Rabo: Stikstofprobleem voor logistieke projecten het grootst

De grootste stikstofimpact is te verwachten bij de bouw van logistieke panden en bedrijfsruimtes. Dat denken de analisten van de Rabobank.

Bij nieuwbouw en uitbreiding van logistieke panden worden immers niet alleen de bouwactiviteiten kritisch bekeken. Ook de (extra) transportbewegingen en daarmee gepaard gaande stikstofuitstoot worden in beschouwing genomen bij het verstrekken van vergunningen.

De analisten hebben deze visie neergeschreven in hun Bouwupdate

De nieuwbouw van logistiek vastgoed staat volgens de onderzoekers bovendien steeds meer onder maatschappelijke druk door de opoffering van natuurlijk landschap. Ook wordt de impact van logistieke centra op de regionale economie vaak overschat. In het advies (X)XL Verdozing doet het College van Rijksadviseurs een oproep aan overheden om meer de regie te nemen om de snelle groei van distributiecentra in Nederland af te remmen en nieuwbouw alleen toe te staan op bestaande bedrijventerreinen. Voor de bouwsector liggen er dan ook vooral kansen om te bouwen op deze zogenaamde ‘brownfields’. Dit geldt zowel voor nieuwbouw, herontwikkeling als verduurzaming en renovatie.

20% minder vergunningen
Het aantal opgeleverde woningen ligt in de eerste tien maanden van 2019 8,6% hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. De Rabobank verwacht daarom dat het aantal opgeleverde nieuwbouwwoningen in 2019 de 70.000 overstijgt. Door de stikstofproblematiek voorzien we in 2020 een krimp van de woningbouwproductie. Dit zien we momenteel al terug in de vergunningverlening, die vooral vanaf juni sterk is teruggelopen. Deze terugloop vanaf juni is deels toe te wijzen aan de stikstofproblematiek (PAS). In de periode daarvoor speelden met name het tekort aan bouwlocaties en het capaciteitstekort aan specialisten bij gemeentes de vergunningafgifte parten. In de eerste negen maanden zijn hierdoor 20% minder bouwvergunningen afgegeven dan vorig jaar. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken rekende begin november een scenario voor waarbij de vergunningverlening in 2019 en 2020 kan teruglopen naar 47.000 woningen. Zover hoeft het in 2020 niet te komen als er spoedig een drempelwaarde wordt ingevoerd.

Het kabinet onderzoekt de mogelijkheden voor een drempelwaarde bij stikstof. Hierdoor kunnen woningbouwprojecten die niet of nauwelijks uitstoot veroorzaken van start, zonder een complexe vergunningsprocedure te doorlopen. De Raad van State heeft zich in een advies kritisch uitgelaten over een drempelwaarde. Een drempelwaarde zou per gebied moeten worden bezien, want de natuur is niet overal even gezond. Bovendien moeten er voorafgaand aan een drempelwaarde eerst concrete maatregelen worden genomen die de effecten van schadelijke uitstoot beperken. Een opsteker voor de bouw is de opmerking dat voor sectoren die weinig stikstof uitstoten, een drempelwaarde mogelijk zou moeten zijn. Het zal nog wel even duren voordat er een compleet en uitgewerkt pakket aan maatregelen ligt wat is goedgekeurd als wetgeving. Zonder drempelwaarde vragen vergunningen voorlopig extra handelingen wat woningbouwprojecten vertraagd.

Faillissementen
De afname van de vergunningverlening is slecht nieuws voor de toch al krappe woningmarkt. Het effect op de woningbouwproductie zal volgend jaar nog relatief beperkt zijn, aangezien deze projecten grotendeels al in aanbouw zijn of een onherroepelijke vergunning hebben. We verwachten dat het aantal opgeleverde woningen in 2020 afneemt tot circa 63.000. In 2021 valt de woningbouwproductie mogelijk verder terug tot 57.000 woningen. Het woningtekort neemt hierdoor toe en de druk op de bestaande woningvoorraad wordt vergroot.

De Rabobank staat kritisch tegenover de door de politiek op 13 november jl. geschetste oplossingsrichting voor de stikstof- en PFAS-problematiek. Dit zijn pas de eerste voorstellen van een breder pakket maatregelen, maar ze bieden nog onvoldoende handvatten om de vergunningafgifte en bouwproductie weer snel op het gewenste niveau te brengen. De bouwsector had al last van verschillende uitdagingen, zoals tekorten aan beschikbare bouwgrond en onvoldoende geschikt personeel. De uitdagingen van stikstof (de uitstoot van stikstofoxiden bij bouwactiviteiten) en PFAS (vervuilde grond) komen hier nu bovenop.

De stagnatie van de woningbouwproductie en de terugloop van de orderportefeuilles zorgen nu al voor problemen bij kleine bouwers zonder eigen ontwikkelportefeuille. Bedrijven die kwetsbaar uit de vorige crisis zijn gekomen, hebben vaker een beperkte orderportefeuille waarbij men van project naar project leeft. Het wegvallen van één of enkele projecten zorgt dan direct voor continuïteitsproblemen.