Weinig clustering en nieuwe bedrijven recept voor economische krimp

Voor 17 van de 40 regio's in ons land verwacht de Rabobank dit jaar een economische krimp. Ook enkele regio's in de Randstad doen het slechter dan gemiddeld, zoals de regio Leiden. 

De Nederlandse economie moddert door en groeit in 2023 naar verwachting met slechts 0,4 procent, zo blijkt uit onderzoek van Rabo Research. 

De vooruitzichten verschillen aanzienlijk per sector. Rabobank verwacht dat de bouwsector dit jaar per saldo met 2,9 procent het hardst groeit. Dit komt vooral door het sterke eerste kwartaal van deze sector. De resterende kwartalen zien er echter minder rooskleurig uit. De perspectieven voor de ICT en de zakelijke dienstverlening – met respectievelijk 1,4 en 2,0 procent groei – zijn ook relatief gunstig. 

Krimp in logistiek

Sommige sectoren krimpen dit jaar. De grootste krimp voorziet de coöperatieve bank in de sector transport en logistiek, naar verwachting met 4,0 procent in 2023. De afbouw van hogere voorraadposities door ondernemingen in de industrie en detailhandel en de afname van de bouwactiviteit hebben een negatief effect op deze sector. Eerder constateerde vermogensbeheerder Fidelity dat de markt voor logistiek vastgoed in ons land nog bovengemiddeld sterk is. Voor de landbouw gaat Rabo uit van een krimp van 1,3 procent. 

Eenzelfde gemengd beeld ziet de bank ook voor de meeste Nederlandse regio’s; een groot deel van de regio’s groeit in 2023 nauwelijks en voor ruim een derde van de regio’s (17) wordt economische krimp voorzien. Regio’s met krimp vinden de Rabo-economen vooral terug in delen van Noord-Nederland maar opvallend genoeg ook in Noord-Holland en Zuid-Holland. 

Weinig nieuwe bedrijvigheid

De grootste krimp verwachten Rabobank in "Overig Groningen" (onder andere stad Groningen), Zuid-Oost Drenthe en IJmond. In deze gebieden krimpt de ecnomie met meer dan één procent. Voor Overig Groningen, maar ook voor Zuidoost-Drenthe, is de krimp voor een groot deel te wijten aan de lagere opbrengsten uit de delfstoffenwinning. In IJmond (de gemeenten rond de monding van het Noordzeekanaal) komt het vooral door minder gunstige regionale omstandigheden. Ook de krimpende industrie en weinig nieuwe bedrijvighed spelen in deze regio een rol.

Achterblijvende kennisinfrastructuur

in Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (krimp > 1%) zijn relatief weinig clusters van sectoren en worden er minder nieuwe bedrijven opgericht dan elders in Nederland. Hetzelfde geldt voor Oost-Zuid-Holland (Gouda en omgeving) (krimp < 0,5%), waar bovendien het leef-woonklimaat achterblijft. Zuid-West Friesland (krimp < 1%) heeft volgens Rabobank een ander probleem: de kennisinfrastructuur blijft er achter. 

De forse krimp in de sector transport en logistiek heeft zijn weerslag op de regio’s waar deze sector groot is, zoals Delfzijl en omgeving, Groot-Rijnmond, Noord-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen. Toch voorziet Rabobank voor Groot-Rijnmond (Rotterdam en omgeving) dit jaar nog een bescheiden plusje van maximaal 0,4%. In de andere "logistieke regio's) wordt een kleine min van maximaal 0,5% voorzien. De krimpende landbouw raakt vooral Delft en Westland, maar omdat de regionale omstandigheden in deze regio gunstig zijn, verwachten we toch een bescheiden groei.

Amsterdam en Eindhoven

De regio's Amsterdam en de Brainport Eindhoven presteren bovengemiddeld. Zij laten dit jaar alsnog een economische groei van 1,5% zien.