Wisselcolumn Josine van Gulik: Welvaart zonder groei

Silhouetten van hijskranen sieren weer de skylines van de grote steden. Hoogconjunctuur in de bouwsector.

Door Josine van Gulik
Gepubliceerd in PropertyNL Magazine nr. 1, 25 januari 2019

Hoe houden we dat vast en zorgen we dat we kunnen blijven bouwen? Ik denk dat we daarvoor op zoek moeten naar nieuwe verdienmodellen, die welvaart genereren binnen de balans van wat de aarde ons te bieden heeft en zonder noodzaak tot groei. Een systeem dat circulair is in plaats van lineair.

Als architect hebben we nogal eens het gevoel dat we beleggingsobjecten ontwerpen, waar je toevallig ook goed in kunt wonen. Veel marktpartijen reageren op stijgende bouwprijzen door woningen kleiner te maken, zodanig dat ze aan alle eisen voldoen en je er nog nét in kunt wonen. Het kabinet roept op 1 miljoen woningen te bouwen, maar geeft ondanks het klimaatakkoord geen inhoudelijke doelstellingen mee. En dat terwijl de bouwsector zorgt voor circa 40% van de totale CO2-productie. Gronduitgifte is nog te vaak een zaak van louter euro’s, zonder prikkel om voor de langere termijn juiste keuzes te maken. ‘We willen die woningen best optimaal oriënteren, maar niet als er dan minder woningen op de kavel passen.’

Waarom kan dat niet langer? Kate Raworth legt in haar boek ‘Doughnut Economics’ uit hoe ons economisch systeem is gericht op oneindige groei. Met een groeiende en ouder wordende wereldbevolking overstijgt dit systeem het herstellend en absorberend vermogen van de aarde. We onttrekken te veel grondstoffen en geven te veel afvalstoffen terug. Continue groei van inkomen wordt ten onrechte gezien als een indicator voor de groei van de menselijke welvaart. De (foutieve) aannames die daaraan ten grondslag liggen, zijn (1) dat de waarde die mensen willen betalen voor een product een indicator is voor hun geluk en hun tevredenheid met dat product, en (2) dat consumenten altijd meer boven minder prefereren.

Raworth haalt de Amerikaanse uitvinder en architect Buckminster Fuller aan: ‘You never change things by fighting the existing reality. To change something, build a new model that makes the existing model obsolete.’ Een radicale omslag is nodig.

Ik geloof niet dat consumenten altijd alleen meer willen. Ik denk dat veel mensen gedreven worden door een intrinsieke motivatie van ‘ertoe doen’ en binnen hun mogelijkheden een steentje willen bijdragen aan een duurzame leefomgeving. Tegelijk wil niemand aan comfort of luxe inboeten. We zijn toe aan verdienmodellen gebaseerd op circulariteit, die ons welvaart bieden zonder de noodzaak tot groei.

Voor de duidelijkheid; ik heb het dan niet over het bouwen met sloopmaterialen. We zijn toe aan de volgende stap, naar een nieuw en veerkrachtig ecosysteem gebaseerd op een oneindige materialencyclus, waarbij kringlopen van materiaal en product in elkaar grijpen om afval en onnodig gebruik van grondstoffen te reduceren. Als dat lukt, worden andere financieringsvormen mogelijk. Gebouwen krijgen een andere restwaarde, leveranciers en producenten willen hun producten terug om ze opnieuw te kunnen verkopen – of leasen. Ook de sociaal-maatschappelijke component is daarin van groot belang. Mensen betrekken bij de ontwikkeling van hun buurt organiseert eigenaarschap en sociale cohesie en daarmee een hogere leefbaarheid, veiligheid en toekomstwaarde.

Dat een andere benadering werkt, blijkt uit het Zwitserse ‘Genossenschaft’-model, een democratische coöperatieve ondernemingsvorm tussen huur en koop in, die mensen en maatschappelijke meerwaarde centraal stelt in plaats van financiële winst. Bewoners betalen aan de Genossenschaft in ruil voor levenslang woonrecht, de revenuen komen ten goede aan diezelfde woongenootschap: je eigen buurtje als fijne plek om samen oud te worden. De praktijk laat zien dat dit model kan samengaan met een hoge ecologische standaard. Dat geeft inspiratie.

Beleidsmakers, ontwikkelaars, bouwers, ontwerpers en adviseurs, samen leggen wij de lat. Met elkaar bepalen wij de kwaliteit van straten en pleinen waar dagelijks mensen passeren en verblijven. Onze keuzes bepalen hoe gezond en flexibel gebouwen zijn. De wereldeconomie zullen we er niet direct mee veranderen, maar we kunnen met elkaar wél in ieder project de term welvaart opnieuw definiëren en de circulaire lat hoger leggen. Wie doet er mee?

Josine van Gulik is partner-bestuurder bij Inbo. Ze geeft de column door aan Angelique Bellemakers, districtsmanager bij stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl