Yvonne van der Brugge-Wolring is de nieuwe directeur-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijk bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ofwel het Rijksvastgoedbedrijf. Het vastgoedbezit van de Rijksoverheid kan volgens haar mede een belangrijke bijdrage leveren aan het oplossen van de woningnood en andere kwesties op het vlak van ruimtelijke ordening.
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 6, 9 juni 2023
De renovatie van het Binnenhof kwam direct op jouw bordje. Was dat iets waar je, gelet op de heisa over de overschrijdingen in tijd en geld, op zat te wachten?
‘De uitdagingen bij de renovatie van het Binnenhof zijn groot. Zo’n belangrijke plek mogen verbouwen of renoveren is het summum. Het is het hart van onze democratie. Natuurlijk is het een programma dat je bezighoudt. Zoals bij zoveel grote projecten geldt: als het goed gaat hoor je niets, en als er iets niet goed gaat des te meer. Dat hoort erbij.’
Wat is de stand van zaken?
‘We hebben onlangs de negende voortgangsrapportage gepubliceerd. Over het geheel genomen liggen we op koers, al is inmiddels duidelijk dat de oplevering niet eerder dan eind 2028 zal plaatsvinden. We lopen gestaag alle fases van het traject door, van schets tot definitief ontwerp. Maar we hebben ook te maken met gebruikers die tijdelijk moeten verhuizen en een opdrachtgever die ook politieke verantwoordelijkheid heeft.’
Welke lessen vallen er te trekken uit dit dossier?
‘Daarvoor is het nu nog te vroeg, maar na dergelijke grote trajecten hebben we altijd een evaluatie. Natuurlijk is participatie met de omgeving belangrijk en daar sturen we ook op. Dat wisten we ook al uit eerdere ontwikkelingen in het centrum van Den Haag en uit andere programma’s.’
Waar gaat de directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf over?
‘Wij beheren 82.000 hectare grond; ik heb me laten vertellen dat dat 165.000 voetbalvelden zijn. Daarnaast hebben we natuurlijk het beheer van de gebouwen waarin de rijksdiensten en ministeries gevestigd zijn, en het vastgoed met specifieke functies, denk aan vliegvelden, rechtbanken, gevangenissen en militaire bases. Maar ook de Rijksmusea en de Natura 2000-gebieden. Het goed beheren en onderhouden van rijksvastgoed is een belangrijke kerntaak van de organisatie.’
En dan hebben jullie sinds kort ook een ontwikkelingsbedrijf.
‘Betrokkenheid van gebieds- en vastgoedontwikkeling is niet vreemd voor ons. Dat deden we op de achtergrond al. Zo waren we al betrokken op bij de ontwikkeling van de nieuwe woonwijk Valkenhorst op de voormalige vliegbasis Valkenburg. Waar we konden bijdragen aan vastgoedontwikkeling deden we dat al. Door de oprichting van de directie Gebieds- en Vastgoedontwikkeling (GVO) is die rol explicieter geworden, waarbij het rijksvastgoed wordt ingezet voor maatschappelijke doelen van het kabinet. Denk aan de woningbouw, huisvesting van statushouders, maar ook de aan de stikstofproblematiek.’
Gaan jullie je bezighouden met het uitruilen van boerenbedrijven voor woningen of natuur?
‘Van oudsher helpen we organisaties als ProRail en Rijkswaterstaat al met het verplaatsen van bedrijven door deze een andere plek aan te bieden. Mocht er behoefte zijn aan grond in het licht van de ontwikkelingen rondom stikstof, dan kunnen we die daarvoor inzetten.’
Hebben jullie door je forse grondpositie de sleutel in handen op veel dossiers?
‘Wat het kabinet wil, kunnen we helpen realiseren. Dat gaat verder dan dromen en ambities; we maken het heel concreet. Dan heb je het dus over het inzetten van grond of bestaand vastgoed. Wat we in ieder geval niet gaan doen, is zelf aannemer spelen. De directie GVO is een partij die in samenwerking met gemeenten en marktpartijen vastgoed en grond kan inzetten. In die zin nemen wij deel aan het planproces. Bij de woningbouwopgave is die rol redelijk essentieel. De woningen die onder meer in de regiodeals worden gepland, moeten ook daadwerkelijk een plek vinden. Onder meer in Flevoland lopen al langer woningbouwprojecten op voormalige RVB-gronden. Dergelijke gronden kun je nu versneld verder ontwikkelen.’
Hoe kun je gedoe met Europese concurrentieregels en het Didam-arrest voorkomen?
‘Het uitgeven van grond gebeurt volledig in het openbaar. We zijn ook geen extra speler op de markt waar andere grondbezitters mee te maken hebben. Het Rijksvastgoedbedrijf is gewend om aan te besteden, dus Didam is zeker van toepassing, maar is bij ons al goed ingevoerd. Vijfenhalf jaar geleden werkte ik ook in deze organisatie en ik heb daaruit meegenomen dat zakelijke beslissingen geen probleem zijn; zo waren we al ingericht. Ten aanzien van onze rol ten opzichte van commerciële ontwikkelaars en gemeenten geldt ook dat het soms gaat over heel grote ontwikkelingen. Daarbij zijn we vooral een aanvulling op elkaar.’
Op welke manier kunnen jullie elkaar aanvullen?
‘Er zijn gemeenten die behoorlijk actief zijn met hun grondbeleid, maar er zijn ook gemeenten waar op dat vlak weinig gebeurt, bijvoorbeeld omdat de capaciteit en kennis niet aanwezig zijn. De BV Nederland heeft er het meest aan als we samen zo’n traject oppakken. Een gemeente als Almere is al flink aan het ontwikkelen. Soms horen daar grote mobiliteitsvraagstukken bij, bijvoorbeeld de mogelijke realisatie van een extra station op het spoor. In Valkenhorst worden 5500 woningen gerealiseerd. De aanleg van een N-weg was wel noodzakelijk om ook de gewenste leefbaarheid te realiseren. Die bereikbaarheidseis ligt er ook ten aanzien van de herontwikkeling van Pampus.’
In hoeverre kunnen jullie bijdragen aan de versnelling van de woningbouwopgave die Hugo de Jonge wenst?
‘Onze opdrachtgever is het ministerie van Binnenlandse Zaken. Als de minister zegt heel graag te willen versnellen en vraagt wat daarvoor nodig is, hebben wij de expertise op het vlak van uitvoering. Daarbij hebben we uiteraard ook te maken met ambities en eisen van vanuit ander ministeries. Snelheid is altijd een issue bij gebiedsontwikkeling, en het gebrek eraan heeft een grote invloed op de kabinetsdoelstellingen. Een betere samenwerking tussen alle betrokken partijen is essentieel om al die maatschappelijke opgaven van nu invulling te geven.’
Betaalbaarheid is ook een belangrijke factor voor de minister. Kan het allemaal nog wel uit?
‘Dat is ook een van de redenen dat wij wat langer bij het traject betrokken blijven. Bij het monitoren van de betaalbaarheid hoort ook dat waar je voor tekent ook daadwerkelijk wordt gerealiseerd. Je maakt met elkaar afspraken waar je je handtekening onder zet. Ik kan me voorstellen dat het nu lastiger is om een project rond te rekenen als je kijkt naar de inflatie of de gestegen bouwkosten, maar marktomstandigheden hebben ook altijd de neiging om alle kanten op te gaan. Als een project echt niet meer uitkan, zul je samen terug moeten naar de tekentafel. Je kunt niet eenzijdig zeggen: doe maar geen betaalbare woningen.’
Zijn jullie een postillon d’amour bij het vertalen van het Haags beleid naar de lokale werkelijkheid van processen die traag gaan en ontwikkelaars die zuchten onder de regeldruk?
‘Waar wij als rijksoverheid bij betrokken zijn, kunnen we gemeenten helpen bij het onderhandelingsproces en het regelgevende proces. Ook kan ik mijn voordeel doen met de werkervaring die ik bij een woningcorporatie en Arcadis opdeed. Ook daar waren we vaak bezig met allerlei forse trajecten. Procesvoering is ook hoe je kunt komen tot een goede situatie. Met ons vastgoed kunnen we een deel van de problemen op de woningmarkt oplossen. Ook hebben wij kennis van het beleid. Onze rol is dat we een van de uitvoeringsorganisaties van de overheid zijn, en daarbij lopen ook wij tegen beleid aan dat soms makkelijk en soms minder makkelijk is. We hebben alle partijen nodig om samen de BV Nederland beter te maken.’
Terug bij Rijksvastgoedbedrijf
Yvonne van der Brugge-Wolring (1974) is sinds half april de nieuwe directeur-generaal Vastgoed en Bedrijfsvoering Rijken en tevens DG Rijksvastgoedbedrijf bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Daarvoor was ze, sinds november 2017, algemeen directeur Logius bij hetzelfde ministerie. In 2014 was ze waarnemend directeur-generaal Rijksvastgoedbedrijf en directeur Portefeuillestrategie en Portefeuillemanagement bij het toen hagelnieuwe Rijksvastgoedbedrijf (RVB), een fusie van de Dienst Vastgoed Defensie, de Rijksgebouwendienst, het Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf en de directie Rijksvastgoed. Voor ze in rijksdienst kwam, werkte ze onder andere als directeur Gebiedsontwikkeling, directeur Projectontwikkeling en directeur Techniek bij de Delftse woningcorporatie Vidomes. Ook werkte ze vijf jaar als hoofd Ontwerpbureau, projectleider en directeur Bouw & Vastgoed bij ingenieursbureau Arcadis. Zij startte haar loopbaan als researcher bij de Queensland University of Technology in Australië en als ontwerper bij Dynamicon. Van der Brugge-Wolring studeerde Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft.