Anneke Rosman, adjunct-directeur kantoren bij Waltmann Bedrijfshuisvesting Utrecht, merkt sinds eind februari duidelijk minder activiteit op de Utrechtse kantorenmarkt dan vorig jaar.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 4, 22 april 2022
‘Afgelopen jaar zagen we vooral onder de kleine kantoorgebruikers veel activiteit. Zij leken zich niet te storen aan de onzekerheden die de coronapandemie met zich meebracht. In het marktsegment tot 500 m² hebben we in 2021 dan ook veel deals kunnen sluiten.
Tegelijkertijd zag je dat de grotere gebruikers, die op zoek waren naar meer dan 1000 m², vorig jaar pas op de plaats maakten. Bedrijven wisten nog niet hoe het hybride werken zich zou ontwikkelen en wat dat voor het aantal benodigde meters zou betekenen. Verschillende bedrijven waarvan het huurcontract ten einde liep, maakten daarom afspraken over een tijdelijke huurverlenging om tijd te winnen. In de eerste maanden van dit jaar hebben ze die afwachtende houding laten varen en werden er weer meer contracten afgesloten voor metrages boven de 1000 m².
Sinds de oorlog in Oekraïne is uitgebroken, merk ik wel dat de onzekerheid onder kleine kantoorgebruikers is toegenomen. Ik zie vanaf eind februari duidelijk minder activiteit dan vorig jaar. Grotere gebruikers pakken vooralsnog wel door, maar die hebben nu te maken met forse prijsstijgingen of levertijden van materialen voor kantoorinrichting. Een glazen schuifwand kost nu zo’n 20–30% meer. Even snel een kantoor inrichten zit er momenteel niet meer in.
De huurprijzen staan nog niet onder druk, maar het kwalitatief goede aanbod begint wel een beetje op te raken. Hoewel het erop lijkt dat hybride werken zal blijven – en er wellicht minder ruimte nodig is – betekent dit niet dat er een aanzienlijk metrage op de markt beschikbaar komt. Daarom kijken gemeenten hier in de provincie ook kritischer naar transformatie van kantoorgebouwen in woningen. Die zijn hard nodig, maar datzelfde geldt voor kwalitatief goede kantoorruimte. Als je bedrijven niets meer te bieden hebt op dat vlak, trekken ze weg of kiezen ze voor een andere gemeente. In Nieuwegein kunnen we bijvoorbeeld al geen grote partijen meer kwijt.’
