De Overstap van Inge Kortekaas: ‘Bescheidenheid is een Nederlands dingetje’

Inge Kortekaas (43 jaar) was senior asset manager Woningfondsen bij Annexum en is daar nu manager Duurzaamheid & Innovatie.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 3, 22 maart 2024

In februari ben je gestart als duurzaamheids- en innovatiemanager, een nieuwe functie bij Annexum.
‘Klopt. Maar als ik een nieuw doel heb, ga ik er meteen voor. Eind vorig jaar ben ik al begonnen met de afronding van ons duurzaamheidsrapport. Ik combineerde even twee banen, maar kreeg er zoveel energie van. Annexum is al langer bezig met verduurzaming. Er liggen bijvoorbeeld al vijfduizend zonnepanelen op ons vastgoed. In mijn nieuwe leiderschapsrol focus ik op praktische haalbaarheid en meetbaarheid van duurzaamheidsdoelen. Dat zijn voor mij de toverwoorden.’

Wat deed je hiervoor?
‘Als asset manager was ik verantwoordelijk voor Annexums woningportefeuilles. Ik rapporteerde aan de beleggers en schakelde met partijen in het veld, zoals beheerders, makelaars en aannemers. Ook heb ik stappen gemaakt in innovatie. We hebben onder meer een sociaal platform voor onze huurders gelanceerd, voor onderhoudsaanvragen, maar ook ter versterking van het onderlinge contact. Zo kun je de buurman vragen om een plintje te komen vastzetten of voorstellen om samen het dakterras op te ruimen. Dat zorgt voor meer sociale cohesie en leefbaarheid van een gebouw, én voor lagere kosten voor huurders en eigenaar.’

Waarom de overstap naar deze nieuwe functie?
‘Van de combinatie van duurzaamheid en innovatie word ik heel enthousiast, ook op persoonlijk vlak. Ik heb een gezin met twee kinderen en wil bijdragen aan een gezonde planeet. Dat is voor mij geen kwestie van boxjes afvinken. Asset management voelde op het laatst wel een beetje zo. Ik had dat al zestien jaar gedaan, ook bij mijn andere werkgevers, zoals Heimstaden en Vivo Wonen voor Round Hill Capital. Met onze ceo Huib (Boissevain, red.) heb ik gekeken wat bij mij past. Annexum gaat de komende jaren groeien en ik ga helpen om de verduurzaming van nieuwe projecten snel van de grond te krijgen.’

Hebben investeerders en collega’s wel zin in die verduurzamingstrajecten?
‘Ik ben praktisch ingesteld. Ik ga niet eerst veertig post-its op de muur plakken en zestig meetings organiseren. Ik maak plannen en beleg een paar meetings waarbij ik de input van collega’s essentieel vind. Daarna is het: gaan met die banaan. Projecten moeten haalbaar zijn. Beleggers zitten er niet op te wachten dat wij bestaande woningen voor tonnen gaan verduurzamen. Simpele ingrepen kunnen al helpen, zoals bewoners met meer inzicht tot minder energieverbruik brengen.’

Ga je dagelijks naar de Zuidas?
‘Ik werk drie dagen op kantoor en twee halve dagen thuis. Het wekt niet om elkaar alleen via Teams in de ogen kijken. Pas als je elkaar ontmoet, krijg je echt een gevoel van wat mensen bezighoudt en kun je samen tot een hoger doel komen. Dus ja, ik vind het ontzettend belangrijk om vaak op kantoor te zijn.’

Je begon ooit bij een ingenieursbureau, heb je daarna bewust voor het vastgoed gekozen?
‘Ik koos destijds voor projectmanagement en rolde toen in het vastgoed. Altijd in combinatie met ICT, ik heb veel affiniteit met processen. Wat ik vroeger wilde worden? Regeltante. Mijn ouders hadden een levensmiddelenzaak, wij woonden daarboven. Ik hielp als kind veel mee en hield alles bij in boekjes. Sparen vond ik ook geweldig: alles opschrijven en toewerken naar een doel. Omdat mijn ouders het zo druk hadden, moest ik me vaak alleen redden. Doelen stellen gaf een soort veiligheid. Het heeft me krachtig gemaakt en zelfvertrouwen gegeven. Je moet in dit vak niet te bescheiden zijn.’

Is dat iets wat je jongere collega’s ook meegeeft?
‘Dat probeer ik wel, ja. Ik vind mensen vaak te bescheiden, volgens mij is dat een Nederlands dingetje. Laat je resultaten gewoon zien. Werk met doelen en vertel aan het eind van de maand in een paar zinnen wat je hebt bereikt. Hier raken we ook aan de S van ESG: inclusiviteit en diversiteit. Vrouwen zijn belangrijk voor het team. Zij hoeven echt geen stoere mannenrol aan te nemen, maar ik probeer ze wel te prikkelen: shine!’