Rotterdam krijgt geen nieuw poppodium, maar er is wel subsidie beschikbaar voor popconcerten. Verantwoordelijk wethouder Adriaan Visser, voorheen directeur OBR en Platform31, zegt zich te gaan beraden op de langetermijnambities op het gebied van pop.
Rotterdam krijgt geen nieuw poppodium, maar er is wel subsidie beschikbaar voor popconcerten. Verantwoordelijk wethouder Adriaan Visser, voorheen directeur OBR en Platform31, zegt zich te gaan beraden op de langetermijnambities op het gebied van pop.
De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur (RRKC) heeft het college geadviseerd de procedure voor een nieuw poppodium stop te zetten. Het college van burgemeester en wethouders heeft het advies van het RRKC in zijn geheel overgenomen.
Afgelopen najaar deed de gemeente een oproep om met initiatieven te komen voor een nieuw poppodium. In de oproep stelde de gemeente het volgende: 'Een poppodium met een (boven)regionale uitstraling ontbreekt op dit moment in de bestaande infrastructuur. Rotterdam heeft nu geen continu aanbod van (inter)nationaal bekende bands en mist binnen de bestaande podiuminfrastructuur voor popmuziek een doorgroeimogelijkheid voor (lokale) bands.'
In december zijn elf plannen ingediend. Plannen met uiteenlopende ideeën over wat de stad nodig heeft en over de mogelijke culturele functie van een poppodium. De Rotterdamse Raad voor Kunst en Cultuur stelde vervolgens een speciale commissie samen om de plannen te beoordelen.
Inez Boogaarts, directeur RRKC: 'Uit de plannen spreekt een grote gedrevenheid om met popmuziek in Rotterdam aan de slag te gaan. Maar geen van de ingediende plannen scoort voldoende op de criteria en voorwaarden. Ze hebben onvoldoende kwaliteit en onvoldoende toegevoegde waarde om de gestelde doelen te realiseren.'
Op basis van het advies van de RRKC vindt het college het risico op tegenvallend programma en tegenvallende resultaten te groot. Daarom heeft het college besloten geen tweede fase in te gaan. Deze tweede fase was bedoeld om één of meerdere initiatiefnemers de ruimte te geven om hun plan verder uit te werken en om aanvullend onderzoek te doen.
Wethouder Visser (financiën, binnenstad, cultuur en sport): 'Ik heb veel waardering voor het getoonde initiatief en de energie in de sector. In aanloop naar het volgende Cultuurplan gaan we ons beraden op de langetermijnambities op het gebied van popmuziek. Daarbij nemen we uiteraard de aandachtspunten uit het advies van de RRKC mee. Er komt een vervolggesprek met de RRKC en ik wil nog van gedachten wisselen met de sector over de toekomst van pop, zoals we ook andere instellingen laten meewerken aan de uitgangspunten voor het nieuwe Cultuurplan.'
In de tussentijd wil het college een deel van het budget dat was gereserveerd voor het poppodium beschikbaar stellen voor eenmalige initiatieven binnen de popsector. Bovendien blijft het bedrag van
€ 250.000 uit het budget Podiumkunsten geoormerkt voor grotere popconcerten, dat wil zeggen voor concerten voor meer dan 500 bezoekers.