In 1992 sluit de suikerfabriek in Halfweg definitief zijn poorten. Eigenaar CSM en de gemeente Haarlemmerliede schrijven gezamenlijk een ontwikkelingsprijsvraag uit waarin wordt gevraagd naar realistische voorstellen om het 11 hectare grote terrein nieuw leven in te blazen. door Egbert Koster PropertyNL Magazine 4 december 2008 nr. 19
In 1992 sluit de suikerfabriek in Halfweg definitief zijn
poorten. Eigenaar CSM en de gemeente Haarlemmerliede
schrijven gezamenlijk een ontwikkelingsprijsvraag
uit waarin wordt gevraagd naar realistische voorstellen
om het 11 hectare grote terrein nieuw leven in te blazen.
door Egbert Koster
PropertyNL Magazine 4 december 2008 nr. 19
Pas acht jaar later, in 2000, komt de ontwikkelingscombinatie
Cobraspen / Sugar City Investments als winnaar
uit de bus. Inmiddels weer acht jaar verder is het nieuwe
ontwerp-bestemmingsplan voor Sugar City in procedure
genomen en de voltooiing van het eerste bouwproject
een feit.
Deze spectaculaire, onlangs voltooide verbouwing van de
twee vijftig meter hoge suikersilo’s tot huurkantoren is
nog maar het begin van een ambitieus transformatieproces
dat het onttakelde fabrieksterrein moet gaan omtoveren
in een bruisend werk- en leisurepark. Hoe lang dit
proces gaat duren is onduidelijk. De in 2001 op risico gestarte
verbouwing van de twee suikersilo’s is bedoeld om
als katalysator voor de volgende ontwikkelingsfasen te
fungeren. Nu dit opvallende beeldmerk van Sugar City er
eenmaal staat zullen alle vervolgprojecten worden ontwikkeld
in samenwerking met de eindgebruikers.
Leidraad voor de herontwikkeling van het voormalige fabrieksterrein
is een stedenbouwkundig masterplan van
Soeters van Eldonk Architecten. Dit masterplan voorziet
in de realisatie van 108.000 m² gemengd programma, bestaande
uit kantoren, bedrijfsruimte, detailhandel, hotel,
horeca, sport en leisure. Daarnaast komen er op het terrein
een aantal parkeergarages met in totaal 2400 plaatsen
en wordt op de zuidoosthoek van het terrein een
jachthaven aangelegd. De inmiddels gerestaureerde voormalige
dienstwoningen aan de N200 blijven gehandhaafd
maar nieuwe woningbouw is niet mogelijk omdat over
het terrein een aanvliegroute van Schiphol loopt.
Behalve per auto en bus zal Sugar City vanaf 2011 ook
goed bereikbaar zijn per trein. Dan opent de NS, recht
tegenover Sugar City, een nieuw station en wordt het
voormalige fabrieksterrein een verbindende schakel tussen
dit station en de gemeente Zwanenburg. Dwars over
Sugar City komt namelijk een openbare fiets-/looproute
te lopen die, via bruggen over de Ringvaart en de N200,
Zwanenburg met het nieuwe station verbindt.
gEtransfOrmEErD
Bij de herontwikkeling van het terrein blijven de meest
beeldbepalende relicten van het industriële verleden
staan. Het koelgebouw wordt verbouwd tot restaurant, de
dertig meter hoge kalkoven wordt met provinciale subsidie
getransformeerd in een uitzichttoren annex klim- en
abseilwand, en het markante controlehuisje op de kade
krijgt een nieuwe functie als havenkantoor. De historisch
gegroeide rij fabriekspanden aan de N200 (onder andere
het 17de-eeuwse voormalige gemeenlandshuis ‘Swanenburgh’
en een 20ste-eeuws bedrijfsgebouw van architect
Dudok) wordt in zijn geheel gehandhaafd en herontwikkeld
tot kantoor.
De op het terrein te realiseren nieuwbouw krijgt een gevarieerd
karakter. Het is de bedoeling dat elk project in handen
komt van een andere architect. Op dit moment zijn er
vergevorderde plannen voor de bouw van een 14.000 m²
groot verzamelkantoor op de uiterste westpunt van het
terrein, naar ontwerp van Rietveld Architects uit New
York. De in het masterplan opgenomen bouwplannen
voor een hotel met 400 kamers, een congres- annex bioscoopcomplex
met 16 zalen en 3000 stoelen, en 17.500 m²
detailhandel (factory outlet) verkeren nog in een verkennend
stadium.
De opvallende nieuwe verschijningsvorm van de tot kantoor
verbouwde suikersilo’s geeft een indruk van de speelse,
technologische uitstraling die ook bij de andere nieuwbouw
op het terrein wordt nagestreefd. Architect Jos van
Eldonk heeft het markante silhouet van de silo’s zorgvuldig
intact gelaten maar de binnen- en buitenkant dermate
radicaal getransformeerd dat er op het eerste gezicht ook
van moderne nieuwbouw op oude sokkels sprake zou
kunnen zijn. Een uiterst pragmatische no-nonsense aanpak
van ‘industrieel erfgoed’ die juist verrassend goed
aansluit bij het utilitaire karakter van het voormalige fabrieksterrein.
Op dit moment is tien procent van het
vloeroppervlak in de silo’s verhuurd.