De gemiddelde vierkantemeterprijs van huurwoningen in de vrije sector is in het tweede kwartaal van 2021 met 2% gedaald ten opzichte van een jaar geleden.
Dit is het vierde kwartaal op rij waarin een landelijke procentuele prijsdaling werd gemeten. Nieuwe huurders betaalden € 16,37 per m² per maand, blijkt uit cijfers van woningplatform Pararius.
Prijsdalingen in G5-steden
In vier van de vijf grootste steden van Nederland daalde de gemiddelde huurprijs in het tweede kwartaal van 2021. Alleen in Utrecht bleven de huurprijzen gelijk aan vorig jaar. In Amsterdam dalen de prijzen al vier kwartalen op rij (sinds Q2 2020) en ook dit kwartaal was de prijsdaling hier procentueel gezien het hoogst van alle G5-steden. Nieuwe huurders betaalden 6,8% minder ten opzichte van een jaar geleden: € 21,53 per m² per maand.
In Rotterdam betaalden nieuwe huurders 4,6% minder dan een jaar geleden. Een huurwoning in de vrije sector kostte hier in het tweede kwartaal van 2021 gemiddeld € 15,58 per m². Ook in Eindhoven (€14,13) en Den Haag (€ 16,06) daalden de huurprijzen ten opzichte van vorig jaar. Nieuwe huurders betaalden respectievelijk 2,2 en 0,9% minder bij het betrekken van een huurwoning. In Utrecht bleven de huurprijzen gelijk aan het jaar ervoor, per m² kostte een vrije sector huurwoning € 17,81.
Middelgrote steden
In veel middelgrote steden werden eveneens prijsdalingen gemeten, maar er zijn ook middelgrote steden waar de huurprijzen nog wel stijgen. In Lelystad stegen de huurprijzen gemiddeld met 12,5% ten opzichte van vorig jaar. Het is voor het eerst dat de gemiddelde vierkantemeterprijs in Lelystad boven de € 14 uitkomt; nieuwe huurders betaalden € 14,26 per m² per maand. Ook in Almere stegen de prijzen en betaalden nieuwe huurders meer dan vorig jaar: € 14,55 per m² per maand (+7,9%). In Amersfoort steeg de huurprijs van een vrije sector huurwoning met 10,2% naar € 14,40 per m² per maand.
Jasper de Groot, directeur van Pararius: ‘Middelgrote steden die zich net buiten de Randstad bevinden zijn in trek. De huurprijzen zijn hier lager, maar de verbinding met grote steden als Amsterdam en Utrecht is goed. Huurders die niet bereid zijn om een hoge huurprijs in de Randstad te betalen, willen wel uitwijken naar omliggende steden. Door de toenemende vraag naar huurwoningen in steden als Amersfoort en Almere nemen de huurprijzen van woningen in de vrije sector hier nog toe.’
Alle oplevervormen in prijs gedaald
Pararius onderscheidt drie oplevervormen: kaal, gestoffeerd en gemeubileerd. In alle categorieën zijn de huurprijzen procentueel gezien gedaald ten opzichte van vorig jaar. Voor een gemeubileerde woning betaalden nieuwe huurders 6% minder dan een jaar geleden: € 18,13 per m² per maand. Vanzelfsprekend zijn gemeubileerde woningen het duurst om te huren. Kale woningen zijn het goedkoopst, nieuwe huurders betaalden per m² € 12,30 per maand. Dit is iets minder dan een jaar geleden, toen huurders € 12,45 per m² per maand betaalden (–1,2%).
Expatmarkt komt weer op gang
Volgens De Groot komt de expatmarkt weer op gang. ‘De Engelstalige versie van Pararius, pararius.com, werd in mei en juni van dit jaar vaker bezocht dan ooit en het aantal informatie- en bezichtigingsaanvragen is ten opzichte van vorig jaar bijna verdubbeld. Nog niet eerder werden er zoveel aanvragen verstuurd.’ Het is volgens De Groot nu nog te vroeg om te zeggen wat de terugkeer van expats betekent voor de huurprijzen in populaire expatsteden. ‘Dat effect zullen we waarschijnlijk de komende kwartalen gaan zien.’
Woningmarkt blijft oververhit
De Eerste Kamer stemde dinsdag 6 juli jl. in met een opkoopbescherming die gemeenten voor bepaalde gebieden kunnen invoeren, in de vorm van een verbod om woningen zonder vergunning te verhuren. Steden als Haarlem en Rotterdam zijn voornemens dit opkoopverbod volgend jaar al in te voeren. Volgens De Groot is dit onverstandig. ‘Veel potentiële starters zijn niet in staat om in te stappen op de koopwoningmarkt en derhalve aangewezen op de vrije sector. De woningmarkt is vanwege het grote woningtekort een interessante investering voor institutionele beleggers en particuliere verhuurders die in de vraag willen voorzien. Zij zijn bereid te investeren en kunnen daarmee het aantal middeldure huurwoningen in de vrije sector juíst vergroten.’