Overdrachtsbelasting voor beleggers: er kan nog meer bij

De overdrachtsbelasting gaat per 1 januari 2023 naar 10,1% voor beleggers in woningen en commercieel vastgoed. Dit blijkt uit de Voorjaarsnota van het kabinet Rutte IV.

De verhoging per 1 januari 2021 van de overdrachtsbelasting (OVB) voor woningbeleggers van 2 naar 8% veroorzaakte al een schok in een vastgoedland. Plotseling werden kleine beleggers, met vaak niet meer een dan een recreatiewoningen, maar ook de grote jongens werden geconfronteerd met een hoger tarief voor huizen die niet bestemd zijn om zelf in te wonen.

Eind vorig jaar, toen de inkt van het nieuwe regeerakkoord net droog was, werd duidelijk dat het nieuwe al een procentpunt bovenop die 8% zou gaan doen ‘om starters op de woningmarkt nog meer kansen te geven.’ Uit de voorjaarsnota blijkt dat het daar niet bij blijft. Het leidde in aanloop naar 2021 tot het nog snel naar voren halen van commerciële woningtransacties, waar starters juist nog even wachtten tot begin van dat jaar aangezien vanaf dat moment voor hen juist de vrijstelling van de OVB gold.  

In een poging om het huishoudboekje op orde te krijgen en wat te doen voor de mensen met de laagste inkomens gaat het tarief voor woningen die niet als hoofdverblijf gebruikt worden van 9 naar 10,1%. De tussentijdse extra plus levert de schatkist jaarlijks € 325 mln op.