Woononderzoek: meer starters op woningmarkt, maar ze betalen fors

De afgelopen drie jaar is het aantal starters op de woningmarkt met 15% gegroeid, is een conclusie uit het driejaarlijkse Woononderzoek Nederland. Maar starters moeten wel veel dieper in de buidel tasten. 

Het Woononderzoek (Woon) wordt elke drie jaar uitgevoerd in opdracht van het ministerie van VRO. De onderzoekers van Companen zien een verbeterde positie van starters op de woningmarkt, zowel voor huur als koop. 'In de twee jaar voorafgaand aan het onderzoek verhuisden bijna 286.000 startende huishoudens naar hun eerste woning.' Dat is een toename van 15% ten opzichte van het vorige onderzoek. Bovendien kochten in de afgelopen periode ongeveer 90.000 starters een woning: 10.000 meer bij het vorige onderzoek. 'Maar starters verhuizen op latere leeftijd dan voorheen, waardoor zij langer kunnen sparen en een hoger inkomen hebben op het moment dat zij hun woning kopen.'

Starters wonen duurder

Ook al zijn er meer starters op de markt, ze wonen wel duurder dan in het verleden, zowel in de koopsector als in de huursector. 'Ze wonen ook duurder dan huishoudens die al langer in hun woning wonen. In de koopsector geven recent gestarte huishoudens gemiddeld 30,2% van hun nettobesteedbare inkomen uit aan de woonlasten. Bij gesettelde eigenaar-bewoners is dit gemiddeld 22,4%.' In de huursector gaat bij starters zelfs gemiddeld 43,6% van het netto-inkomen op aan wonen. Daar hebben ook meer huishoudens moeite om de maandelijkse woonlasten te betalen. 'Dat geldt zeker ook voor jonge huishoudens, met name als zij alleenstaand zijn. Een kwart van de alleenstaande jonge huurders heeft moeite met de maandlasten.'

Minder doorstroming

Ondanks de groei in starters stagneert de doorstroming in de koopsector: het aantal doorstromers dat de afgelopen twee jaar uit een koopwoning verhuisde, daalde met bijna een kwart. Dat komt door de hogere huizenprijzen en de hogere hypotheekrente. De woonlasten van mensen die recent zijn verhuisd, liggen aanmerkelijk hoger dan de woonlasten van huishoudens die al langer in hun woning wonen. De gemiddelde leeftijd neemt toe en oudere huishoudens verhuizen minder vaak. 

De vraag naar huurwoningen is toegenomen en vaak gaat het om huurappartementen. 'De vraag richt zich op het betaalbare huursegment, terwijl juist het dure huursegment in omvang is toegenomen. Vooral jonge huishoudens wonen vaak in die dure huurwoningen.'

Ministerie positiever over huurmarkt

Het ministerie zelf zet de lamp op de toegenomen druk op de woningmarkt en de stijging van het aandeel eenpersoonshuishoudens naar 40%, wat zorgt voor nog meer vraag naar woningen. In tegenstelling tot Companen is VRO positief over de huurlasten: de nettohuurquote ging gemiddeld omlaag van 25,4% naar 24,7%. 'Dit betekent dat het inkomen van huurders gemiddeld harder steeg dan hun huurprijs, waardoor huurders een relatief kleiner deel van hun inkomen kwijt waren aan de huur. Ook zijn er minder huurders die een voor hun inkomen te hoge huur betalen, mede door huurverlagingen in 2021 en 2023.'