Domweg gelukkig op het platteland

Bewoners van het  platteland vinden de buurt waarin ze wonen gezelliger dan stedelingen. Dit meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) op basis van de Veiligheidsmonitor 2023.

In de Veiligheidsmonitor is aan ruim 180 duizend mensen van 15 jaar of ouder een aantal stellingen voorgelegd over de sociale samenhang in de eigen woonbuurt. Hierbij ging het over de gezelligheid in de buurt, en over de omgang met elkaar, zich thuis voelen bij mensen in de buurt, en het contact met buurtgenoten.

Gezellige buurt 

Over heel het land vindt 61 procent van alle 15-plussers dat ze in een gezellige buurt wonen waar mensen elkaar helpen. Mannen en vrouwen verschillen daarin niet van mening, ook leeftijd speelt hierin geen rol. In niet-stedelijke gemeenten vindt 72% van de bewoners dat ze in een gezellige buurt wonen waar mensen elkaar helpen, tegenover 52% van de inwoners in zeer sterk stedelijke gemeenten.

Ook over andere onderwerpen die te maken hebben met sociale samenhang in de buurt, zijn mensen in niet-stedelijke gemeenten gemiddeld vaker positief dan in stedelijke gemeenten. Zo kent men elkaar op het platteland beter, vindt men vaker dat er prettig met elkaar wordt omgegaan, voelen meer mensen zich thuis bij de mensen in hun buurt, is er meer contact met de buren, en durven ze eerder hun huissleutel af te geven.

Rotjeknorrig 

Inwoners van Friesland zijn het positiefst: daar is 68% het eens met deze stelling. Inwoners van Zuid-Holland zijn het met 56 procent het minst vaak hiermee eens. Rotterdammers zeggen minst vaak gezellig te wonen. Van de inwoners van de Maasstad vindt 46% dat ze in een gezellige buurt wonen waar men elkaar helpt. Ook in Amsterdam, Den Haag, Schiedam, Vlaardingen, Heerlen en Maastricht minder dan de helft van de inwoners het eens met deze stelling. 

In Land van Cuijk is de tevredenheid met de buurt met 75% het hoogst. Ook in de gemeenten Meierijstad, Westland, Hoeksche Waard en Súdwest-Fryslân vinden inwoners het bovengemiddeld gezellig wonen, daar is ongeveer 7 op de 10 inwoners het eens met deze stelling.