De plannen om Moerdijk op te heffen zijn klein bier in vergelijking met wat de gemeente Rotterdam eind jaren 60 met Voorne-Putten en Goeree-Overflakkee van plan was. Het gesneefde plan paste in de tijdgeest van het top down opleggen van ruimtelijke ontwikkelingen.
Wie 56 jaar na dato het kaartje ziet uit het Havenplan 2000+ uit 1969 ziet kan zijn ogen niet geloven. Dubbeleiland Voorne-Putten en een deel van de Hoeksche Waard zijn in de toekomstvisie van de gemeente Rotterdam vrijwel geheel veranderd in een havengebied met strakke havenarmen, metrolijnen en twee nieuwe vliegvelden: tussen Brielle en Rozenburg en één in de Hoeksche Waard. Het nieuwe havengebied moet inspelen op de tomeloze groei van de Rotterdamse haven tot wereldhaven nummer 1. Bovendien houden de beleidsmakers dan al rekening met een land dat in 2000 al 18 miljoen inwoners telt; mensen die ergens moeten wonen en werken.
Het megalomane plan komt tegen een fikse prijs voor de bestaande inwoners van Voorne-Putten, de Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee. Zo worden Spijkenisse en Hellevoetsluis, net aangewezen tot groeikernen, definitief bekneld in hun groei door de geplande havenactiviteiten en wordt er ook een streep gezet door de landbouw en natuur in het tot dan toe goeddeels landelijke gebied. Ook de bestaande inwoners van het dorpse Goeree-Overflakkee krijgen een dystopisch perspectief voor de kiezen. Het eiland moet ruimte gaan bieden aan het nieuwe Grevelingenstad, goed voor 500.000 inwoners.
"Discussiestuk"
Het plan lekt uit, wat leidt tot een enorme weerstand onder de bewoners van de Zuid-Hollandse eilanden. Toenmalige burgemeester Thomassen van Rotterdam probeert het protest nog te tussen door te stellen dat het Havenplan 2000 "slechts" een discussiestuk betrof, maar de verontwaardiging is dusdanig groot dat het plan snel in la wordt gestopt om er nooit meer uit te komen. Deels wordt alsnog voorzien in de ruimtebehoefte van de haven door de aanleg van de Maasvlakte in 1973. In de decennia daarna zal de Rotterdamse haven zich steeds meer westwaarts verplaatsen.
De aankondiging en afhandeling van het Havenplan 2000 past in de tijdgeest van de relatie tussen ruimtelijke ontwikkeling en vestiging van bedrijven aan de ene kant en de belangen van bewoners aan de andere kant. Van de hand van Crimson Historians and Urbanists verscheen eerder dit jaar een essay waarin de relatie tussen overheid en burger bij grote ruimtelijke ingrepen in historisch perspectief wordt geplaatst. Dit essay heeft bijdragen aan de strategie en een "tool" voor de provincie Zuid-Holland om bij ruimtelijke ingrepen van nimby's yimby's (yes in my backyard te maken).
Top-down
Terwijl er in de periode 1900–1940 überhaupt niet werd gepraat over omgevingsfactoren, was er vanaf 1940 tot 1970 er sprake van geplande groei. ‘Wonen, werken en vervoer werden zorgvuldig gepositioneerd, top-down en in het publieke belang’, zo vertelde Wouter Vanstiphout onlangs tijdens een speciale bijenkomst in het Zuid-Hollandse provinciehuis. ‘Individuele belangen werden even ondergeschikt gemaakt aan industrieontwikkeling. In die periode vond niet toevallig ook de invoering van de AOW plaats, waardoor ook ouderen zeker waren van een minimuminkomen. Er was sprake van een integrale belangenafweging.’ Die raakte volgens Vanstiphout in de decennia daarna een beetje uit beeld. In de jaren ’70 was er vooral protest tegen de industrie en werden wonen, werken en vervoer zoveel mogelijk uit elkaar gehouden.
Lees meer over hoe Zuid-Holland van nimby's yimby's wil maken in PNL 12. Deze uitgave verschijnt vrijdag 12 december.
