Integrale centrumvisie levert Hengelo € 5 mln op

De binnenstad van Hengelo is enorm in ontwikkeling. De stad ontving hiervoor bijna € 5 mln uit de subsidieregeling ‘Impulsaanpak Winkelgebieden’.

Door Jorine de Soet

Tijdens de eerste openstellingsperiode van ‘Impulsaanpak Winkelgebieden’ in 2022 ontving Hengelo het hoogst toegekende bedrag tot nu toe in het kader van deze subsidiemaatregel: € 4,8 mln. De stad kreeg deze subsidie voor een goede en gedragen integrale visie op het centrum, waarbij veel winkelmeters plaatsmaken voor woningen. Dat gebeurt vooral in het zuidwestelijke deel van de binnenstad, grofweg tussen het Centraal Station en de Marktsteeg, die achter de Markt ligt.

Middelgrote stad

Met ruim 80.000 inwoners is Hengelo een middelgrote stad. Acht treinminuten daarvandaan ligt Enschede, met bijna tweemaal zoveel inwoners. In het verleden zijn er verschillende politieke pogingen gedaan om de steden ‘samen te voegen’, maar dat is tot op heden niet gelukt.

De geschiedenis van Hengelo gaat ver terug. 10.000 jaar geleden woonden hier al mensen. In het jaar 963 wordt de naam ‘Hengelo’ voor het eerst genoemd in een testament van de toenmalige bisschop van Keulen. Halverwege de 19e eeuw ontwikkelde Hengelo zich als textielstad, samen met Enschede, Almelo en Oldenzaal. Nog belangrijker was echter de machinebouw, die zich in Hengelo ontwikkelde en die hier wel een eeuw lang een grote rol speelde. Zo is deze stad de geboortestad van onder andere Stork. Charles Stork, wiens familie eerst in de textiel actief was geweest, startte hier in 1868 zijn eerste machinefabriek. Deze industriële achtergrond leverde Hengelo de naam ‘Metaalstad’ op. Mede door deze succesvolle industriële achtergrond was Hengelo toen een welvarende, zelfs chique stad.

Van deze rijke geschiedenis is in de hedendaagse binnenstad echter maar weinig terug te vinden. Hengelo werd tijdens de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd, waarbij de binnenstad voor een groot deel weggevaagd werd. Hierdoor is het een typische wederopbouwstad geworden, met veel monumentale wederopbouwpanden.

Zoals de meeste Nederlandse binnensteden ontwikkelde ook die van Hengelo zich na WOII in toenemende mate tot een redelijk monofunctioneel winkelgebied. De belangrijkste winkelstraat was de Enschedesestraat, met onder meer vestigingen van Hema en The Sting. De Nieuwstraat was ook een belangrijke winkelstraat, die het Centraal Station met het hart van de stad verbond.

Uitbreiding met De Brink

Begin jaren negentig van de vorige eeuw ontstond het idee om het kernwinkelgebied serieus uit te breiden, zoals dat toen trend was. ING Real Estate Development ontwikkelde het plan om vanaf het Centraal Station een tweede entree naar de binnenstad aan te leggen. Eigenlijk was het zelfs de bedoeling dat dit de eerste entree zou worden en de Nieuwstraat de tweede. Ten westen van de Nieuwstraat realiseerde deze ontwikkelaar tussen 1996 en 1999 een nieuwe overdekte winkelgalerij, waarvoor zij huurders als H&M, New Yorker en De Tuinen (nu Holland&Barrett) wist te contracteren. Aan de zijde van de Markt vestigde V&D zich met een kleine warenhuisformule. Het winkelcentrum kreeg de naam De Brink. Doel van ING was dat deze nieuwe winkelconcentratie als ‘van nature’ deel zou gaan uitmaken van het stedelijk weefsel.

Hoewel de aard en omvang van de trekkers het gebied heel aantrekkelijk maakten, bleef het grote succes echter uit. De toebedachte rol van eerste verbinding met het hart van de stad heeft het gebied niet echt gekregen, terwijl de rol van de Nieuwstraat wel aangetast raakte. De Brink of Brinkpassage is altijd een beetje blijven worstelen met haar positie in het centrum. Dat hing ook samen met de plek waar het winkelcentrum aansloot op de binnenstad. Dat was aan de Markt, in die tijd een kaal, kil en leeg plein, dat alleen bezoekers trok als de weekmarkt er stond. Ook de Marktstraat, die aan de zijde van De Brink op de Markt uitkwam, was al jaren geen succesvolle straat meer. Het was een wat gedateerde, teruglopende aanloopstraat met tussen de winkels ook wat vagere functies en leegstand.

Belang van actuele kennis

In die tijd wisten we nog niet wat we nu wel weten. Nieuwe binnenstedelijke ontwikkelingen moeten eigenlijk aan alle kanten aantakken op de bestaande functionele structuur; ze moeten zelf een bestemming zijn of een verbinding leggen tussen verschillende bestemmingen. ‘Aangeplakte’ nieuwe winkelgebieden zijn veel kwetsbaarder dan centrale nieuwe winkelgebieden, zeker als ze onvoldoende massa en onderscheidende kwaliteit hebben.

Wat bovendien niet hielp, was dat kort na de oplevering van De Brink in Hengelo, grote(re) ontwikkelingen in Enschede opgeleverd werden. In 2001/2002 werd het vernieuwde Van Heekplein opgeleverd met ook een (grotere) vestiging van V&D en vestigingen van de Bijenkorf en Holland Casino. In 2004 werd ook de Klanderij-Twentec opgeleverd, een bijzonder aantrekkelijke centrumontwikkeling van 20.000 m² met 54 winkels met een heel hoog afwerkingsniveau. Vrijwel alle landelijke trekkers waren hier terug te vinden. En dat op acht treinminuten afstand van de binnenstad van Hengelo.

Geen entiteit én crisis

Deze verschillende omstandigheden bevorderden het economisch functioneren van de binnenstad van Hengelo niet. En het ging nog verder achteruit als gevolg van de economische crisis tussen 2007 en 2014. Dat had ook invloed op de leefbaarheid en levendigheid. En hoewel ondernemers zagen dat het niet goed ging, gaf de gemeente begin deze eeuw niet thuis. Binnen het gemeentehuis leek men de urgentie van de situatie in de binnenstad niet te zien. De binnenstad was voor de gemeente geen entiteit op zich, en de gemeentelijke organisatie was er niet op ingericht. Er werd vanuit gemeentelijke sectorale verkokering naar de binnenstad gekeken; zo was er een afdeling die zich met het groen bezighield en een die zich met verkeer bezighield, maar niemand voelde zich verantwoordelijk voor de hele binnenstad. In die tijd stond het stadskantoor niet in de binnenstad. Dat hielp de gemeentelijke visie op dit gebied niet vooruit. De gemeente leek nog niet te beseffen dat de omstandigheden in de binnenstad afstralen op het imago van de hele stad.

‘We zitten op goud’

In 2008 maakte de gemeente wél plannen in samenwerking met ondernemers en inwoners. Dit leidde tot de burgervisie ‘Hengelo, we zitten op goud’. Dit bleek echter niet de beste tijd voor uitvoering van de visie. Het was crisis, er was geen geld en het had blijkbaar onvoldoende politieke prioriteit. De lokale ondernemers, verenigd in de Stichting Centrummanagement Hengelo (SCH), maakten wel lawaai, maar leken niet of onvoldoende gehoord te worden.

In 2015 namen ondernemers en eigenaren van onroerend goed het initiatief tot een uitgebreide analyse, die leidde tot een visie met een bijbehorend pakket aan maatregelen. De resultaten hiervan werden vastgelegd in het document ‘Toekomstbestendige binnenstad’, dat warm door de gemeente ontvangen werd. Helaas gebeurde er toen nog niet veel mee.

Daar kwam verandering in toen in 2017 de binnenstadspartners (Stichting Centrummanagement Hengelo, Stichting Vastgoed Hengelo en Hengelo Promotie) aan de noodrem trokken. Samen met de gemeente stelden ze een ‘Integraal actieplan voor een vitale binnenstad 2017–2021’ op. Dit plan bevatte een duidelijke visie en concrete voorstellen om de binnenstad toekomstgericht te versterken en een Hengelo’s karakter te geven.

De leegstand lag inmiddels rond de 23%. ‘Niemand wil in een dode stad wonen’, illustreerde Joop Nijenhuis, sinds 2017 programmamanager binnenstad, deze politieke omwenteling in denken.

Binnenstad als huiskamer

In 2018 trad een nieuw college aan, dat de noodzaak van ingrijpen onderschreef. Zij maakte € 20 mln vrij om de punten uit het actieplan te realiseren, zodat Hengelo weer een vitale binnenstad zou krijgen. Een vitale en goed bereikbare binnenstad stond ineens hoog op de politieke en gemeentelijke agenda.

Deze koerswijziging was bijzonder gunstig. Het gebied werd gezien als de huiskamer van de stad en kreeg de aandacht die bij die status hoort. Binnen de gemeente werd het actieplan omgezet in het ‘Programma Binnenstad’ en als een integraal programma georganiseerd, zodat er concreet handen en voeten gegeven kon worden aan de uitvoering van het actieplan. In 2020 kwam het ‘Handboek Aantrekkelijke binnenstad 2020’ uit, waarin de hele integrale visie op het centrum, het ‘Programma Binnenstad’ beschreven wordt. Het biedt een compleet overzicht van alle ambities en hoe deze gerealiseerd zijn of worden. Er is niet langer sprake van de verkokerde aanvliegroute uit het verleden.

Samenwerking

Sindsdien trekken de gemeente, Stichting Centrummanagement Hengelo, Stichting Hengelo Promotie en Stichting Vastgoed Hengelo samen op. Zij richten zich op een compacte binnenstad met een onderscheidend aanbod van kleine winkels, lokale boetiekjes, goede horeca, uitnodigende terrassen, mooie gevels, voldoende groen en water en een gezellige sfeer. Een binnenstad waar mensen graag komen, verblijven en terugkomen; een vitale binnenstad. De compacte binnenstad wordt gemarkeerd door drie torens: de toren van de Sint Lamertusbasiliek aan de Enschedesestraat, de Brinktoren aan het Marktplein en de toren van het stadhuis aan het Burgemeester Janseplein.

Het realiseren van het Programma Binnenstad is een complex proces. Er zijn veel verschillende belanghebbende partijen, die het niet altijd met elkaar eens zijn. Bovendien wordt echt de hele binnenstad aangepakt. Dat moet zorgvuldig en gefaseerd gebeuren. Ondertussen moet de binnenstad bereikbaar blijven en economisch gezond kunnen functioneren. Deze hele ingreep vraagt voortdurende zorgvuldige afwegingen in tijd en per plek. Zonder een innige samenwerking tussen de gemeente en de SCH zou de hele ingreep niet mogelijk zijn.

De gemeente heeft vier programmalijnen en zeven strategische keuzes geformuleerd (zie kader) en is hiermee vanaf 2018 aan de slag gegaan. In datzelfde jaar hebben alle partners gezamenlijk een website ingericht (www.hengelo.nu), waar zij al het nieuws over de binnenstad delen. Vooral het SCH was hierbij een drijvende kracht.

Enschedesestraat

Een van de eerste grote ingrepen was de herinrichting van de Enschedesestraat. De straat was stenig en kaal en voetgangers en fietsers zaten elkaar in de weg. Nu is de straat helemaal opnieuw ingericht met veel groen en conform het ‘shared space’ principe, waarbij de voetganger domineert en de fietser te gast is. Als gevolg van deze enorme opknapbeurt is een aantal lege panden weer gevuld. De Sint-Lambertusbasiliek, in de volksmond Lambertuskerk, werd voorheen geflankeerd door een van de lelijkste winkelcentra van Nederland, de Lambertushof, dat echt aan de kerk vastgemaakt was. De vervanging van dit centrum door een prachtige tuin verdient op zich al een prijs.

Stadhuis en Lange Wemen

Het stadskantoor is in 2020 naar de binnenstad verhuisd en verbonden met het stadhuis. Door een waar architectonisch hoogstandje communiceert dit kantoor qua vormgeving met het stadhuis en het Burgemeester Jansenplein. Het kantoor rondt aan de noordwest-zijde de binnenstad fraai af.

Met de komst van het stadskantoor kwam er ook meer leven in de binnenstad. Er werken 800 mensen en er komen jaarlijks zo’n 100.000 bezoekers naartoe: allemaal mensen die verleid kunnen worden tot een verblijf in de binnenstad of het doen van aankopen.

Naast het stadhuis wordt een nieuw woon–winkelgebied gerealiseerd, Lange Wemen, een grootschalig transformatieproject. Hier komt op maaiveld een plint voor daghoreca, met woningen erboven.

Thiemsbrug maakt plaats

Thiemsbrug, ook een lelijk winkelcentrum, is economisch een succes. Er zit een aantal (sub)trekkers als AH, Action, Blokker en Kruidvat. Met een grote parkeergarage is het precies wat veel consumenten willen: een functioneel winkelcentrum. 30 jaar geleden wilden velen het al slopen omdat het zo lelijk is, maar binnenkort gaat dit echt gebeuren. Het winkelcentrum wordt iets verplaatst naar de huidige parkeerplaats Kloosterhof. Hier komt een ondergrondse parkeergarage met een nieuw winkelcentrum en woningen erboven. Op de plek van het huidige Thiemsbrug ontstaat dan ruimte voor een nieuwe woonwijk. Zo wordt het aantal winkelmeters uiteindelijk verminderd en het aantal woningen sterk vergroot. Ook dit initiatief verdient een prijs!

Bomen op de Markt

Het lege, kille, kale Marktplein is op bijzondere wijze opnieuw ingericht. In eerste instantie had de gemeente de ondernemers in de binnenstad een heel belangrijke rol gegeven bij het maken van een nieuw ontwerp. Resultaat was een mooi plein met een groot gebouw als markthal. Toen het plan werd uitgewerkt, bleek dat veel inwoners toch geen nieuw gebouw wilden, maar juist veel meer groen. Via social media kwam er een enorme beweging van weerstand op gang. Een grote groep inwoners kwam, soms verkleed als boom, naar de markt om hun mening kenbaar te maken. Overal in de stad hingen posters aan de ramen, waaruit bleek dat men tegen het huidige ontwerp was. Daarop besefte de gemeente, dat – hoewel zij de ondernemers veel ruimte gegeven had – het participatieproces misschien toch niet zo geslaagd was. Daarop startte zij een co-creatieproces, waarbij inwoners en ondernemers invloed konden uitoefenen.

Naar een fysieke participatiebijeenkomst komen vaak veel bewoners en weinig ondernemers. Om dit te voorkomen werden alle ondernemers persoonlijk benaderd met een boodschap met de strekking: ‘Als je komt, kan en mag je meepraten, als je niet komt, is je beurt voorbij.’ Het ontwerp dat uit deze co-creatie kwam, bood plek aan groen, water, speelelementen, heel bijzondere verlichting en een grote pergola. De warenmarkt staat er tegenwoordig omheen, rug aan rug, zodat de verkoop plaatsvindt aan de zijde van de omliggende winkels. De omzet ligt zo’n 20–30% hoger. In de oude situatie was er onder andere rond de Markt veel leegstand, maar die is nu vrijwel allemaal weer ingevuld.

Voor deze prachtige totstandkoming won Hengelo terecht de prijs voor het ‘meest inspirerende binnenstadsproject 2023’ van het Platform Binnenstadsmanagement in de categorie ‘Samenwerking’.

Naast dit nieuwe fraaie Marktplein wordt de Markstraat getransformeerd naar woningen. Een groot deel is al gerealiseerd. De openbare ruimte krijgt vorm in overleg met de nieuwe gebruikers van de straat.

De Brink en het V&D-complex

De Brinkpassage staat zo goed als leeg. Holland & Barrett heeft er nog een winkel, evenals New Yorker. Ook zit er nog een opleidingswinkel van het ROC Twente, ‘Het Lokaal’. De passage oogt troosteloos. Daarom staan ook De Brink, het gebouw waar voorheen V&D gevestigd was en achterliggende gebouwen op de nominatie om getransformeerd te worden naar stedelijk wonen. Dit is een zeer omvangrijk project, waarmee heel veel winkelmeters uit de markt genomen worden. Er worden 150 woningen gerealiseerd. Op de begane grond aan de Brinkstraat is een deel geschikt voor bijvoorbeeld winkels, zorg of dienstverlening, met aan de achterzijde wellicht parkeren. Daarbij wordt ook de openbare ruimte grondig aangepakt. Voor deze grootschalige ingreep heeft de gemeente Hengelo de subsidie van Impulsaanpak Winkelgebieden gekregen. Het project heeft een grote onrendabele top, die voor een deel uit deze subsidie gefinancierd kan worden. Het gaat hier om een heel ingrijpende transformatie, waarbij gemeente en eigenaren van het onroerend goed de handen ineenslaan.

Ambities als leidraad

In dit artikel is maar een aantal van alle projecten in het centrum van Hengelo aan de orde gekomen. De gemeente heeft heel grote ambities met de binnenstad, die zorgvuldig zijn vastgelegd in het Handboek Aantrekkelijke Binnenstad. De gemeente realiseert deze ambities stap voor stap, samen met haar binnenstadspartners. Sommige delen in het centrum zijn al helemaal verfraaid en getransformeerd, andere gebieden hebben dat nog in het vooruitzicht. Over een aantal jaar is in het centrum vrijwel elke steen gelicht en elke plek aangepakt; een gevolg van een zeer innige samenwerking tussen de binnenstadspartners en de gemeente. Vooral de Stichting Centrummanagement speelt hierbij een belangrijke initiërende en actieve rol.

Hengelo laat zien dat een gedeelde ambitie, commitment en standvastigheid lonen.

Programmalijnen en strategische keuzes
Om het programma overzichtelijk te maken, heeft Hengelo gekozen voor vier programmalijnen:
1. Ondernemende binnenstad: bestaande ondernemers laten groeien en bloeien en nieuwe ondernemers en investeerders aantrekken
2. Bruisende binnenstad: meer belevingswaarde creëren voor de bewoners en bezoekers van de binnenstad
3. Bereikbare binnenstad: meer klantvriendelijke parkeeroplossingen en meer gemak voor ondernemers
4. Aantrekkelijke binnenstad: een aangename, aantrekkelijke, compacte binnenstad met weinig leegstand

Daarbij heeft de stad zeven strategische keuzes gemaakt:
1. Bezoekers en consument centraal
2. Compact en herkenbaar stadshart
3. Bruisende binnenstad
4. Bereikbare binnenstad
5. Groene en klimaatadaptieve binnenstad
6. Bevorderen ondernemerschap
7. Hengelo’s karakter benutten

Impulsaanpak Winkelgebieden
Impulsaanpak Winkelgebieden is een subsidieregeling van het Rijk waarvoor in totaal € 100 mln is vrijgemaakt. Deze helpt gemeenten hun binnenstedelijke winkelgebieden toekomstbestendig te maken. Centrumgebieden moeten weer aantrekkelijk en levendig worden.
Deze omvangrijke subsidiemaatregel geeft aan hoe belangrijk wij onze centrumgebieden vinden. Daarom besteedt Jorine de Soet eens in de twee maanden aandacht aan de aanpak van onze veranderende binnensteden. In maart en april besprak ze de subsidieregeling zelf; nu bezoekt ze steden om te kijken wat het effect van de subsidie is geweest, maar ook hoe centrumgebieden transformeren zonder gebruik te maken van deze subsidie. In juli en september waren Alkmaar en Ede aan de beurt.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 11, 22 november 2024