De nieuwe Omgevingswet loopt opnieuw vertraging op. Volgens jurist Eric Meijer van de Johan van Oldenbarnevelt (JVO) Academie is dat niet per se nadelig voor bouwers en ontwikkelaars.
De invoering van de Omgevingswet wordt met ten minste drie maanden en mogelijk met zes maanden uitgesteld. Minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft dat dinsdag in een brief aan de Eerste Kamer en de Tweede Kamer meegedeeld. De minister beslist de komende weken of de Omgevingswet, die op 1 juli 2022 zou worden ingevoerd, nu op 1 oktober 2022 of op 1 januari 2023 zal gaan.
In zijn brief aan de beide Kamers geeft De Jonge aan dat uit verschillende overleggen met medeoverheden en experts over de invoering van de Omgevingswet naar voren is gekomen dat er meer tijd nodig is om goed te oefenen met de digitale systemen.
'Kennisniveau beperkt'
Volgens Eric Meijer, jurist bij de JVO-Academie, betekent het uitstel dat bestemmingsplannen blijven gelden tot maximaal 1 januari 2023. ‘De JVO Academie heeft 98 webinars gegeven over de Omgevingswet maar merkte dat het kennisniveau beperkt is bij gemeenten. Vooral kennis over het digitale stelsel waaraan de wetgeving en AMVB’s zijn opgeknoopt is nog onvoldoende onder de knie.’
Minister De Jonge zal de komende weken, samen met de bestuurlijke partners, bezien welke datum verantwoord is om de Omgevingswet in werking te laten treden. Afhankelijk van de uitkomsten zal hij besluiten of de beoogde invoeringsdatum 1 oktober 2022 of 1 januari 2023 zal worden.
'Jaar extra nodig'
Meijer denkt dat er een jaar extra nodig is voor een stabiele inwerkingtreding van de wet en een werkend digitaal stelsel. ‘Nu is dit onzeker vanwege hiaten in de planketen. Daarnaast zijn er begrippen die onvoldoende contouren krijgen zoals de impact van de milieubepalingen en begrippen zoals nadeelcompensatie. We moeten uitkijken dat er niet een Omgevingswet-industrie ontstaat die eindeloos papier produceert maar effectief weinig resultaat boekt. Daarbij gaat het vooral over de praktijk. Er zal heel wat jurisprudentie van de Wet Ruimtelijke Ordening verdwijnen en dat duurt minimaal 10 jaar voor dat dat weer is opgebouwd.
Hij omschrijft de Omgevingswet als een van de meeste ingewikkelde wetten van afgelopen 25 jaar. ‘De wet kan een groot voordeel zijn voor ontwikkelaars, bouwbedrijven en gemeenten maar dan moeten de instrumenten (wetgeving) en uitvoerders (ambtenaren van Omgevingsdiensten) daar maximaal klaar voor zijn.’
'Burgemeesters kritisch'
Een aantal burgemeesters is volgens Meijer zeer kritisch op de invoering van Omgevingswet omdat men na de coronapandemie geen obstakels meer kan gebruiken bij ruimtelijke plannen. Hij pleit daarom voor een Task Force Omgevingswet, die komende maanden samen met de bouwbedrijven alle belemmeringen in kaart kan brengen en mogelijke verbeteringen in de AMVB’s kan aanbrengen.
De Omgevingswet vormt samen met het Omgevingsbesluit,Besluit activiteiten leefomgeving, Besluit bouwwerken leefomgeving, Besluit kwaliteit leefomgeving en de Omgevingsregeling de basis voor het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht. De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Omgevingswet al op 22 maart 2016 aanvaard. Het voorstel voor de Invoeringswet Omgevingswet, nodig om het nieuwe stelsel goed te laten werken, is op 11 februari 2020 aangenomen.
Sinds de aanvaarding van de Invoeringswet heeft de Eerste Kamer geregeld met de regering gesproken over de voortgang bij de noodzakelijke invoeringsmaatregelen en over een goed functionerend Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) dat de wet moet ondersteunen.