In het derde kwartaal van 2024 hebben investeerders meer woningen verkocht dan zij aankochten, zo blijkt uit cijfers van het Kadaster. Het verschil tussen verkopen en aankopen wordt ook groter; er gingen meer woningen van huur naar koop dan andersom.
Vooral particuliere investeerders verkochten meer woningen aan eigenaar-bewoners dan dat ze van hen kochten. Investeerders verkochten in verhouding goedkopere woningen aan eigenaar-bewoners. Gemiddeld kostten deze € 378.000.
In het afgelopen kwartaal groeide het aantal verkopen sterker dan het aantal aankopen. Vergeleken met het 3e kwartaal van 2023 verkochten investeerders 57% meer woningen, en kochten ze 22% meer woningen. Sinds 2021 verkopen investeerders elk kwartaal meer woningen dan ze aankopen. Hierbij spelen de verhoogde overdrachtsbelasting, de veranderde rente, de box 3-regels en de invoering van de opkoopbescherming en de Wet betaalbare huur een rol.
Vooral grote bedrijfsmatige investeerders kochten minder woningen dan vorig kwartaal. Zij kochten in het derde kwartaal van 2024 minder dan in het kwartaal daar voor. In totaal kochten zij ongeveer 4.600 woningen. Dat zijn er zevenhonderd minder dan in het vorige kwartaal. Vooral grote bedrijfsmatige investeerders kochten minder. Ten opzichte van hetzelfde kwartaal een jaar geleden kochten investeerders juist meer woningen, een toename van achthonderd woningen. Vooral bedrijfsmatige investeerders kochten meer. Het aantal aankopen door particuliere investeerders blijft sinds het 2e kwartaal van 2023 vrij gelijk.
Vooral bedrijfsmatige investeerders verkochten meer vergeleken met vorig jaar. Investeerders verkochten in het derde kwartaal van 2024 meer dan in het vorige kwartaal. In totaal verkochten zij 12.200 woningen. Dat zijn ongeveer 250 woningen meer dan in het vorige kwartaal. Vergeleken met het vorige kwartaal verkochten particuliere investeerders 11% meer woningen. Die groei kwam vooral door kleine particuliere investeerders. Bedrijfsmatige investeerders verkochten juist 5% minder woningen vergeleken met het vorige kwartaal. Vergeleken met hetzelfde kwartaal een jaar eerder verkochten investeerders meer woningen, een toename van 4.400 woningen. Bedrijfsmatige investeerders verkochten 70% meer woningen vergeleken met vorig jaar. Particuliere investeerders verkochten 44% meer woningen.
Vier grootste steden
Het verschil tussen aan- en verkopen nam in de vier grootste steden (G4) verder toe. In Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag verkochten particuliere en bedrijfsmatige investeerders in het derde kwartaal van 2024 meer woningen dan zij kochten. Particuliere investeerders in de G4 verkochten ruim 1.700 woningen, en kochten minder dan driehonderd woningen. Bedrijfsmatige investeerders verkochten ook ruim 1.700 woningen, en kochten ongeveer 750 woningen. Waarschijnlijk speelt de in de G4 ingevoerde opkoopbescherming een belangrijke rol bij de afname van het aantal aankopen. Investeerders mogen door de opkoopbescherming bepaalde woningen niet meer kopen.
Meer woningen van investeerders gaan naar eigenaar-bewoners, dan andersom. Zowel particuliere als bedrijfsmatige investeerders verkochten steeds meer woningen aan eigenaar-bewoners, terwijl ze ongeveer evenveel woningen van hen kochten. Het verschil tussen het aantal aankopen en verkopen blijft daardoor toenemen. Particuliere investeerders verkochten in het 3e kwartaal van 2024 ruim 3.500 woningen aan eigenaar-bewoners. Zij kochten ongeveer 550 woningen van eigenaar-bewoners. Bedrijfsmatige investeerders verkochten bijna 2.000 woningen aan eigenaar-bewoners in het 3e kwartaal van 2024. Zij kochten ongeveer 480 woningen van eigenaar-bewoners.
Woningen voor koopstarters
De woningen die eigenaar-bewoners kochten van investeerders waren goedkoper dan de andere woningen die eigenaar-bewoners kochten op de gehele woningmarkt. Dit komt bijvoorbeeld doordat investeerders kleinere woningen of woningen met een minder goed energielabel verkochten. In het derde kwartaal van 2024 betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld € 378.000 voor een woning die ze kochten van een investeerder. Op de gehele woningmarkt betaalden eigenaar-bewoners gemiddeld ruim € 460.000 voor een woning. Ongeveer 64% van de woningen die investeerders verkochten aan eigenaar-bewoners ging naar een koopstarter. Zij betaalden hiervoor gemiddeld € 340.000.