Bij het overlijden van Dik Wessels, redder van Nederlands vastgoed

Onder grote belangstelling is in Rijssen Dik Wessels begraven. Een portret van de redder van Nederlands vastgoed met een bijzondere erfenis

Door Wabe van Enk
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 12, 22 december 2017

De normaliter publiciteitsschuwe Dik Wessels maakte voor PropertyNL twee keer een uitzondering om te vertellen over zijn ondernemerschap – eerst in een gesprek met zijn vriend Anne Bodzinga in 2008 en later op een bijeenkomst. Zijn financiële succes kende in Nederland na de oorlog zijn gelijke niet in het vastgoed, maar de tientallen miljarden jaaromzet leken Dik Wessels niet te veranderen. Alle belangen en geldstromen gleden van zijn schouders onder het motto: ‘Je kan maar één karbonade eten.’
Bij feiten toonde hij zich afhankelijk van de encyclopedische kennis van secretaresse Sini Wijnen. Dat bleef tot het laatst zo. Hij maakte in het bijzijn van oud-FGH-directeur Peter Keur een rondje over de Provada en dan fluisterde Sini bij de PropertyNL-stand alles in over het nieuwe initiatief Ventu. Hij was allesbehalve avers van de nieuwe digitale wereld: via Dik en ongetwijfeld Sini kwam snel een afspraak in Rijssen tot stand met schoonzoon Mark Bouwens.
Zo afhankelijk als hij was van Sini, zo onafhankelijk was hij in contact met zogenaamd grote bankiers, commissarissen of professoren. Hij prikte genadeloos door de geldzucht van Nina Brink heen, door de beperkte financiële kennis van Dries van Agt en door de zogenaamde klantgerichtheid van banken.
Wie was die man? Hoe kwam hij aan dat geweldige zakelijk inzicht? Waarom koppelde hij dat aan bescheidenheid voor zijn gebrek aan opleiding?

1. Jeugd in SGP-gezin
Dik Wessels kreeg veel, maar complexe bagage mee van thuis, een zwaar SGP-gezin waar zelfs zaterdagvoetbal uit den boze was. Dat gebrek aan jeugdvoetbal heeft Wessels later bij FC Twente ingehaald, maar ook dat deed hij niet tegen elke prijs.
Vader Wessels was een eigenwijze bouwondernemer. Hij boekte in zijn hoogtijdagen echter slechts een ton jaaromzet. De reden: hij deed uit geloofsovertuiging niet mee aan vooraanbestedingen. ‘Aannemers die dat niet deden werden toentertijd uitgesloten. Er was één opdrachtgever die zich er niets van aantrok en mij toch uitnodigde, samen met 25 andere aannemers die wel aan vooroverleg deden. Toen hij binnenkwam, stonden alle aannemers op. Zo dwongen ze de opdrachtgever eieren voor zijn geld kiezen. Ik was weggestuurd. Toen heb ik besloten: dat nooit meer’, zo vertelde Wessels.
Wessels maakte van de nood een deugd, kocht gronden en werd daarmee zelf opdrachtgever, een van de eerste ontwikkelende bouwers van Nederland. Wessels’ achtergrond op de bible belt werkte door in een haast pessimistische kijk op zaken, die hem echter geen windeieren legde. ‘Ik kijk nooit eerst wat ik kan verdienen, maar wat de kans is dat ik de investering kwijtraak.’

2. Met Van Agt wordt Wessels groot in het oosten
Door keihard weken – ‘overwerk levert dubbel rendement’ – en overnames groeide Wessels Rijssen begin jaren negentig uit tot een aannemer met ƒ 320 mln omzet. Hij liep daar niet mee te koop: dat deden de beursgenoteerde bouwers. Het enige waarmee hij zich toen in de kijker speelde, was met zijn commissaris: Dries van Agt. Die noemde zichzelf ‘de vlag op het schip’, maar Wessels zou later zeggen: ‘ongelooflijk dat je premier van Nederland bent geweest met zo weinig verstand van cijfers’.
 
3. De speurtocht naar een opvolger
Centraal thema in het leven van Wessels is de speurtocht naar partijen die hem wilden overnemen. Dat maakte hem anders dan andere Twentse aannemers, die altijd alles binnen de familie wilden houden. Dat kwam volgens Wessels doordat hij twee dochters kreeg, maar geen enkele zoon. ‘Mijn dochters zie ik geen bedrijf leiden, en dat ze leiding geven in de bouw zie ik al helemaal niet zitten’, aldus Wessels. Hij was dus altijd op zoek naar een opvolger, zodat zijn dochters een onbezorgde oude dag zouden hebben. Wessels liet in de jaren negentig een waardebepaling doen door een bank en toen hij tijdens een jachtpartij de prijs hoorde (ƒ 240 mln) was zijn antwoord: ‘Schiet me dan meteen in de kont’, of te wel: verpats het dan maar. Wessels ontdekte toen: waardebepaling en koop zijn verschillende dingen. Een koper meldde zich niet.

4. Wessels via IBB naar de beurs
In de jaren negentig zette Wessels een stap die hem in één klap in het centrum van de financiële wereld plaatste. Ik werkte destijds bij Het Financieele Dagblad en maakte samen met collega Jeroen Smit (later bekend van De Prooi) voor het eerst kennis met de voor buitenstaanders en helemaal voor journalisten zo stugge tukker. Via een ‘reversed take over’ – ‘ik had nog nooit van het woord gehoord’, aldus Wessels later – neemt hij de beursgenoteerde bouwer IBB Kondor over. Jeroen en ik dachten dat IBB aan het langste eind zou trekken en Wessels wel even zou inlijven. Niets was minder waar: Wessels werd de baas en de bestuursvoorzitter van IBB zocht binnen de kortste keren een goed heenkomen. Het eigenlijke probleem – de opvolging – loste Wessels daarmee echter niet op. Met Wessels aan het roer vloog bouwconcern Kondor Wessels naar een miljard jaaromzet. Een beursgenoteerde bouwer is veel makkelijker over te nemen dan een provinciaal familiebedrijf. Als baas van Kondor Wessels kreeg hij dan ook alle ceo’s van de grote concerns aan tafel. Maar in de gesprekken met al die onderhandelingsdelegaties raakte Wessels allerminst geïmponeerd. ‘Je hebt geen idee om wat voor details overnamedeals niet doorgingen. Het ging zelden over het opbouwen van een bedrijf. Nee, breekpunten waren de plekjes in het bestuur of de plaats van het hoofdkantoor.’

5. Wessels lijft Volker in
In plaats van overgenomen te worden, lukt het Wessels zelf het beursgenoteerde Volker Stevin over te nemen. Volker Stevin is dan met € 2,6 mrd omzet bijna tweeënhalf keer zo groot als het bedrijf van Wessels en de nummer twee van Nederland. Bij de overname let Wessels scherp op de details, zoals de naam. ‘Ik ging ervan uit dat in de loop der jaren aan het begin of aan het eind van de naam wel eens een naam zou sneuvelen’, zo schatte Wessels in. Hij kreeg gelijk: de verwijzing naar Simon Stevin is inmiddels verdwenen, en als er nu iets moet veranderen, dan is het zeker niet de naam Wessels.

6. Miljardair met WOL
In 2000 speelde Wessels niet alleen in de bouw een hoofdrol op de beurs, maar ook in de ict als aandeelhouder van World Online, WOL. De achtergrond was dat Wessels na de deal met IBB Kondor zijn eigen beleggingsmaatschappij Reggeborgh opzette, genoemd naar een beekje in Rijssen. Hij liet die maatschappij aanvankelijk leiden door zijn slimme schoonzoon Henry Holterman. Holterman bracht Wessels in contact met een van de meest kleurrijke ondernemers uit de ict, Nina Brink. Brink hoopte geld te kunnen binnenhalen en sprak met Wessels en Holterman af in hotel Van der Valk in Apeldoorn.
Wessels verhaalde: ‘Ze vertelde over telefonisch vergaderen met beeld, maar het werkte nog niet en volgens mij lukt het nog steeds niet. Het was een gek mens. Toch zei ik na afloop: Henry, dat kan best wat zijn.’ Uiteindelijk stopte Wessels als eerste € 70 mln in het Nina-verhaal. Daarna bracht Nina het in de dolle dwaze dagen naar de beurs en noteerde WOL meer dan € 10 mrd. In die gekte hielpen de oude waarden van thuis, zo zei Wessels. ‘Ik vertelde eens trots aan mijn vader dat ik op de beurs met € 250.000 had ingelegd en dat het nu € 6 mln waard was. Ik dacht echt dat ik verstand van beleggen had gekregen, maar mijn vader zei: ‘Waar praat je over? Je hebt het pas als het echt op de bank staat’. Hij had gelijk, want na een paar zwarte beursdagen was ik blij dat ik mijn inleg weer terug had. Dat voorbeeld schoot me door het hoofd bij World Online en dus besloot ik 5% van het pakket tijdens de beursintroductie te verkopen.’
Dat verkoopmoment bleek achteraf een gouden greep. De koers stortte na de introductie volledig in, Nina werd aan de kant gezet en het bedrijf werd overgenomen, maar niet nadat ABN Amro t.n.v. D. Wessels een bedrag had overgeschreven van € 1.235.680.000. Het bedrag was zo groot dat de systemen het niet aankonden en het bedrag handmatig op twee overschrijvingen werd geplaatst.

7. De last van het miljard
‘Na het geld van WOL kreeg ik een crash met mijn schoonzoon en stond ik er alleen voor. Ik moest eigenlijk beheerder worden, maar ik ben een pionier. In die tijd had ik het vreselijk druk. Ik zat in de raad van bestuur van Volker Wessels Stevin en met beleggingsbedrijf Reggeborgh had ik allemaal kleine bedrijven. Daar werd ik gek van. Ik heb toen veel bedrijven verkocht. In 2003 werd ik ook gek van de beurskoers van Volker Wessels Stevin. De intrinsieke waarde was € 21 en de koers maar € 18. Toen heb ik de situatie besproken met de banken, mijn commissaris Cor van Zadelhoff en ceo Herman Hazewinkel. Wij besloten het van de beurs te halen.’

8. Van de beurs af
Met behulp van NIBC als financier lukte het op het moment dat de beurs op zijn dieptepunt stond Volker Wessels van de beurs te halen. Het is een van de weinige keren in de Nederlandse ondernemingsgeschiedenis dat één lid van het management, want Wessels was bewust geen ceo, in zijn eentje een heel beursfonds kocht. Wessels werd dan wel weer eigenaar, maar zijn oude probleem bleef weer levensgroot: hij had nog geen opvolger. Hij wilde dat zijn jongere broer diens zoons klaarstoomde om een echt familiebedrijf neer te zetten. Dat plan werd wreed doorkruist doordat zijn broer kanker kreeg. Zijn overlijden greep Dik aan en maakte dat hij tijdens een jachtpartij een minderheidsbelang in VolkerWessels verkocht aan durfinvesteerder CVC, aangevoerd door ridder Rolly van Rappard. De risico’s waren dan tenminste weer wat gespreid met een kundige partij aan boord.

9. Wessels in glasvezel
Wessels bleef ondertussen steeds alert op nieuwe investeringsmogelijkheden. Zijn twintigjarige chauffeur adviseerde hem om te investeren in glasvezel. Het belang: het ‘verglazen’ van Nederland voor € 6 mrd. De chauffeur wist Wessels ervan te overtuigen dat mobiel internet geen vervanger was van glasvezel. Wessels begon voorzichtig met € 200 mln aan investeringen en verzilverde later met Reggefiber in drie tranches een bedrag van een klein miljard.

10. Successen in vastgoed
Los van die giga-winsten door diversificatie met WOL, in glasvezel en later ook in olie, heeft Wessels steeds een fijne neus gehouden voor vastgoed. Hij verkocht zijn Britse portefeuille op precies het goede tijdstip en is nog steeds succesvol in Duitsland, terwijl daar heel wat Nederlandse aannemers in een tranendal terecht kwamen. ‘Ik zie vooral veel in Berlijn, een hoofdstad zonder de prijzen van een hoofdstad’, zei hij een paar jaar terug, terwijl dat nog steeds actueel is. Maar hij hield de risico’s in het oog door op te trekken met Bouwinvest. Inmiddels bedraagt die gezamenlijke portefeuille circa € 1 mrd. Voor de overwinst had hij een bestemming: Canada.

11. Redder van bedrijven
In Nederland redde hij bedrijven zoals Midreth, Kroon Vastgoed en Heja, die in problemen waren gekomen. Hij hielp Delta van Coert Zachariasse de winter door en keek mee met de afwikkeling van Propertize. Maar een redder wilde Wessels zich niet noemen. Het bleven zakelijke afwegingen. Dat merkte Ger Visser van Eurocommerce, toen hij zich met krokodillentranen vervoegde in Rijssen. Dik trok de stekker uit Eurocommerce verkreeg zo het gigantische complex Diana en Vesta in Amsterdam Zuidoost. Hij ergerde zich intern ontzettend aan Visser, die zich een slecht verliezer toonde en allerlei persoonlijke details over zijn huwelijk in de openbaarheid bracht.

12. Bouwer aan de toekomst
Wessels liet ‘zijn’ bouwconcern VolkerWessels ook in crisistijd liet floreren. Toen de markt er in 2017 rijp voor was, maakte hij opnieuw een beursgang mee. Slim gaf hij niet een bouwer, maar bankier Jan de Ruiter de voorzittershamer. Het bouwbedrijf is een combinatie met tientallen middelgrote prima geleide bouwondernemingen met een relatief kleine holding. Nu is VolkerWessels de bouwer met de beste koers/winstverhouding op de beurs – beter dan BAM en Heijmans. Wessels bleef op de achtergrond aanwezig, ook al vertoefde hij op zijn Schotse landgoed. In de Schotse regen en mist noodde hij vrienden voor een stevige boom over het leven, maar ook mensen van wie hij vond dat ze iets te melden hadden. Hij selecteerde hun kennis voor zijn bedrijven. Toen hij twee jaar terug wegens ziekte veel zaken moest delegeren kon dat ook. Net zoals VolkerWessels wordt Reggeborgh professioneel gerund. Bij deze belegger geeft zijn schoonzoon Mark Bouwens de leiding. Wessels bleef tot het laatst op de hoogte van alle details, kon daar onder het genot van ‘een gebakken vissie’ of Bratwurst ook flink over zeuren, maar behield steeds een sociaal hart voor zijn hardwerkende mensen.