Vijftien miljoen voor krimp Parkstad Limburg

DEN HAAG - Minister van Middelkoop van Wonen, Wijken en Integratie stelt € 14,75 mln beschikbaar voor Parkstad Limburg. Het bedrag is afkomstig van het Interbestuurlijk Actieplan Bevolkingsdaling waarin behalve voor Parkstad ook voor de Groningse Eemsdelta en Zeeuws- Vlaanderen in totaal € 31 mln beschikbaar werd gesteld.

DEN HAAG - Minister van Middelkoop van Wonen, Wijken en Integratie stelt € 14,75 mln beschikbaar voor Parkstad Limburg. Het bedrag is afkomstig van het Interbestuurlijk Actieplan
Bevolkingsdaling waarin behalve voor Parkstad ook voor de Groningse Eemsdelta en Zeeuws-
Vlaanderen in totaal € 31 mln beschikbaar werd gesteld.


De bijdrage voor Parkstad is bestemd voor herstructureringsprojecten. De focus voor de eerste jaren ligt op vijf wijken: Brunssum Centrum-Noord, Kerkrade-West, Landgraaf-Nieuwenhagen, Hoensbroek en Vrieheide-Passart (Heerlen). Ook voor andere gebieden zijn transformatieprojecten in voorbereiding. Uiteindelijk moeten er komende decennia in Parkstad naar schatting 13.000 woningen verdwijnen, tegenover de realisatie van 7000 nieuwe of aangepaste woningen die beter aansluiten bij de behoeften.
Het initiatief voor het Actieplan Bevolkingsdaling kwam van oud-minister Eberhard van der Laan.
Mede door aandringen van de Provincie Limburg en Parkstad zette hij de bevolkingsdaling op de politieke agenda. De regio Parkstad loopt qua snelheid en omvang voorop in de bevolkingsdaling die zich komende decennia in meer regio’s gaat manifesteren. Om de leefbaarheid te behouden en uit te bouwen gaat de regio een grote transformatie in. Daarbij zijn investeringen in de herstructurering van de woningmarkt (sloop, aanpassingen aan het woningaanbod etc.) en in economische structuurversterking nodig. Uit een onderzoek van het ministerie van VROM eerder dit jaar bleek dat investeren loont: een investering van € 500 mln de komende 30 jaar, levert een ‘leefbaarheidswinst’ van € 1,2 mrd op.
Het bedrag dat het Rijk nu beschikbaar stelt, beschouwen Provincie en regio als een eerste stap in co-investering door het Rijk. Voor de eerste jaren hebben zij zelf vergelijkbare bedragen ter beschikking. Daarnaast zijn vooral de woningcorporaties de belangrijke investeerders in de herstructurering.