Didam raakt ook agrarische grond

Ook bij gunning -verpachting- van agrarische grond moeten gemeenten in principe het terrein aan meerdere partijen aanbieden. De gemeente Veendam had volgens de Rechtbank Noord-Nederland in een conflict met een boer in het buitengebied echter toezeggingen van voor het Didam-arrest moeten respecteren

De Hoge Raad heeft op 26 november 2021 een arrest gewezen dat inhoudt dat een overheidslichaam bij alle uitgifte van vastgoed alle gegadigden eerlijke kansen moet bieden en niet zonder meer zelf de partij van haar keuze mag bepalen. De gemeente Veendam beriep zich hier onder meer op in een conflict over een pachtovereenkomst met een agrarisch ondernemer.

Het draait in de kwestie om haat-liefde verhouding tussen de gemeente en een agrarisch ondernemer in het buitengebied in Veendam. Hij exploiteert een akkerbouwbedrijf met een mestvergistings- en warmtekrachtinstallatie voor het produceren van digestaat en elektriciteit. Vanaf 2005 beschikt hij hiervoor over een vergunning.

In de jaren daarna wordt de installatie uitgebreid wat leidt tot overlastklachten en gedoe over de eerder verstrekte vergunning en een nieuw  bestemmingsplan in de periode 2016 – 2019. In 2020 weten de gebrouilleerde partijen elkaar toch weer te vinden. De akkerbouw stemt in met aanpassingen aan zijn bedrijf die moeten zorgen voor een afname van de stankoverlast, in ruil daarvoor verleent de gemeente Veendam hem medio 2020 vervolgens een nieuwe pachtovereenkomst.

Stikstofklem

De verleende pachtovereenkomst is echter onder voorwaarde van de benodigde omgevingsvergunning voor de aanpassingen aan het bedrijf. Die vergunning wordt echter niet verleend omdat de akkerbouw niet over de benodigde stikstofrechten zou beschikken, een kwestie die op dat moment zeer actueel is geworden door de stikstofklem die vanuit Europa op Nederland is gelegd en acuut ruimtelijke plannen lamlegt.

In de tussentijd is de agrarisch ondernemer ook nog met een nieuw plan gekomen. Hij wil op de te pachten grond samen met een derde partij een zonnepark van 100 hectare ontwikkelen. In 2021 vraagt hij hier een omgevingsvergunning voor aan.

Om zijn plannen in gang te kunnen zetten, stapt de boer naar de rechter om de gemeente te dwingen de pachtovereenkomsten na te leven. Het was hem naar toegezegd dat hij de grond mocht gebruiken, van een harde uitruil met de aanpassingen aan zijn bedrijf was geen sprake en had bovendien in periode medio-eind 2020 onmogelijk kunnen voldoen aan de eisen voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning.

Didam-arrest

Volgens de gemeente gaat het wél slechts om een voorwaardelijke toezegging van een pachtovereenkomst, een beloning als de ondernemer daadwerkelijk wat zou doen aan de stankoverlast. Ook wijst de gemeente erop dat een deel van het geclaimde terrein inmiddels als verpacht is aan derden. Dat laatste is volgens de gemeente bovendien in lijn met het Didam-arrest, op grond waarvan verplicht zijn grond ook aan derden aan te bieden.

De pachtkamer van de rechtbank Noord-Nederland bevestigt op 10 januari 2023 in haar uitspraak dat het Gelijkheidsbeginsel uit het Didam-arrest ook van toepassing op pacht van agrarische grond. In dit geval was dat niet gebeurd en de gemeente stelt (als verweer tegen de vordering tot vastlegging van een pachtovereenkomst) dat de pachtovereenkomst om die reden nietig is.

De rechtbank stelt echter dat de pachtovereenkomst medio 2020 tot stand is gekomen, ruim voordat het Didam-arrest is gewezen. Onder die omstandigheden had de pachter er op mogen vertrouwen dat de gemeente haar verplichtingen uit hoofde van de pachtovereenkomst gestand zou doen.

Opgewekt vertrouwen

‘Het betreft dus een conflict tussen twee verschillende beginselen van behoorlijk bestuur’, vertelt Jurgen Vermeulen, advocaat bestuursrecht en vastgoed bij Ten Holter Noordam. ‘Enerzijds het uitgangspunt dat door de overheid opgewekt vertrouwen behoort te worden gehonoreerd, anderzijds het in het Didam-arrest uitgewerkte gelijkheidsbeginsel.’

De pachtkamer vindt in dit geval de belangen van de akkerbouwer zwaarder wegen en verplicht de gemeente de pachtovereenkomst alsnog na te leven.  

Vermeulen: ‘Mijns inziens een begrijpelijke uitspraak. Ik mis echter een wat meer fundamentele overweging over de vraag of schending van het gelijkheidsbeginsel bij het aangaan van een overeenkomst leidt of kan leiden tot nietigheid van de betreffende overeenkomst. De rechtbank zoekt het eigenlijk alleen in de omstandigheden van het geval, waaronder de totstandkoming van de overeenkomst ruim voor het Didam-arrest van de Hoge Raad.’

Laatste nieuws

Evenementen