Zomerserie: Bijzonder overnachten op Vuurtoreneiland

Wie in eigen land vakantie viert, kan in plaats van overnachten op een camping, in een hotel of in een standaard vakantiehuisje ook kiezen voor iets bijzonders, bijvoorbeeld een vuurtoren of een oude gevangenis. Na tien jaar renoveren en (een beetje) bouwen, kunnen dinergasten nu ook overnachten op Vuurtoreneiland in het Markermeer. ‘Als het had geregend, drupte het in het fort nog drie dagen na.’

Vuurtoreneiland is een eilandje in het Markermeer net uit de kust van de polder IJdoorn bij Durgerdam (gemeente Amsterdam). Wie op een zomerse avond na een diner op Vuurtoreneiland in de boot terug naar Amsterdam stapt, wordt gevolgd door het licht van de oude vuurtoren. Het knipperende signaal – beurtelings drie seconden aan en twee seconden uit – is in ere hersteld door eilandpachter Brian Boswijk. Twee jaar lang heeft hij bij Rijkswaterstaat hemel en aarde moeten bewegen, gesteund door eilandeigenaar Staatsbosbeheer. ‘We hebben net zo lang op de deur geklopt tot ze de vuurtoren aan ons wilden overdragen, met een eenmalige opknapbeurt als bruidsschat. Dat was wel nodig ook, de verf viel ervan af.’

Stelling van Amsterdam

Het was niet het enige bouwsel dat een grondige opknapbeurt vergde toen Boswijk ruim tien jaar geleden op Vuurtoreneiland arriveerde om er zijn horecaplan te realiseren. Als onderdeel van de Stelling van Amsterdam – Unesco-Werelderfgoed sinds 1996 – bevat het eiland een fort waarin ooit negentig manschappen waren gelegerd om de hoofdstad te beschermen tegen Pruisische invallen. Onderdeel van de ontwikkelopgave was de renovatie van dat gebouw met imposante stalen deuren, dat vanaf het water gezien schuilgaat onder een glooiend talud. ‘Alles was vreselijk verwaarloosd; er was in geen decennia onderhoud gepleegd. De bramen groeiden tot het dak en als het had geregend, drupte het in het fort nog drie dagen na’, aldus Boswijk.

Geen cent aan marketing

Boswijks idee was aanvankelijk om alleen in de zomer dinergasten te ontvangen, in het nieuw gebouwde, kasachtige restaurant. Gaandeweg besloot hij in de winter het fort als restaurant open te stellen. ‘Dat vond ik gezien de vele concurrentie in Amsterdam best spannend. Je komt toch in het donker met de boot aan en er is geen uitzicht vanuit het fort.’

Het was direct een succes. Met een dagelijks maximum van vijftig gasten, zitten zomer- en winterrestaurant volgens Boswijk elke dag vol. En dat geldt ook voor de zes kleine huisjes – ‘buitenkamers’ – waar eters kunnen overnachten, die in 2023 werden opgeleverd. ‘We hebben nooit een cent aan marketing uitgegeven. De gasten die vandaag blij de steiger aflopen, geven het door aan anderen die morgen komen.’ Bij wijze van spreken dan, want je moet zo’n drie maanden van tevoren reserveren voor een plekje op de boot die vanaf het Lloyd Hotel aan de Oostelijke Handelskade vertrekt naar het diner op het eiland.

Dertig jaar in erfpacht

Vuurtoreneiland is een bijzonder project voor horecaman Boswijk. Voorheen realiseerde hij tijdelijke horecaconcepten in industriële gebouwen in Amsterdam, zoals het hippe Club 11 in het Post CS-gebouw op het Oosterdokseiland en Club Trouw in de voormalige krantendrukkerij aan de Wibautstraat. ‘Als zulke panden van een ontwikkelaar of de gemeente tijdelijk beschikbaar kwamen, verzon ik concepten en rolde ik die van A tot Z uit. De budgetten waren natuurlijk beperkt; dat vroeg om creativiteit.’ Dit keer heeft de ondernemer zich vastgelegd voor dertig jaar: zo lang heeft hij het eiland in erfpacht.

Boswijk was direct geïnteresseerd toen Staatsbosbeheer in 2013 een prijsvraag uitschreef voor een nieuwe bestemming voor Vuurtoreneiland. Met een paar harde eisen: zo moest de toekomstige pachter het aanwezige vastgoed renoveren, het gebied toegankelijk maken voor het publiek, alle benodigdheden over het water vervoeren en zelfvoorzienend zijn in energie en riolering. ‘Het trok me meteen; het is zo’n bijzondere plek. Ik zeil veel en kwam er geregeld langs; ben ook wel eens aan wal gegaan om een kijkje te nemen.’

Uit zo’n driehonderd inzendingen werd het plan van Boswijk en zijn toenmalige compagnon Sander Overeinder geselecteerd. Een klein jaar later trok hij met zijn vrouw Ester Lahnstein en vier kinderen – de jongste was nog maar twee jaar oud – in de opgeknapte lichtwachterswoning. Die stamt uit de jaren vijftig. De vroegere woning is in de Tweede Wereldoorlog verwoest door de Duitse bezetter, die in het Buiten IJ een basis voor watervliegtuigen had.

Flexibel bouwteam

Onderdeel van de inschrijving bij Staatsbosbeheer was een gefaseerd ontwikkelplan. Boswijk ging van start met een tijdelijk huurcontract. Die periode was bedoeld om het aangepaste bestemmingsplan te realiseren, de renovatie te plannen en de financiering te regelen. Onderdeel waren subsidies, onder meer van de provincie Noord-Holland. Boswijk: ‘Financieel was het project onze eigen verantwoordelijkheid, maar Staatsbosbeheer heeft ons wel begeleid en ging ook mee naar de gemeente en de provincie. Dat heeft zeker geholpen.’

Zodra het bestemmingsplan in de zomer van 2015 rond was, ging het snel. Mede dankzij de provincie, die een Europese subsidie in het vooruitzicht stelde als de renovatie van het fort nog hetzelfde jaar van start ging. Op 1 oktober begon de verbouwing, inclusief de aanleg van eigen riolering en nieuwe elektra; op 1 mei 2016 was het fort klaar voor gebruik. ‘Waanzinnig snel’, aldus Boswijk.

Hij had geen aannemer kunnen vinden die het aandurfde het ingewikkelde project alleen aan te pakken, daarom verzamelde Boswijk een bouwteam van meerdere partijen. ‘Samen konden we tijdens de bouw de beste aanpak verzinnen. We hielden het proces heel open door de aannemers niet van tevoren vast te zetten op prijs en uitvoering. Tegenvallers heb je altijd, maar uiteindelijk is het allemaal gelukt binnen het voorgenomen budget en tijdsbestek. Heel mooi hoe dat ging.’

Eilandgevoel

Nu ook de piepkleine huisjes er staan, is het project klaar. Nou nee, werpt Boswijk tegen, er blijft altijd wel iets te op te knappen of te finetunen. Maar er wordt niet meer bij gebouwd, dat staat het bestemmingsplan niet toe. Met de huidige exploitatie kunnen restaurant en accommodatie zich bedruipen. En massale toeloop zou volgens Boswijk ook niet werken. ‘We willen het klein en speciaal houden; dat zou niet lukken als hier elke avond tweehonderd man aanmeert.’

Inmiddels heeft Boswijk een flink team opgebouwd. Zijn vrouw is als ‘moeder-overste’ van het restaurant verantwoordelijk voor de styling en ontvangst van de gasten. Jonathan Petri, die de horeca runt, is sinds vorig jaar mede-eigenaar. ‘Ik ben meer van de nieuwe plannen, ontwikkeling en financiering, dus mijn rol begint wat kleiner te worden’, aldus Boswijk.

Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 7, 11 juli 2025

 

img
free lance journaliste PropertyNL
Profiel