Stef Blok wordt minister voor Wonen

DEN HAAG - Stef Blok (VVD) wordt minister voor Wonen en Rijksdienst, belast met het woondossier bij het ministerie van BZK. Een extra minister is nodig vanwege het grote belang en de grote complexiteit van de hervormingen van de woningmarkt. Dat staat in het regeerakkoord dat maandag gepresenteerd werd door VVD en PvdA.

DEN HAAG - Stef Blok (VVD) wordt minister voor Wonen en Rijksdienst, belast met het woondossier bij het ministerie van BZK. Een extra minister is nodig vanwege het grote belang en de grote complexiteit van de hervormingen van de woningmarkt. Dat staat in het regeerakkoord dat maandag gepresenteerd werd door VVD en PvdA.

Zowel de hypotheekrente-aftrek als de huurmarkt worden aangepakt. Woningcorporaties moeten weer terug in hun hok. De hypotheekrenteaftrek blijft bestaan om de aanschaf van een eigen woning te stimuleren en wordt als volgt aangepast: Voor bestaande en nieuwe hypothecaire leningen wordt vanaf 2014 het maximale aftrektarief (vierde schijf), in stappen van een 0,5% per jaar, teruggebracht naar het tarief van de derde schijf.
De opbrengst wordt jaarlijks budgettair neutraal teruggesluisd naar de groep die door de maatregel geraakt wordt. Voor de helft door verlaging van het hoogste tarief in de inkomstenbelasting en voor de helft door verlenging van de derde belastingschijf in
de inkomstenbelasting.
Ook de problemen met restschulden worden gericht aangepakt. De rente betaald op restschulden kan tijdelijk (maximaal 5 jaar) en onder voorwaarden blijven worden afgetrokken. De gunstige leningsfaciliteit voor starters van de Stichting Volkshuisvesting Nederland zal worden uitgebreid.
De huurtoeslag blijft intact om woningen voor lagere inkomens betaalbaar te houden. Dat maakt een gedifferentieerde huurverhoging mogelijk. Voor huurders met een huishoudinkomen tot € 33.000 is dat 1,5% plus inflatie. Bij mensen met een inkomen tussen de 33.000 en 43.000 gaat het om 2,5% bovenop de inflatie. Boven de 43.000 is de huurverhoging 6,5% plus inflatie. Verhuurders mogen hierbij werken met een huursombenadering.
De systematiek met een huurliberalisatiegrens blijft intact. Het systeem voor woningwaardering wordt sterk vereenvoudigd met als grondslag 4,5% van de waarde op basis van de wet waardering onroerende zaken. Daarmee komt een einde aan het ingewikkelde puntensysteem. Voor huurders met een inkomen boven € 43.000 wordt de maximale huurprijs op basis van het woning waarderingssysteem tijdelijk buiten werking gesteld. Na vertrek van de zittende bewoners geldt de maximale huurprijs weer. Zo wil de nieuwe regering scheefwonen aanpakken en de sociale woningvoorraad in stand houden.
Woningbouwcorporaties moeten weer dienstbaar worden aan het publiek belang in hun werkgebied. Hun taak wordt teruggebracht tot het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen en het daaraan ondergeschikte direct verbonden maatschappelijke vastgoed.
Corporaties komen onder directe aansturing van gemeenten.
Gemeenten met meer dan 100.000 inwoners krijgen extra bevoegdheden. De schaal van een woningbouwcorporatie moet in overeenstemming zijn met de schaal van de regionale woningmarkt en met de maatschappelijke kerntaak.
De extra huuropbrengsten van corporaties die het gevolg zijn van de maatregelen in de huursector worden via een heffing afgeroomd. De beloning van bestuurders van woningbouwcorporaties wordt versneld aangepast op basis van de nieuwe wet normering topinkomens.