De interesse om duurzame gebouwen te ontwikkelen en de energieprestaties te optimaliseren is de afgelopen drie jaar vervijfvoudigd.
Zo concludeert ESG-adviseur Iris Kampers van Savills op basis van onderzoek van Pitchbook. Duurzaam gedrag is niets nieuws. Vastgoedeigenaren raken gewend aan regelgeving. Zo stelt bijna de helft van de markt zich doelen als het gaat om het verminderen van de CO 2- uitstoot. Vijf jaar geleden gold dat nog maar voor een kwart van de eigenaren..
Volgens haar is de volgende fase van de overgang naar een duurzame gebouwde omgeving ingegaan. Zoals het Afrikaanse spreekwoord zegt: "Als je snel wilt gaan, ga dan alleen; als je ver wilt gaan, ga dan samen." Het aanvullen van een focus op klimaatmitigatie, energie of met andere ESG-thema's is onderdeel van die nieuwe fase. Steeds vaker richten eigenaren en gebruikers zich op duurzame doelstellingen met betrekking tot waterverbruik, sociale doelen zoals tenant engagement of mobiliteit om hun duurzame prestaties verder te verbeteren.
Eén thema blijft volgens Kampers lastig; versterking van de biodiversiteit. “Door gebruik te maken van biodiversiteit in onze bebouwde omgeving kunnen we de noodzaak verminderen om het binnenklimaat kunstmatig te reguleren. In Europa toont onderzoek aan dat deze aanpak de vraag naar energie kan doen afnemen. Door groene daken op kantoorgebouwen te installeren kan tot 7% van de reguliere vraag naar elektriciteit in de zomer en 3% van de vraag naar aardgas in de winter worden bespaard.”
Biodiversiteit legt, aldus Savills, ook een solide basis voor sociale duurzaamheid. Onderzoek naar de Well-normen heeft aangetoond dat biofilisch ontwerpen, het integreren van natuurlijke structuren en organismen om de verbinding van gebruikers met de natuurlijke omgeving te vergroten, lawaai sterk kan verminderen, het herstel na stressvolle gebeurtenissen kan versnellen en op passieve wijze een comfortabel binnenklimaat kan creëren.