De eerder aangekondigde Realisatiestimulans is definitief vastgesteld. Gemeenten ontvangen vanaf 2026 tot en met 2030 een bijdrage van € 7.000 per betaalbare woning.
Gemeenten ontvangen de bijdrage op basis van het aantal betaalbare woningen waarvan de bouw in het voorgaande jaar is gestart. De regeling draagt bij aan het realiseren van voldoende betaalbare woningen in de segmenten sociale huur, middenhuur en betaalbare koop. Voor de regeling is in totaal circa € 2,5 mrd beschikbaar.
Onderdeel van drie instrumenten
De overheid biedt gemeenten ook de Woningbouwimpuls (€ 120 mln, gericht op lagere inkomens) en het Gebiedsbudget (maximaal 50% van de onrendabele top op grootschalige woningbouw) als ondersteuning bij hun woningbouwopgave. Gemeenten kunnen de bijdrage van € 7.000 per woning naar eigen inzicht inzetten, bijvoorbeeld gebruiken voor investeringen in gebiedsontwikkeling, het opzetten van een fonds voor betaalbare woningbouw of het reserveren van de middelen voor toekomstige projecten.
Nu al tellen
Gemeenten kunnen de bijdrage aanvragen voor alle woningen die in 2025 in aanbouw gaan en binnen het betaalbare segment vallen, met uitzondering van projecten die eerder een bijdrage uit bijvoorbeeld de Woningbouwimpuls hebben ontvangen. 'Om straks een volledige registratie te kunnen aanleveren, is het belangrijk nu al te starten met het bijhouden van woningen waarvan de bouw in 2025 is gestart', tipt het ministerie van Volkshuisvesting. 'Dat betekent: controleren of woningen in het betaalbare segment vallen, de start bouw van betaalbare nieuwbouwwoningen registreren in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), nieuwe woningen die via transformatie ontstaan in beeld brengen en nagaan of projecten niet eerder een bijdrage van het Rijk uit een andere woningbouwregeling hebben ontvangen.'
