Gemeenten moeten zuiniger omspringen met hun grootschalige detailhandel. Grote woonwinkels en doe-het-zelfzaken worden te makkelijk geofferd voor de bouw van woningen, vindt brancheorganisatie INretail.
INretail heeft samen met bureau DTNP het rapport ‘Woonwinkelclusters in de veranderende stad’ opgesteld. Van omvangrijke leegstand is in dergelijke winkelgebieden geen sprake meer, aldus de onderzoekers. Locaties met een clustering van grote woonwinkels zagen de leegstand de asfgelopen tien jaar dalen van 9% in 2014 naar 4% nu.
De afgelopen jaren is het aanbod aan woonwinkels in die clusters toegenomen; winkels zitten minder verspreid. “Woonwinkelclusters zijn belangrijk voor de lokale werkgelegenheid en het voorzieningenniveau. De spreiding van kleine en grotere clusters zorgt ervoor dat die voorzieningen voor iedereen (ook niet-autobezitters) beschikbaar zijn en voorkomt onnodige vervoersbewegingen naar de buurgemeenten. Dit sluit aan bij een visie op duurzame mobiliteit”, aldus INretail. De brancheorganisatie van de detailhandel benadrukt dat dergelijke winkelclusters ook in de toekomst relevant blijven. Weliswaar nemen de online bestedingen en -mogelijkheden toe en groeit de tweedehandsmarkt, maar daar staat een groei van het aantal huishoudens en de woningmarkt tegenover. Gemeenten moeten zich daar meer rekenschap van geven, aldus de brancheorganisatie van de detailhandel.
Wel vindt INretail dat vanwege de ruimteschaarste door de grote vraag naar plekken waar mensen kunnen wonen of werken wel sprake kan zijn van efficiënter ruimtegebruik. Woonwinkelclusters kunnen daarin een aandeel leveren door het eigen ruimtegebruik efficiënter en intensiever te maken, bijvoorbeeld via verdere clustering van woonwinkelvastgoed. Daarnaast concluderen de onderzoekers dat woonwinkels relatief goed samen gaan met andere functies, zoals sport, kantoren en andere vormen van bedrijvigheid.