In 2019 zijn er ongeveer 80.000 woningen gerealiseerd. Minister Ollengren toont zich daarmee tevreden: hiermee komt de woningbouw ruim boven de doelstelling van 75.000 uit.
Dat schrijft zij in een brief aan de Tweede Kamer als begeleiding bij het aan de Kamer toegestuurde rapport Staat van de Woningmarkt 2020.
In 2019 werden 71.500 nieuwbouwwoningen gerealiseerd, het hoogste aantal sinds de kredietcrisis. Naar schatting zijn daar nog ongeveer 10.000 woningen bijgekomen door transformatie van bestaande gebouwen naar woningen.
Tot aan de uitbraak van de coronacrisis lag de bouw volgens Ollengren goed op koers: in het eerste kwartaal van 2020 werden er 16.500 nieuwe woningen gerealiseerd, 10% meer dan in dezelfde periode vorig jaar. De orderportefeuille voor nieuwbouwprojecten is recent echter afgenomen. Als gevolg van de gedragsregels wordt de bouwsector nu geconfronteerd met minder vraag naar renovatie en onderhoud van woningen. Vanwege de daling in het aantal afgegeven bouwvergunningen verwachten het Economisch Instituut voor de Bouw1 en ABF Research in 2021 een terugval in de woningproductie.
Het woningtekort bedraagt in 2020 331.000 (4,2% van de woningvoorraad) en zal volgens de jongste huishoudensprognose – die nog dateert van voor de coronacrisis- mede door de terugval in de nieuwbouw tot 2025 verder oplopen. Om de oploop van het woningtekort om te buigen zullen in de periode 2020 tot 2030 845.000 woningen gebouwd moeten worden. Het
woningtekort in 2030 komt daarmee op 3,7%. Vanaf 2030 wordt een afname van het woningtekort tot 2% in 2035 verwacht.