samen’, zegt Lanting. ‘Winkels die boeken en tijdschriften, huishoudelijke apparaten, elektronica en speelgoed verkopen, zitten ook te ruim in hun jasje. Daar is ongeveer 50.000 m² aan winkeloppervlak te veel van.’
Kaalslag
Winkeliers gaan hun locatiekeuze nog meer baseren op het aantal bezoekers, de regionale aantrekkingskracht en de omzet per vierkante meter die ze kunnen halen. Veel van hen gaan daarom de focus leggen op de zeventien grootste winkelsteden in het land. Van Amsterdam en Rotterdam tot Groningen en Maastricht.
De kaalslag vindt plaats in de laag daaronder. Het gaat om steden met een inwonersaantal tussen de 35.000 en 150.000 waar eigenlijk al te veel winkels zijn, zoals Heerlen, Rijswijk, Lelystad, Almelo en Den Helder. Op dit soort plekken is nu al een leegstand van gemiddeld bijna 17%. Nu vooral ouderen de weg naar online winkelen hebben gevonden, is de verwachting dat hier op korte termijn één op de vijf winkels leeg komt te staan.
Gemeenten aan zet
De groeiende leegstand vraagt om een structurele oplossing. Het gaat om het clusteren van winkels, het terugbrengen van functies die jaren geleden wegtrokken, zoals kleinschalige kantoren of publieke diensten of transformatie naar woningen.
‘Gezien de economische situatie zullen vastgoedbeleggers minder snel initiatief nemen. Gemeenten zijn aan zet en moeten de regie in handen nemen,’ zegt Lanting. ‘Dit is het moment om anticyclisch te investeren en toe te werken naar een aantrekkelijk, aangenaam, duurzaam en dus toekomstbestendig centrumgebied.’