Dit voorjaar heb ik de Jakobsroute gelopen: 800 kilometer in 28 dagen, van de Franse Pyreneeën tot – uiteraard – Santiago de Compostella.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 7/8, 26 augustus 2022
Ik deed dat niet omdat ik op zoek was naar de betekenis van het leven, een hogere macht of het antwoord op een of meer existentiële vragen. Ik deed dat simpelweg omdat ik even wilde ontsnappen aan het drukke Randstedelijke bestaan, mijn dagelijkse beslommeringen en het vaak hectische werk. En dat is absoluut gelukt – ik heb me zelden zo zorgeloos gevoeld met zo weinig luxe en geringe bepakking. Vanaf dag een zat ik in een uitermate rustgevende routine van wandelen, douchen, eten en slapen. En hoewel ik mijn reis alleen begon, had ik binnen de kortste tijd warmhartig contact met mijn medepelgrims. De gesprekken die ik had waren vaak erg persoonlijk en gingen veelal over verlies, verdriet, angsten en tekortkomingen – maar ook over doorzettingsvermogen en vertrouwen in het goede.
Af en toe werd ook geïnformeerd naar mijn professie. Zodra ik vertelde dat ik werk als belastingadviseur voor zakelijke klanten in de vastgoedbranche, kwamen vaak kritische vragen over de ethische kant van mijn beroep. Het was niet de eerste keer dat wordt verondersteld dat mijn job eruit bestaat klanten te leiden naar een voor hen zo gunstig mogelijk belastingparadijs. De belastingadviseur als reisleider. Hoe exotischer de bestemming, hoe beter.
Ik moest de avontuurlijke reisideeën van mijn reisgezellen dan temperen en legde uit dat cliënten een beroep op mij doen om sober uitleg te geven van de wet, die niet altijd even helder en vaak zelfs multi-interpretabel is. Als voorbeeld noemde ik de afbakening van vastgoedobjecten. Ik vertelde dat discussies tot op het hoogste rechtelijke niveau worden gevoerd over de vraag in hoeverre een stuk land bij een gebouw hoort. Of onder welke omstandigheden een unit in bedrijfsverzamelcomplex als afzonderlijk vastgoedobject wordt aangemerkt. Men kon zich niet voorstellen dat over zulke concrete situaties geen duidelijkheid bestond. En ik eerlijk gezegd ook niet.
Natuurlijk, aan de ene kant is het prettig dat ik voor cliënten het voor hen meest gunstige standpunt kan bepleiten. Maar om nu voor iedere situatie naar de rechter te moeten gaan, is niet wenselijk. En vaak valt voor beide kanten iets te zeggen, getuige ook de afwijkende meningen van concullega’s, hoogleraren belastingrecht en de verschillende rechtelijke instanties. De uitkomst van rechtelijke procedures is dus uiterst onzeker, terwijl het verschil tussen 21% en 8% aanzienlijk is – en vaak het verschil tussen winst en verlies. Ontwikkelaars en andere vastgoedondernemers moeten op voorhand kunnen weten waar ze aan toe zijn qua belastingdruk, willen ze een weloverwogen investeringsbeslissing kunnen nemen. Maar rulings worden niet meer afgegeven, zolang over vrijwel alle belangrijke vastgoedbegrippen vragen voorliggen aan de Hoge Raad. En het staat niet vast dat de Hoge Raad de gewenste duidelijkheid gaat bieden, niet alleen over de objectafbakening, maar ook over de termen ‘bouwterrein’ en ‘vernieuwbouw’ en de reikwijdte van het regime van de ‘overdracht van onderneming’. Volgens mij is de staatssecretaris van Financiën aan zet om spoedig met een geüpdatete versie te komen van het vastgoed verzamelbesluit (dat al stamt uit 2013!) – met daarin concrete criteria die rechtszekerheid bieden. Dan kan de vastgoedontwikkeling, zoals pelgrims elkaar aanmoedigden: ultreia et suseia (vooruit en hogerop)!
Etienne Cox is vastgoedfiscalist bij CMS