De bouw van nieuwe woningen zal de komende jaren teruglopen, ondanks het oplopende woningtekort. Dat leidt tot een woningtekort in grote steden in 2030.
Zowel de Nederlandse economie als de woningmarkt komen in rustiger vaarwater. Dit heeft gevolgen voor de bouwsector, die zal naar verwachting in 2019 en 2020 minder hard groeien. Dat blijkt uit het ABN Amro-rapport Stand van de Bouw.
Bouwondernemers blijven desondanks positief. Het ondernemersvertrouwen is hoog, maar is de afgelopen kwartalen niet verder gestegen. Het ondernemersvertrouwen in de bouw ligt nog een stuk hoger dan in Nederland als geheel.
Vooral woningtekort in grote steden
Niet overal zal er in 2030 sprake zijn van een woningtekort. Veel gemeenten in de randen van Nederland hebben in 2030 een woningoverschot. Het grootste woningoverschot zal in de gemeente Kerkrade ontstaan. Daar zijn dan 1454 woningen te veel. Daarna volgen de gemeentes Heerlen en Sluis. In grote delen van Nederland zal in 2030 sprake zijn van een woningtekort. Ook in delen van Groningen, Friesland, Limburg en Zeeland (krimpgebieden) ontstaat een woningtekort. Dit is meestal geconcentreerd rond de grotere steden (Groningen, Maastricht, Middelburg). Uiteindelijk zijn Friesland en Zeeland de enige provincies waar in 2030 sprake zal zijn van een woningoverschot. Alle andere provincies kennen als geheel een woningtekort. Opvallend is dat in de provincies Drenthe en Limburg, waar veel krimpgebieden zijn, het absolute woningtekort groter zal zijn dan in Flevoland, een provincie met een jonge bevolking en de aantrekkingskracht van de nabijheid van Amsterdam.
Minder bouw nieuwe woningen
De bouw van nieuwe woningen zal de komende jaren teruglopen, ondanks het oplopende woningtekort. Het aantal afgegeven vergunningen daalde in 2018 met 5,7%. Niet geheel toevallig worden de meeste woningen de komende tijd in de grote steden gebouwd, waar het woningtekort het grootst is. In 2018 werden de meeste vergunningen voor nieuwe woningen afgegeven in Den Haag en Amsterdam. In beide steden betreft het in meerderheid vergunningen voor nieuwe huurwoningen. Deze steden worden op de voet gevolgd door Utrecht, Groningen, Almere en Rotterdam. Ook in Noord-Brabant trekken de grote steden de kar. De meeste vergunningen zijn daar afgegeven in Breda, Eindhoven Tilburg en Den Bosch. In de twee zuidelijke provincies zijn in 2018 relatief weinig vergunningen afgegeven. Uitzondering is Maastricht, waar vooral vergunningen voor nieuwe koopwoningen zijn afgegeven. In Friesland en Drenthe zijn vooral veel vergunningen in Heerenveen en Assen afgegeven. Ook hier is de trend dus zichtbaar dat de grotere steden de meeste aantrekkingskracht hebben. Buiten de Randstad en de grote steden in de rest van het land is er een concentratie van woningbouw te zien in de regio Apeldoorn, Ede, Barneveld. Daar worden vooral koopwoningen gebouwd.
In de grote steden worden relatief veel nieuwe huurwoningen gebouwd. Daar worden meer vergunningen voor nieuwe huurwoningen dan voor koopwoningen afgegeven. Gemeentes proberen dus hun woningvoorraad zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de vraag. Uitzondering is Rotterdam, waar relatief weinig nieuwe huurwoningen worden gebouwd. Daarentegen zijn er nog veel gemeentes waar de komende tijd helemaal geen huurwoningen worden gebouwd, omdat daar geen vergunningen voor zijn afgegeven. Dit is het geval in de provincie Groningen, Zeeland en Limburg. De huurwoningen in deze provincies nog worden gebouwd staan meestal in de grotere steden. Afgezien van de grotere steden zijn dit ook gebieden waar minder jongeren naartoe verhuizen die vaker in een huurwoning gaan wonen.
Veel nieuwe hallen en loodsen
De investeringen in de utiliteitsbouw (nieuwbouw en renovatie) nemen de komende jaren toe. In 2018 steeg de waarde van de afgegeven vergunningen met 7,8% tot € 6,3 mrd. Het grootste deel van deze investeringen zal de komende jaren in het westen van Nederland worden uitgegeven en is ook een grote stijging van de investeringen te zien. Ook in het noorden van Nederland stijgen de investeringen, maar is het absolute bedrag een stuk lager. In het oosten en zuiden van Nederland nemen de investeringen af ten opzichte van 2017. Het grootste deel van de investeringen zullen de komende jaren worden gedaan in hallen en loodsen. Er is veel vraag naar nieuwe distributiecentra door de sterke stijging van online winkelen. Daarvoor worden nieuwe, volledig geautomatiseerde distributiecentra gebouwd. Het grootste deel zal gebouwd worden in het zuiden van Nederland, wat een aantal logistieke hubs kent.