Judith Tillie (48 jaar) was manager Vastgoedsturing bij corporatie Woonzorg Nederland en is nu director Asset Management bij Achmea Real Estate.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 7, 5 juli 2024
Wat deed je bij Woonzorg Nederland?
‘Zeven jaar geleden speelde bij Woonzorg Nederland de vraag: wat is onze ideale portefeuille over vijftien jaar en hoe komen we daar? Daarvoor heb ik toen de afdeling Vastgoedsturing opgezet. Ik leidde ook acquisities, van projecten van externe ontwikkelaars of van gemeentelijke grondposities om daar zelf vastgoed te ontwikkelen. Door de vergrijzing in Nederland is voor ouderenhuisvesting vooral veel nieuwbouw nodig.’
Waarom koos je er na negentien jaar voor om te vertrekken?
‘Ik heb bij Woonzorg Nederland een mooie carrière doorgemaakt, met verschillende functies. Nu de afdeling die ik heb opgezet goed functioneert, was dit het moment om eens om me heen te gaan kijken. Mijn nieuwe baan bij Achmea Real Estate sluit goed aan bij mijn ervaring en bij de maatschappelijke waarden die ik belangrijk vind. Achmea heeft ambitieuze ESG-doelstellingen. Toen ik mijn vertrek aankondigde, kreeg ik hartverwarmende reacties. Alleen daarom al is het goed om een keer weg te gaan bij een organisatie waar je al lang werkt. Die reacties hebben me ook gesterkt, ik ben klaar voor iets nieuws.’
Hoe ziet je nieuwe functie bij Achmea Real Estate eruit?
‘Ook hier word ik verantwoordelijk voor het asset management. Verdeeld over drie teams ga ik 35 mensen aansturen. De focus zal meer dan bij Woonzorg Nederland liggen op de exploitatie en verduurzaming van de bestaande voorraad. Dat zijn voor een groot deel woningen en zorgvastgoed; die sectoren ken ik natuurlijk goed. Maar in de portefeuille zit ook retail, en dat is nieuw voor mij. Heel leuk, die verbreding. Net als de contacten met externe partijen voor het property management; bij Woonzorg Nederland deden we alles zelf.’
Welke eigen accenten wil je gaan leggen?
‘Bij Woonzorg Nederland is veel aandacht voor de sociale kant, de huurders en het creëren van communities. Dat neem ik mee naar Achmea Real Estate; ik wil daar meer accent op leggen. Tevreden huurders zorgen voor een goedlopend pand. Wat me ook waardevol lijkt, is om bij de ontwikkeling van leefbare woonwijken meer samenwerking met woningcorporaties te zoeken; daar wil ik een rol bij spelen. Commerciële partijen en corporaties weten elkaar in de praktijk vaak nog niet zo goed te vinden; er is een zekere onwennigheid, terwijl je elkaar mooi kunt aanvullen. In gemengde wijken zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan gedeelde voorzieningen voor huurders in de verschillende segmenten. Over sommige opgaven, zoals datagestuurd werken, kun je meer kennis delen.’
Vanaf nu dus dagelijks naar Amsterdam-Duivendrecht?
‘Ja, ik woon in Amsterdam, dus ik kom zoveel mogelijk op de fiets. Al zal dat natuurlijk niet altijd gaan; ik moet de portefeuille door heel Nederland leren kennen. Bij Achmea Real Estate is net als bij Woonzorg Nederland het hybride werken ingevoerd, maar ik zit sowieso de meeste dagen op kantoor. Ik vind het toch het prettigste om mensen fysiek te zien.’
Heb je nog iets aan je studie civiele techniek in Delft?
‘Wel wát, denk ik. Door mijn technische achtergrond weet ik wat er speelt bij bouwopgaven. Mijn zoon denkt erover om ook naar Delft te gaan. Leuk, maar best moeilijk hoor. Ik kom oorspronkelijk overigens uit Maastricht, maar was meteen gecharmeerd van de Hollandse mentaliteit toen ik in Delft ging studeren. Zeggen wat je denkt en er niet omheen draaien, daar houd ik wel van.’
Wat wil je bijdragen aan de vastgoedsector?
‘Ik wil aandacht geven aan de groei van wijken en gemeenschappen. We moeten als sector meer oog hebben voor vergrijzing en toenemende eenzaamheid. Hoe gaan mensen meer naar elkaar omzien? Volgens mij is de opgave om ervoor te zorgen dat buurten gemengd zijn, dat er voldoende voorzieningen zijn, dat mensen de kans hebben om elkaar tegen te komen.’